1.1 deel 2

VMBO KGT 4
H1.1 Nederland wordt een democratie
Lesdoelen:
In deze les kun je;
- benoemen welke twee soorten burgerrechten Nederlanders na 1848 hadden.
- kun je beschrijven met welke stappen het kiesrecht in Nederland russen 1848 en 1919 werd uitgebreid.




1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

VMBO KGT 4
H1.1 Nederland wordt een democratie
Lesdoelen:
In deze les kun je;
- benoemen welke twee soorten burgerrechten Nederlanders na 1848 hadden.
- kun je beschrijven met welke stappen het kiesrecht in Nederland russen 1848 en 1919 werd uitgebreid.




Slide 1 - Diapositive

Wat is een rechtsstaat?
A
Een staat waarbij iedereen zich aan de wet moet houden
B
Een staat waarbij iedereen rechten heeft

Slide 2 - Quiz

Het parlement bestaat uit:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en staatssecretarissen

Slide 3 - Quiz


Op de munt ontbreekt een deel van de naam van een koning. 
Welke naam ontbreekt? 
A
Willem I, Koning der Nederlanden
B
Willem II, Koning der Nederlanden
C
Willem III, Koning der Nederlanden
D
Geen van de genoemde koningen is juist

Slide 4 - Quiz

Parlement
Kabinet
Koning
Tweede kamer
Eerste kamer
Ministers
Staatssecretarissen
Ministers

Slide 5 - Question de remorquage

VMBO KGT 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Luxemburgse kwestie
De Tweede kamer was boos om de kwestie.
Vraag; Heeft de Tweede kamer invloed over de buitenlandse politiek?
Willem III en ministers: Nee
Tweede kamer: Ja --> ontbond de kamer --> nieuwe verkiezingen, nieuwe kamer heeft hetzelfde standpunt.
--> Willem III gaf toe, geen enkele regering (koning + ministers) blijft aan zonder vertrouwen van de kamer.

Slide 6 - Diapositive

VMBO KGT 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Meer burgerrechten
Liberalen wilden voorkomen dat de overheid te machtig zou worden, zodat het de vrijheden van de burgers kan inperken.
--> Grondrechten: belangrijkste rechten van de burgers. Deze werden opgenomen in de grondwet van 1848.

- Klassieke grondrechten: vrijheid van onderwijs, meningsuiting, godsdienst, drukpers en vereniging en vergadering.
- Sociale grondrechten: Bijv. recht op huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.

--> Nieuw in de grondwet: Tweede kamer, Provinciale Staten en de Gemeenteraad werden rechtstreeks gekozen door het volk.

Slide 7 - Diapositive

Klassiek grondrecht
Sociaal grondrecht
vrijheid van meningsuiting
vrijheid van godsdienst
vrijheid van onderwijs
recht op onderwijs
recht op gezondheidszorg
recht op bestaanszekerheid

Slide 8 - Question de remorquage

Welke grondwet is dit? Noteer ook of het een
klassieke of sociale is.

Slide 9 - Question ouverte

Welke grondwet is dit? Noteer ook of het een klassieke of sociale is.

Slide 10 - Question ouverte

VMBO KGT 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Uitbreiding van het kiesrecht
Rond 1848 mochten alleen de mannen die voldoende belasting betaalden stemmen --> censuskiesrecht.

Liberalen; 'Politiek is alleen voor de verstandige mensen en niet voor de massa'.

Vanaf 1848 werd Nederland een parlementaire democratie;
Een land waarin de regering afhankelijk is van een parlement dat via algemeen kiesrecht werd gekozen.


Slide 11 - Diapositive

VMBO KGT 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Uitbreiding van het kiesrecht
--> Steeds meer liberalen vonden het censuskiesrecht oneerlijk

- Grondwetsherziening van 1887 --> censuskiesrecht verdwijnt.
Stemrecht: mannen die genoeg 'tekenen van geschiktheid' hebben.
--> parlement bepaald wat dit is (Caoutchouc-artikel=oprekbaar zoals rubber).

De arme arbeiders mochten echter nog steeds niet stemmen. De SDAP eiste kiesrecht voor alle mannen. --> 1917 algemeen mannenkiesrecht.
- 1919 algemeen kiesrecht (mannen en vrouwen).




Slide 12 - Diapositive

VMBO KGT 4
1.1 Nederland wordt een democratie
Aan de slag!
- Maak de LessonUp af.
- Lees blz. 14-15 en maak opdr. 6-7-10 en 12 par. 1.1

Slide 13 - Diapositive

Controleert
=
=
Parlement
Regering
1e en 2e kamer
Ministers en staatssecretarissen

Slide 14 - Question de remorquage

Een oude examenvraag.
Hiernaast zie je een tekening van rellen in Amsterdam in 1848.

De gebeurtenis op de tekening leidde tot een politieke verandering in Nederland in 1848.

Welke politieke verandering wordt bedoeld?
A
het afschaffen van de constitutionele monarchie
B
het aftreden van koning Willem II
C
het invoeren van een nieuwe grondwet
D
het oprichten van politieke partijen

Slide 15 - Quiz

1
2
3
a
b
c

Slide 16 - Question de remorquage

Luxemburgse kwestie
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Willem III ontbond 2e kamer
Willem III geeft toe; kabinet wordt ontbonden
Willem III staatshoofd van Lux. 
Willem III overlegt met ministers
Lux. wordt onafhankelijk
Pruisen boos, dreigt met oorlog
2e kamer boos
Ze besluiten Lux. te verkopen aan Fr. 

Slide 17 - Question de remorquage

Gebruik de bron.

In de grafiek is de ontwikkeling te zien van de uitbreiding
van het kiesrecht.
Welke verandering van het kiesrecht is te zien tussen 1880 en 1890?
A
de invoering van directe verkiezingen
B
de invoering van het caoutchoucartikel
C
de invoering van het censuskiesrecht
D
de invoering van indirecte verkiezingen

Slide 18 - Quiz