Spelling 6.3.3.

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Spelling 6.3.3.

Elise weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan vraagt de juf
Achter Elise moet een ...

1. punt
2. dubbele punt
3. punt komma
4. komma

Elise weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan vraagt de juf
Achter kan moet een ...

1. punt
2. uitroepteken
3. vraagteken
4. komma

Elise weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan vraagt de juf
De aanhalingstekens moeten ...

1. voor Elise en na juf
2. voor Elise en na vraagt
3. voor Elise en na kan
4. voor weet en na kan

Elise weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan vraagt de juf
Typ de zin met leestekens.

'Elise, weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan?' vraagt de juf.
Welke woordsoort is energieverbruik?

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. voegwoord

Als je zonne-energie gebruikt, heb je minder andere energie nodig antwoordt Elise
Typ de zin met leestekens.

Liam vult aan je huis moet goed geïsoleerd zijn omdat er dan minder warmte ontsnapt

Typ de zin met leestekens.

Liam vult aan: 'Je huis moet goed geïsoleerd zijn, omdat er dan minder warmte ontsnapt.'

Omdat is een ...

1. voorzetsel
2. voegwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bepaling van tijd

'Steek tachtig waxinelichtjes aan!' roept Elise enthousiast.
Tachtig is een ...

1. telwoord
2. rangtelwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voegwoord

'Wat een gedoe. Voordat je het veertigste lichtje hebt aangestoken, ben je al moe. Ik heb dan liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin,' grapt Liam.
Welke woordsoort staat niet in deze tekst?

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. telwoord

'Wat een gedoe. Voordat je het veertigste lichtje hebt aangestoken, ben je al moe. Ik heb dan liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin,' grapt Liam.
ijzeren is een ...

'Wat een gedoe. Voordat je het veertigste lichtje hebt aangestoken, ben je al moe. Ik heb dan liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin,' grapt Liam.
Wat is waar?

1. Het lidwoord dat bij windmolen hoort is het.
2. Veertigste is een telwoord.
3. Hebt is een hulpwerkwoord.
4. Liever is een bijvoeglijk naamwoord.

'Wat een gedoe. Voordat je het veertigste lichtje hebt aangestoken, ben je al moe. Ik heb dan liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin,' grapt Liam.
Welke woordsoort hoort bij aangestoken?

Ik heb liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin.
Wat is de persoonsvorm in deze zin?

1. ik
2. heb
3. mijn
4. in

Een persoonsvorm is altijd een ...

Ik heb liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin.
Welk zinsdeel is ik?

1. onderwerp
2. persoonsvorm
3. lijdend voorwerp
4. gezegde

Ik heb liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Ik heb liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin.
Wat is het lijdend voorwerp?

1. liever
2. ijzeren windmolen
3. mijn tuin
4. zo'n ijzeren windmolen

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

1. Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon.
2. Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon.
3. Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon.
4. Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon.

Noem een
persoonlijk voornaamwoord

Ik vraag haar of ze de opdracht nog eens wil uitleggen.
Typ de persoonlijk voornaamwoorden.

Ze vertelt aan mij wat we moeten doen.

Is het jou en je vrienden nu ook duidelijk?

Dan kunnen we aan de slag.

dicteewoord 1

dicteewoord 2

dicteewoord 3

dicteezin 1

dicteezin 2

dicteezin 3

bevrijden (VT - ik)

wuiven (VTT - jullie)

dichten (VT - hij)

mixen (VTT - hij)

roepen (VT - de juf)

afronden (VTT - de les)