H01.5 Lijn door twee punten

Lineaire formules
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lineaire formules

Slide 1 - Diapositive

H01.4 Terugblik
Vragen over het huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Welke grafieken hebben een
recht evenredig verband?
Hoe zat het ook al weer?
A
① en ②
B
① en ③
C
② en ③
D
①, ② en ③

Slide 3 - Quiz

Welke tabel hoort bij een
recht evenredig verband?
Hoe zat het ook al weer?
A
Tabel A
B
Tabel B
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 4 - Quiz

Welke formule past bij
een hellingsgetal 25
en startgetal 50
Hoe zat het ook al weer?
A
y = 25x - 50
B
y = 50 - 25x
C
y = 50 + 25x
D
y = 50x + 25

Slide 5 - Quiz

Geef de formule
bij de tabel:
Hoe zat het ook al weer?

Slide 6 - Question ouverte

Gegeven: k = -9 + 2r
Bereken k als r = -4
Hoe zat het ook al weer?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het startgetal bij de tabel?

Hoe zat het ook al weer?

Slide 8 - Question ouverte

Bepaal het startgetal en hellingsgetal
in de volgende formule:
p=4q8
Hoe zat het ook al weer?
A
startgetal 4 hellingsgetal 8
B
startgetal 4 hellingsgetal -8
C
startgetal 8 hellingsgetal 4
D
startgetal -8 hellingsgetal 4

Slide 9 - Quiz

H01.5 Lijn door twee punten
Je kunt al met tabellen en grafieken zelf de bijbehorende formule opstellen. Daarvoor heb je nodig een startgetal en een hellingsgetal.




In deze paragraaf leer je een formule
maken als je twee punten in een 
assenstelsel krijgt.

Waar vond je het startgetal en het hellingsgetal in een tabel ?
Waar vond je het startgetal en het hellingsgetal in een grafiek ?

Slide 10 - Diapositive

H01.5 Lijn door twee punten
In de figuur zie je de punten A (2, 1
en B (6, 3).
Wat is het verticale verschil tussen de
punten A en B?
Verticale verschil haal je uit de 2e 
coördinaat van de punten; dus de 1 van
punt A en de 3 van punt B.
Het verticale verschil is 3 - 1 = 2

Slide 11 - Diapositive

H01.5 Lijn door twee punten
In de figuur zie je de punten A (2, 1
en B (6, 3).
Het verticale verschil is 3 - 1 = 2
Hoeveel stappen moet je vanuit A naar 
rechts doen om bij punt B uit te komen?
Dit is het verschil in de 1e coördinaat.
Het horizontale verschil is 6 - 2 = 4

Slide 12 - Diapositive

H01.5 Lijn door twee punten
In de figuur zie je de punten A (2, 1
en B (6, 3).
Het verticale verschil is 3 - 1 = 2
Het horizontale verschil is 6 - 2 = 4
Het hellingsgetal van de lijn door de
punten A en B is dan 2 : 4 = 0,5

Slide 13 - Diapositive

H01.5 Lijn door twee punten
In de figuur zie je de punten A (2, 1
en B (6, 3).
Het hellingsgetal van de lijn door de
punten A en B is dan 2 : 4 = 0,5
Standaardformule invullen met de
gegevens die je tot nu toe hebt.
y = ax + b  (x en y zijn de coördinaten van één van de punten)
3 = 0,5 * 6 + b
Dit betekent dat b = 0 en de formule wordt y = 0,5x

Slide 14 - Diapositive

H01.5 Lijn door twee punten
In de figuur zie je lijn door de punten A (2, 1) en B (4, 5).
Het hellingsgetal is de verticale toename gedeeld door 
de horizontale toename. Hellingsgetal is 4 : 2 = 2
Standaardformule (y = ax + b) invullen met de gegevens 
die je tot nu toe hebt.
Punt B wordt gebruikt: 5 = 2 * 4 + b
Dit betekent dat b = 5 - 8 = -3 
en de formule wordt y = 2x - 3

Slide 15 - Diapositive

H01.5 Lijn door twee punten
Zorg ervoor dat de x- en y-waarden van de coördinaten in DEZELFDE volgorde staan bij het berekenen van het hellingsgetal. De cijfers boven elkaar zijn dus de coördinaten van één punt. 


Voorbeeld: punten A (16, 30) en B (31,120) 
hellingsgetal=(xBxA)(yByA)
hellingsgetal=(xBxA)(yByA)=(3116)(12030)=1590=6
LET OP!

Slide 16 - Diapositive

Wat is het hellingsgetal
van de lijn door A (1,2) en B (5,4)?
A
(5-1) : (4-2) = 2
B
(4-2) : (5-1) = 0,5
C
(5-4) : (2-1) = 1
D
(4-1) : (5-2) = 1

Slide 17 - Quiz

Wat is de verticale toename en de horizontale toename tussen de punten P (10, 15) en Q (30, 55) ?
A
Verticaal 20, Horizontaal 40
B
Verticaal 40, Horizontaal 20
C
Verticaal -20, Horizontaal 40
D
Verticaal -40, Horizontaal 20

Slide 18 - Quiz

Geef de formule van de lijn door
de punten G (0, 4) en H (5, -11)

Slide 19 - Question ouverte

Geef de formule van de lijn door
de punten K (20, 90) en M (-5, -10)

Slide 20 - Question ouverte

H01.5 Lijn door twee punten
Hoe controleer je of een gegeven punt op een lijn ligt?
Ligt het punt Q (3, 15) op de lijn y = 3x + 7 ?

Vul de x waarde van het gegeven punt in in de formule en bereken de y waarde. Is de berekende y-waarde hetzelfde als de y-coördinaat van het punt dan ligt het punt op de lijn.
y = 3 x 3 + 7 = 9 + 7 = 16
De berekende y-waarde is niet gelijk aan de y-coördinaat, dus het punt Q ligt NIET op de lijn.

Slide 21 - Diapositive

H01.5 Lijn tussen twee punten
Opdrachten uit het boek:
Maak de opdrachten 35, 36, 37, 38 en 39 (H2, V2)
Kijk na het maken de opdrachten na met een andere kleur.

Slide 22 - Diapositive

Einde les

Slide 23 - Diapositive