Herhalen 5.1 + 5.2 thuis les 1hv
1 / 12
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wie kroonde Karel de Grote tot keizer?
A
Karel zelf
B
De keizer van het Frankische rijk
C
De paus
D
Bisschop Willibrord
Slide 2 - Quiz
Karel de Grote is in het systeem van het feodalisme de .....
A
leenheer
B
leenman
Slide 3 - Quiz
Waardoor ontstond het leenstelsel?
A
Het besturen van een groot rijk ging moeilijk door slechte wegen en slechte communicatie.
B
Leenmannen wilden toch al macht hebben, dus was het feodalisme een mooie oplossing.
C
Karel de Grote was niet goed genoeg om een groot rijk in zijn eentje te besturen
D
Karel de Grote gunde anderen ook een stukje macht.
Slide 4 - Quiz
Wat moet een leenman doen voor de leenheer?
timer
1:00
Slide 5 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor vazal?
A
Leenman
B
Leenheer
C
Koning
D
Keizer
Slide 6 - Quiz
Kies het juiste antwoord:
Een missionaris...
Een missionaris...
A
hielp de Frankische koning gebieden te veroveren
B
was een Germaanse geestelijke
C
had opdracht het Christendom verspreiden
Slide 7 - Quiz
Kies het juiste antwoord:
De Germanen hadden een
De Germanen hadden een
A
polytheïstische godsdienst
B
monotheïstische godsdienst
Slide 8 - Quiz
De Germanen verzetten zich tegen het christendom omdat..
A
zij het eten van de missionarissen niet lekker vonden
B
zij de missionarissen als indringers zagen
C
ze het leuk vonden om kerken in brand te steken
Slide 9 - Quiz
Wie waren de enigen die konden lezen en schrijven?
A
De adel
B
De koningen
C
De geestelijken
D
De boeren
Slide 10 - Quiz
Waarom probeerden missionarissen altijd eerst de vorst te bekeren?
Slide 11 - Question ouverte
Waarom zijn monniken belangrijk geweest voor onze huidige kennis over de klassieke oudheid?
