Carnavalsquiz

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom DHV3!
Deze les:
Lezen
Terugblik: spelling
Carnavalsquiz



Slide 2 - Diapositive

Lezen
Ga een 15 minuten voor jezelf in stilte lezen.
Boek niet mee = spullen vergeten in Magister!




timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

Terugblik: spelling
Wanneer schrijf je een tussen -n en een tussen -s?

Pak je schrift en een pen.

Slide 4 - Diapositive

Zelfstandige opdracht
1. kat + bak = ...
2. bloed + omloop = ...
3. gedachte + gang = ...
4. bakker + zaak = ...
5. benzine + pomp = ...
6. hoop + loos = ...

timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Zelfstandige opdracht
1. kat + bak = kattenbak (meervoud op -n)

2. bloed + omloop = bloedsomloop (want je hoort hem)

3. gedachte + gang = gedachtegang (meervoud op -n EN -s)

4. bakker + zaak = bakkerszaak (want bakkershuis)

5. benzine + pomp = bezinepomp (één meervoud ( net als: rijstepap))

6. hoop + loos = hopeloos (eindigt op -loos)

Slide 6 - Diapositive

Carnavalsquiz
Wat weet jij van carnaval?

Slide 7 - Diapositive

Vier je zelf ook carnaval?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Van welke samenstelling komt het woord carnaval?

A
vlees
B
karren
C
nevel
D
vaarwel

Slide 9 - Quiz

Welk getal heeft met carnaval te maken?
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 10 - Quiz

Waar wordt carnaval het grootst en meest gevierd?
A
Noord- en Zuid-Holland
B
Friesland
C
Brabant
D
Limburg

Slide 11 - Quiz

Hoe lang wordt carnaval daar gevierd?
A
2 dagen
B
3 dagen
C
4 dagen
D
5 dagen

Slide 12 - Quiz

Welke kleur hoort NIET bij carnaval?
A
groen
B
geel
C
rood
D
wit

Slide 13 - Quiz

In welk land wordt carnaval ook groots gevierd? (denk wereldwijd)

Slide 14 - Question ouverte

Wanneer is carnaval ontstaan?
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18 eeuw
D
19 eeuw

Slide 15 - Quiz

Wat is de gedachte achter het verkleden?
A
lekker gek doen
B
iedereen is gelijk
C
je anders mogen kleden dan normaal
D
laten zien wat mode is

Slide 16 - Quiz

In welke stad verkleden de mensen zich allemaal hetzelfde?
A
Eindhoven
B
Breda
C
Tilburg
D
Den Bosch

Slide 17 - Quiz

Welk dier is het symbool voor Bossche carnaval?
A
Varken
B
Eend
C
Kikker
D
Gans

Slide 18 - Quiz

Wat is de bekendste carnavalskreet in Nederland?
(dit zeggen we in plaats van proost)

Slide 19 - Question ouverte

Hoe goed zijn jullie met carnavalsliedjes?

Slide 20 - Diapositive

Noem de titel van het liedje.

Slide 21 - Question ouverte

Welke artiest heeft veel carnvalsnummers gemaakt en is ook bekend in heel Nederland?

Slide 22 - Question ouverte

Noem de titel van het liedje.
ps. wie moeten er gevangen worden?

Slide 23 - Question ouverte

Een ander bekend nummer gaat over Ferry. Wat voor dier is Ferry denk je?
A
Ferry de badeend
B
Ferry de roze flamingo
C
Ferry de kikker
D
Ferry de koe

Slide 24 - Quiz

Fijne carnavalsvakantie!
Ik zie jullie 8 april weer!

Slide 25 - Diapositive