les 47, 48 en 49

Welkom klas mavo 1C
Pak erbij: Laptop en log in op LessonUp
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas mavo 1C
Pak erbij: Laptop en log in op LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Aan de slag met voorzetsel, persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord (les 47, 48 en 49)

Slide 2 - Diapositive

Schrijf alle voorzetsels op uit de zin:
"Bij de verkeerscontrole zijn twaalf mensen opgepakt vanwege dronkenschap."
timer
0:30

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf alle voorzetsels op uit de zin:
"Voor de kust van Amerika is door wetenschappers een bijzondere groep walvissen gesignaleerd."
timer
0:30

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf alle voorzetsels op uit de zin:
"De sportvisser voer met het grootste gemak met zijn Zodiac de Noordzee op."
timer
0:30

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf alle voorzetsels op uit de zin:
"Sinds ik geabonneerd ben op Netflix, doe ik aan bingewatchen."
timer
0:30

Slide 6 - Question ouverte

Voorzetsels

Slide 7 - Carte mentale

Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel: 
houden van
lijken op
Hier gaan de volgende vragen over. 

Slide 8 - Diapositive

Schrijf op welk voorzetsel hoort bij het werkwoord 'abonneren'
timer
0:30

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf op welk voorzetsel hoort bij het werkwoord 'zich ergeren'
timer
0:30

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf op welk voorzetsel hoort bij het werkwoord 'schrikken'
timer
0:30

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf op welk voorzetsel hoort bij het werkwoord 'twijfelen'
timer
0:30

Slide 12 - Question ouverte

Door met de persoonlijk voornaamwoorden

Slide 13 - Diapositive

Geef het persoonlijk voornaamwoord in de zin:
"Is dit glas van haar?"
timer
0:30

Slide 14 - Question ouverte

Geef alle persoonlijk voornaamwoorden in de zin:
"Hij schrok toen ik het liet vallen?"
timer
0:30

Slide 15 - Question ouverte

Geef alle persoonlijk voornaamwoorden in de zin:
"Zij kijkt uit naar de nieuwe film van Wes Anderson?"
timer
0:30

Slide 16 - Question ouverte

Geef alle persoonlijk voornaamwoorden in de zin:

"Hij gaf hun het boek, maar het was eigenlijk niet van hen?"
timer
0:30

Slide 17 - Question ouverte

Maak een zin met minstens drie persoonlijk voornaamwoorden erin.
timer
1:00

Slide 18 - Question ouverte

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in in:
"... gaat vandaag met de bus naar school, omdat zijn fietsband lek is."
timer
0:30

Slide 19 - Question ouverte

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in in:
"Donnie, waar heb ... mijn boek neergelegd? ... ligt niet op de keukentafel."
timer
0:30

Slide 20 - Question ouverte

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in in:
"Meneer, we zijn verdwaald. Kunt ... uitleggen hoe we bij het station moeten komen?"
timer
0:30

Slide 21 - Question ouverte

Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in in:
"Joris is altijd vrolijk. ... ken niemand die zo blij is als ... "
timer
0:30

Slide 22 - Question ouverte

Door met de bezittelijk voornaamwoorden

Slide 23 - Diapositive

Schrijf de bezittelijk voornaamwoorden op in:
"Ik had al voorspeld dat jouw plan zou mislukken."
timer
0:30

Slide 24 - Question ouverte

Schrijf de bezittelijk voornaamwoorden op in:

"Er wordt hier veel gestolen, heb je je fiets wel op slot gezet? ."
timer
0:30

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf de bezittelijk voornaamwoorden op in:

"Is dat uw Mercedes die dwars op straat staat?"
timer
0:30

Slide 26 - Question ouverte

Schrijf de bezittelijk voornaamwoorden op in:

"We hebben allemaal ons best gedaan."
timer
0:30

Slide 27 - Question ouverte

Schrijf zelf een zin met minstens twee bezittelijk voornaamwoorden op.
timer
1:00

Slide 28 - Question ouverte

Schrijf zelf een zin met het bezittelijk voornaamwoord 'mijn' en het persoonlijk voornaamwoord 'zij'.
timer
1:00

Slide 29 - Question ouverte

Maak een zin met 'ons' als persoonlijk voornaamwoord
timer
1:00

Slide 30 - Question ouverte

Maak een zin met 'u' als persoonlijk voornaamwoord
timer
1:00

Slide 31 - Question ouverte

Maak een zin met 'hem' als persoonlijk voornaamwoord.
timer
1:00

Slide 32 - Question ouverte

Nu weet je hoe je een voorzetsel, persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord herkent; 
en kun je ze ook zelf schrijven.  

Slide 33 - Diapositive

Fijne vakantie!
Op 8 februari neem je mee naar de les: 
laptop, kern, leesboek, schrift en pen.

Slide 34 - Diapositive