politiek oefenen 2

politiek t/m 17
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

politiek t/m 17

Slide 1 - Diapositive

De zwevende kiezer...
A
... maakt op het laatste moment een keuze
B
... is geen lid van een politieke partij
C
... zit in het politieke midden
D
... kiest altijd voor een linkse partij

Slide 2 - Quiz

Eens in de 4 jaar mogen we ook stemmen op de provinciale staten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Wat zijn peilingen?
A
Verkiezings onderzoeken
B
Peilingen meten de kwaliteit van een regering

Slide 4 - Quiz

Wat is een lijsttrekker?
A
De baas van een politieke partij
B
Iemand die lijsten van de muur trekt
C
De kandidaat van een partij om minister president te worden
D
Het belangrijkste gezicht van de partij tijdens verkiezingen

Slide 5 - Quiz

Na de verkiezingen van de Tweede Kamer begint de kabinetsformatie. Het kabinetsbeleid dat na kabinetsformatie ontstaat, is het resultaat van
A
Het overnemen van het verkiezingsprogramma van de partij die de meeste stemmen heeft gekregen.
B
Het sluiten van compromissen tussen de partijen die het kabinet gaan vormen.
C
Overleg tussen alle politieke partijen in de Tweede Kamer.
D
Overleg tussen de koning en de fractieleiders van de partijen die het kabinet gaan vormen.

Slide 6 - Quiz


Wat is oppositie?
A
Overzicht van de regeringsplannen
B
De partijen in de Tweede Kamer die niet in de regering zitten
C
Een plan om een maatschappelijk probleem op te lossen
D
De ministers en staatssecretarissen

Slide 7 - Quiz

Wat is een coalitie?
Wat is een coalitie?
A
Samenwerking met de grootste partijen
B
Samenwerking van partijen die de meerderheid hebben
C
Samenwerking van partijen die de minderheid hebben
D
Samenwerking met alle politieke leiders

Slide 8 - Quiz

evenredige vertegenwoordiging
A
coalitievorming nodig
B
geen coalitie nodig, want al meerderheid

Slide 9 - Quiz

Nederland heeft het stelsel van evenredige vertegenwoordiging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Welk kiesstelsel pas bij Amerika?
Welk kiesstelsel past bij Amerika?
A
Evenredige vertegenwoordiging
B
Meerderheidsstelsel

Slide 11 - Quiz

'De winnaar krijgt alles'
Waar past dit bij?
A
evenredige vertegenwoordiging
B
meerderheidsstelsel

Slide 12 - Quiz

Wat is een fractie?
A
Iemand die werkt in de politiek
B
Politieke partijen die met andere partijen een kabinet heeft gevormd
C
Recht om je te laten kiezen
D
Leden van één politieke partij in de Tweede Kamer

Slide 13 - Quiz

Wat is het recht van initiatief?
A
Het parlement (Eerste en Tweede Kamer samen) mag wetsvoorstellen aanpassen.
B
Het parlement mag op initiatief van het kabinet regeren.
C
Het kabinet mag op initiatief van de Tweede Kamer regeren.
D
De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen indienen. De Eerste Kamer mag dit niet.

Slide 14 - Quiz

Recht van initiatief heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers

Slide 15 - Quiz

Geef bij ieder recht aan of deze bij de (mede)wetgevende taak of controlerende taak hoort.
(Mede)wetgevende taak
Controlerende taak
Vragenrecht
Stemrecht
Recht van motie
Recht van enquête
Recht van amendement
Recht van interpellatie
Recht van initiatief

Slide 16 - Question de remorquage

Met een wetsvoorstel kan een wet worden gemaakt of aangepast.

Wie mag er een wetsvoorstel doen?
A
De ministers en de Tweede kamer
B
De rechters
C
De politie
D
Iedereen die ouder is dan 18 jaar.

Slide 17 - Quiz

Wie stemt er over een wetsvoorstel?
A
Koning
B
Minister
C
Tweede Kamer + Eerste Kamer
D
Alleen eerste kamer

Slide 18 - Quiz