thema 4 evolutie B1 2024

evolutie
B 1 ontwikkeling van het leven
1 / 56
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 56 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

evolutie
B 1 ontwikkeling van het leven

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij evolutie?

Slide 2 - Carte mentale

leerdoelen
- Je weet uit welke periode de eerste levende organismen op aarde stammen.
- Je kunt het ontstaan van prokaryoten en eukaryoten beschrijven.
- Je kunt het ordeningssysteem van organismen beschrijven en toepassen. 

Slide 3 - Diapositive

Geschiedenis van het leven op aarde

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Geologische tijdschaal
Wetenschappers
hebben onderzoek
gedaan naar de
geschiedenis van het
leven op aarde. 

De geschiedenis van het leven
op aarde is verdeeld in tijdperken.
 
Een tijdperk is een lange periode
waarin veel gebeurd is. 

Slide 8 - Diapositive

Geschiedenis van het leven
Geologische tijdschaal
Binas 94A

Slide 9 - Diapositive

In den beginne...
  • Aarde 4,6 miljard jaar oud, geen leven mogelijk door hoge temperatuur en meteoriet inslagen
  • 3,8 miljard jaar geleden eerste eenvoudige vormen van leven (eencelligen)

Slide 10 - Diapositive

In den beginne.. (2)
- 670 miljoen jaar geleden : eerste meercelligen
- 400 miljoen jaar geleden: eerste landplanten
- 350 miljoen jaar geleden: eerste gewervelden
- 65 miljoen jaar geleden: eerste zoogdieren en vogels
- 5 miljoen jaar geleden: eerste mensachtigen

Slide 11 - Diapositive

Geschiedenis van 
het leven op aarde

Slide 12 - Diapositive

Ontstaan van organische stoffen

Slide 13 - Diapositive

T1: oeratmosfeer
3,8 miljard jaar geleden
mengsel van stikstofgas, waterdamp, co, co2, waterstofgas, ...
+bliksem
+ UV-straling
N2
CO2
O2
Zo ontstonden de eerste organische stoffen

Slide 14 - Diapositive

De oeratmosfeer bestond uit een mengsel van stikstofgas, waterdamp, koolmonoxide, koolstofdioxide, waterstofgas, ammoniak, methaan en waterstofsulfide
Hieruit ontstonden de organische stoffen: én C, én H, én O.
De eerste organismen waren anaeroob: geen zuurstof.
Ook waren ze heterotroof: haalden energie uit opgenomen organische stoffen door ze af te breken.

Slide 15 - Diapositive

organisch en anorganisch

Slide 16 - Diapositive

organisch <-> anorganisch
Anorganische stoffen zijn:
  • klein en eenvoudig gebouwd
  • bestaan maar uit een paar atoomsoorten
  • belangrijkste voorbeelden: O2, CO2, H2O, NO3-, N2 etc

Organische stoffen zijn:
  • ingewikkelder van bouw
  • bestaan ten miste uit C, H en O atomen (vaak N en/of P en soms S en andere soorten)
  • zijn door organismen geproduceerd 
  • belangrijkse voorbeelden: glucose, zetmeel, aminozuren, eiwitten, DNA/RNA, chlorofyl

Slide 17 - Diapositive

1951 Miller-Urey

Slide 18 - Diapositive

Resultaten
Aminozuren na 'bliksem'

chemische evolutie mogelijk!
vervolg-hypothese
door chemische reacties ontstond een oersoep waaruit leven ontstond.
t

Slide 19 - Diapositive

Uit het Miller-Urey experiment bleek dat organische moleculen konden ontstaan uit anorganische onder toevoeging van:
A
zuurstof
B
vuur
C
bliksem
D
water

Slide 20 - Quiz

Maak opdracht 2 op blz 13!

Slide 21 - Diapositive

ontstaan van levende cellen

Slide 22 - Diapositive

Oersoep
  • De eerste organische stoffen kwamen in de oerzeeën terecht. 
  • Door verdamping vond indikking plaats, waardoor een organische oersoep ontstond.
  • Kleine organische moleculen komen samen en vormen grotere moleculen
  • de eerste cellen ontstonden door zelforganisatie

Slide 23 - Diapositive

 zelforganisatie
Eenheden uit een bepaald organisatieniveau (toevallig) samenkomen en daardoor nieuwe eigenschappen krijgen op een hoger organisatieniveau

Voorbeelden
  • Organische moleculen uit de oersoep vormen gezamenlijk de eerste oercellen
  • Celdifferentiatie
  • apoptose

Slide 24 - Diapositive

- de oudste fossielen zijn 3,5 miljard jaar oud.
- alle gevonden fossielen ouder dan 1,4 miljard zijn van prokaryoten
- De eerste prokaryoten waren anaeroob en heterotroof! 

Slide 25 - Diapositive

 prokaryoot <-> eukaryoot
prokaryoot
  • Organismen zonder een echte celkern in de cellen
  • Altijd eencellig
  • Domeinen: bacteriën en archaea

eurkaryoot
  • Organismen met echte celkernen in de cellen
  • Vaak meercellig maar kunnen ook eencellig zijn
  • Domein: eukyaroten (rijken: schimmels, planten en dieren)

Slide 26 - Diapositive

Vind de autotrofe organismen in bovenstaand voedselweb

Slide 27 - Diapositive

 autotroof <-> heterotroof
autotroof
  • Organismen produceren voor hun eigen organische stoffen
  • Nemen alleen anorganische stoffen uit hun omgeving op
  • Fotoautotroof (energie uit licht), chemo-autotroof (energie uit chemische processen)

heterotroof
  • Organismen produceren eigen organischce stoffen uit andere organische stoffen
  • Nemen ook organische stoffen op uit omgeving want zijn daarvan afhankelijk
  • Domein: eukyaroten (rijken: schimmels, planten en dieren)

Slide 28 - Diapositive

Zuurstofrevolutie
  • 2,8 miljard jaar geleden eerste autotrofe organismen: de cyanobacteriën!
  • 2 miljard jaar geleden atmosfeer zuurstofrijk
  • Eerste aerobe organismen ontstaan
  • 1,5 miljard jaar geleden eerste eukaryote cellen

Slide 29 - Diapositive

Maak opdracht 6, 8, 9 op blz 14

Slide 30 - Diapositive

Ontstaan van eukaryoten

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Lien

Zet de stappen van de endosymbiose theorie in de juiste volgorde.
Prokarypten nemen zuurstof gebruikende bacteriën op. 
Prokarypten nemen foto-autotrofe bacteriën op. 
Er ontstaan verschillende typen prokaryoten.
Er ontstaan mitochondriën en chloroplasten

Slide 34 - Question de remorquage

Wat zijn argumenten voor de endosymbiose theorie? meerdere antw mogelijk
A
Mitochondriën en chloroplasten hebben eigen DNA
B
Mitochondriën en chloroplasten delen zoals bacteriën.
C
Mitochondriën en chloroplasten hebben bacterieel DNA
D
Mitochondriën en chloroplasten delen niet.

Slide 35 - Quiz

Endosymbiose zorgden voor ontstaan
chloroplasten en mitochondriën,
maar ook celkern en ER

Slide 36 - Diapositive

Maak opdracht 10 tm 14

Slide 37 - Diapositive

Indeling in domeinen

Slide 38 - Diapositive

Biologen delen organismen in op grond van GEMEENSCHAPPELIJKE KENMERKEN.

Slide 39 - Diapositive

DOMEINEN

Slide 40 - Diapositive

Welke 3 domeinen onderscheiden we in de huidige classificatie?
A
Bacteriën, dieren en planten
B
Archaea, prokaryoten en Bacteriën
C
Archaea, eukaryoten en Bacteriën
D
Planten, Dieren en schimmels

Slide 41 - Quiz

Welke conclusie kan je trekken uit de figuur?
A
Archaea en bacteriën zijn meer aan elkaar verwant dan archaea en eukaryoten
B
Archaea en eukaryoten zijn meer aan elkaar verwant dan eukaryoten en bacteriën
C
Archaea en bacteriën zijn meer aan elkaar verwant dan archaea en eukaryoten

Slide 42 - Quiz

Prokaryoten zijn cellen met meerdere celorganellen zoals een kern en mitochondria
A
eens
B
oneens

Slide 43 - Quiz

Prokaryoten

Slide 44 - Diapositive

Voorbeelden van prokaryoten zijn:
A
vogels
B
bacteriën
C
planten
D
de mens

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Diapositive

Archaea
  • Lijken aan de buitenkant op bacteriën, binnenkant meer op eukaryoten
  • Leven vaak op extreme plekken (bv zure maag of hete bronnen)

Slide 47 - Diapositive

eukaryoten

Slide 48 - Diapositive

De mens is een eukaryote organisme
A
eens
B
oneens

Slide 49 - Quiz

BS1: Welk celtype hoort bij welk domein/rijk?
prokaryota
funghi 
(schimmels)
animalia
(dieren)
plantae
(planten)

Slide 50 - Question de remorquage

Taxonomie
de taxonomie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [tɑksono'mi] Verbuigingen: taxonomie|ën (meerv.) hiërarchisch ingedeelde ordening Voorbeelden: `een taxonomie van planten`, `een taxonomie van dieren` 
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/taxonomie

Slide 51 - Diapositive

taxonomie (indelingsbiologie)
taxon (mv taxa)
indelingsrang

binaire naamgeving
Genusnaam soortnaam
vb Canis lupus (wolf)

genusnaam met hoofdletter
soortaanduiding met kleine letter

Er is sprake van verwantschap bij zelfde Genusnaam

Slide 52 - Diapositive

BS1: Zet de taxa in de juiste volgorde. Boven in de grootste en onderin de kleinste.
soort (species)
ondersoort (ras)
geslacht (genus)
familie
orde
klasse
stam
rijk
domein

Slide 53 - Question de remorquage

Maak de opdrachten 15- 16- 18 - 19 - 20 -21

Slide 54 - Diapositive

leerdoelen
- Je weet uit welke periode de eerste levende organismen op aarde stammen.
- Je kunt het ontstaan van prokaryoten en eukaryoten beschrijven.
- Je kunt het ordeningssysteem van organismen beschrijven en toepassen. 

Slide 55 - Diapositive

Vragen?
vragen?

Slide 56 - Diapositive