2024 - les 6 - oefenen voor de toets (2.10 en 2.11)

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Doelen van vandaag
-Aan het einde van de les is je kennis van referentiematen vergroot;
-Aan het einde van de les ben je goed voorbereid op de toets doormiddel van herhaling/oefening.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Vlakke figuren
Trapezium
Parallellogram
Ellips
Vlieger
Ruit

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is de naam van
dit ruimtelijke figuur?
A
prisma
B
cilinder
C
kegel
D
kubus

Slide 7 - Quiz

Welk ruimtelijk figuur is dit?
A
balk
B
bol
C
cilinder
D
kegel

Slide 8 - Quiz

Welke ruimtelijke figuur is dit?
A
Balk
B
Cilinder
C
Kubus
D
Piramide

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Hoeveel symmetrieassen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

Hoeveel symmetrieassen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

Hoeveel symmetrieassen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Formule OMTREK:
Alle zijdes bij elkaar optellen= omtrek

Slide 15 - Diapositive

Oppervlakte
Wat is de oppervlakte:
lengte x breedte
5x5 =25cm²

Slide 16 - Diapositive

Oppervlakte ruimtefiguur
Bereken van ieder vlak apart de oppervlakte.
Tel alles bij elkaar.

Slide 17 - Diapositive

Inhoud berekenen

Slide 18 - Diapositive

Bereken de oppervlakte
van driehoek ABC.
De oppervlakte :
A
4 x 3 = 12 cm2
B
4 x 3 : 2 = 6 cm2
C
3 x 2 : 2 = 3 cm2
D
2 x 4 x 3 = 24 cm2

Slide 19 - Quiz

Wat is de
omtrek?
A
25 cm
B
10 cm
C
15 cm
D
20 cm

Slide 20 - Quiz

Wat is de inhoud van deze balk in liters?





Wat is de inhoud van deze balk in m³



A
3000 liter
B
3 liter
C
30 liter
D
300 liter

Slide 21 - Quiz

Schaal
Schaal is een verhouding tussen de werkelijke afmeting en de afmeting op schaal.
Schaalmodellen, kaarten en plattegronden zijn op schaal gemaakt. 


Schaal staat in CM en je gebruikt altijd de verhoudingstabel!

Slide 22 - Diapositive

Welke schaal hoort bij deze schaallijn?
A
1 : 4
B
1 : 400
C
1 : 4000
D
1:400000

Slide 23 - Quiz

Samenwerkings
opdracht:
In groepjes reken je de som uit. Zorg dat iedereen het begrijpt en kan uitleggen!

 Na 5 minuten klassikaal op het bord!

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Toets / huiswerk

Maandag 31 maart TOETS wanneer je min. 8 paragrafen af hebt
10 of 11 paragrafen af? 0,5 bij je cijfer


Huiswerk voor vandaag: 2.10 en 2.11 som 1 t/m 10

Slide 33 - Diapositive