6.3 online

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.3 Kunst en wetenschap
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tijd van Regenten en Vorsten 
6.3 Kunst en wetenschap

Slide 1 - Diapositive

kenmerkende aspecten
tijdvak 6
23. Het streven naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats van de Republiek in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie

welke woorden ken je niet?
Welke KA's passen bij deze paragraaf?

Slide 2 - Diapositive

kenmerkende aspecten
tijdvak 6
23. Het streven naar absolute macht.
24. De bijzondere plaats van de Republiek in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
26. De wetenschappelijke revolutie

welke woorden ken je niet?

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel in vraagvorm:
Samengevat antwoord op leerdoelvraag:
wie 

wat 

waar

wanneer

waarom

hoe
Verzamelde informatie:
Aan de slag met samenvatten van grote stukken tekst.

Handige methode om iets samen te vatten: De Cornellmethode

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel in vraagvorm:
Samengevat antwoord op leerdoelvraag:
wie 

wat 

waar

wanneer

waarom

hoe
Verzamelde informatie:

Slide 5 - Diapositive

leerdoelen
1. Je kunt uitleggen dat de wetenschappelijke revolutie een voortzetting was van de kritische manier van denken van het humanisme.

2. Je kunt met een voorbeeld duidelijk maken hoe de wetenschappelijke kennis werd uitgebreid.

3. Je kunt beschrijven hoe de overheid wetenschappelijk onderzoek bevorderde.

4. Je kent overeenkomsten en verschillen tussen de aard en de functie van beeldende kunst in de Republiek en Frankrijk

Vertel maar

Slide 6 - Diapositive

K.A. 23
K.A. 24
K.A. 25
K.A. 26
Realisme
De staat, dat ben ik
Stapelmarkt
Absolutisme
VOC
Rationalisme
Droit divin
Regenten
Moeder-negotie
JvO
Observeren
Rampjaar
Monopolie

Slide 7 - Question de remorquage

Rembrand
Johan de witt
Antoni van Leeuwenhoek
Maurits van Oranje
Michiel de Ruyter
Raadpensionaris. Werd door het volk vermoord tijdens het Rampjaar 1672. 

Ontdekker van de microwereld



Schilder van de Nachtwacht
Zoon van Willem van Oranje en stadhouder. Won de ruzie met Van Oldenbarnevelt.

Leider van de vloot van de Republiek. Versloeg meermaals de Engelse vloot.

Slide 8 - Question de remorquage

Spinoza 
Johan de Witt
Jan Adriaanszoon Leeghwater 
Maurits van Oranje
Michiel de Ruyter
Filosoof, afkomstig uit een uit Portugal gevluchte joodse familie.
Raadpensionaris. Werd door het volk vermoord tijdens het Rampjaar 1672.
Waterbouwkundige. Onder zijn leiding werd in 1612 de Beemster met molens drooggemalen.


Schreef onder meer boeken over tolerantie, redelijkheid en godsdienst.
Zoon van Willem van Oranje en stadhouder. Won de ruzie met Van Oldenbarnevelt.
Leider van de vloot van de Republiek. Versloeg meermaals de Engelse vloot.

Slide 9 - Question de remorquage

Wat veranderde er in de manier waarop wetenschappers verschijnselen proberen te verklaren t.o.v. eerder.
De geograaf
De geograaf, in 1669 geschilderd door Johannes Vermeer
antwoord
In de Middeleeuwen werden vooral oude opvattingen overgenomen en de grenzen van het weten werden bepaald door geloof en Kerk. Tijdens de wetenschappelijke revolutie trokken de wetenschappers de conclusies van vroeger in twijfel en gingen zelf verder met denken en combineren op een meer rationalistische manier. Bovendien gingen ze veel meer uit van waarnemingen en experimenten. Daarmee legden ze een betere basis voor de kennis.

Slide 10 - Diapositive

Bedenk een mogelijke reden waarom er regelmatig spanning was tussen wetenschap en geloof. Je mag daarbij ook voorbeeld noemen.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

Noem een overeenkomst en verschil tussen de aard en functie van beeldende kunst in de Republiek en Frankrijk.

Slide 13 - Question ouverte

leerdoelen
1. Je kunt uitleggen dat de wetenschappelijke revolutie een voortzetting was van de kritische manier van denken van het humanisme.

2. Je kunt met een voorbeeld duidelijk maken hoe de wetenschappelijke kennis werd uitgebreid.

3. Je kunt beschrijven hoe de overheid wetenschappelijk onderzoek bevorderde.

4. Je kent overeenkomsten en verschillen tussen de aard en de functie van beeldende kunst in de Republiek en Frankrijk

Vertel maar

Slide 14 - Diapositive

Tijd over?
Zomaar een examenvraag uit eerdere jaren.

Eens kijken hoe dat gaat.

PS. Die kun je ook zelf oefenen op feniks-online

Slide 15 - Diapositive

Chirurgijnsgilde
Rembrandt schilderde in 1632 leden van het Amsterdamse chirurgijnsgilde die aandachtig de uitleg van de beroemde dokter Nicolaes Tulp volgden.
Toon met bronelementen aan dat het schilderij van Rembrandt twee verschillende onderdelen van  kenmerkend aspect 24 van de zeventiende eeuw illustreert. 

Slide 16 - Diapositive

antwoord
Kenmerkend aspect 24, ‘De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.’ (1p)
Cultureel: Het schilderij illustreert de wetenschappelijke interesse. De erkenning van anatomisch onderzoek ten behoeve van de medische wetenschap wordt ermee geïllustreerd. Daartoe is een grote mate van tolerantie nodig door overheid en kerk. Er werden bijzonder veel schilderijen geschilderd. (1p)
Economisch: Het schilderij toont ook aan dat de artsen zo rijk waren dat ze zich konden laten schilderen. Die schilderijen werden door de welvarende groep artsen besteld. (1p)

Slide 17 - Diapositive

aan de slag
Maak de zelftoets bij feniks-online van tijdvak 6

Slide 18 - Diapositive

exitticket
.
Exit-ticket
Landschappen
stadsgezichten
stillevens
historiestukken
(groeps)portretten
Bekijk bron 1, 2, 4, 10, 13, 16 en 19. Geef van ieder schilderij aan bij welk genre het hoort EN leg uit waarom religieuze schilderijen ontbreken.

Slide 19 - Diapositive