Thema Grieken en Romeinen - Blok 4 Recreatie en toerisme

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Blok 4 - Recreatie en toerisme 

Planning van deze les

1. Terugblik vorige les
2. Wat moet je kennen/kunnen?

3. Herhalen theorie hoofdstuk + oefenen
4. Maken oefentoets (voorbereiden SO)

Wat moet je kennen/kunnen?

1. uitleggen waarom mensen nu meer vrije tijd hebben dan vroeger.
   
2. uitleggen waarom mensen meer geld besteden aan recreatie en toerisme dan vroeger.
   
3. uitleggen wat het verschil is tussen recreatie en toerisme.
   
4. voorbeelden van verschillende soorten accommodaties en attracties noemen.
   
5. vertellen welke toeristen gebruikmaken van welke accommodaties en attracties.
   
6. voorbeelden noemen van soorten vakanties.
   
7. voordelen noemen van toerisme.
   
8. nadelen noemen van massatoerisme.

Vrije tijd 

=De tijd die je overhoudt naast alles wat je moet doen (werk, school, huishouden, zorg)

Tegenwoordig meer vrijetijd dan vroeger:

Vroeger werkten mensen gem. 50 uur per week

tegenwoordig werken we gem. 28 uur per week 

Belangrijke reden --> Veel werk is overgenomen door machines, computers en andere apparaten. 

Recht op vakantie

Volgens de wet heeft iedereen recht op 4 weken vakantie per jaar, Kinderen op school 12 weken!

Wat is een belangrijke reden dat mensen nu meer vrije tijd hebben dan vroeger?

Recreatie 

In hun vrije tijd doen mensen aan recreatie = alles wat je voor je plezier doet om je te ontspannen. 

Mensen hebben meer geld dan vroeger, er wordt dus meer uitgegeven aan recreatie.

Toerisme 

Toerisme is ook een vorm van recreatie. Toerisme is het reizen naar een plaats buiten je eigen omgeving. Omdat mensen meer vrije tijd hebben, reizen ze vaker en verder. Meestal blijven mensen daar dan ook overnachten.

Wat is het verschil tussen recreatie en toerisme?

Toerisme in NL

Accommodaties=  Een voorziening waar je kunt overnachten als je op vakantie bent, bijvoorbeeld een camping of een hotel.

Attracties= Plaats waar mensen naartoe gaan om iets te beleven in hun vrije tijd, zoals musea, dierentuinen en pretparken. 

Nederlanders op vakantie in NL gaan vaak de natuur/rust opzoeken, buitenlandse toeristen gaan vaak op de steden en musea af. 

Noem 3 voorbeelden van attracties

Noem 2 voorbeelden van accommodaties

Op vakantie 

Lange en korte vakantie:

• Meer dan 4 dagen is een lange vakantie
  
  

Actieve, passieve of een cultuur -vakantie:

• Actief: mensen gaan dingen doen: ze gaan wandelen of fietsen.
• Passief: mensen gaan vooral op reis om te luieren en uit te rusten, relaxen. 
• Cultuur: mensen bezoeken steden, monumenten en musea.

Een combinatie kan ook!

Welke activiteit hoort NIET bij een actieve vakantie?

1. Mountainbiken in de bossen
2. Snowboarden in de bergen
3. Op het terras zitten in de stad
4. Kanoën in de Ardennen

Wat past bij een passieve vakantie?

1. Wielrennen
2. Bergbeklimmen
3. Snowboarden
4. Aan het strand liggen

Is dit een passieve of actieve vakantie?

1. Passief
2. Actief

Is dit een passieve of actieve vakantie?

1. Passief
2. Actief

Massatoerisme 

=Als veel toeristen tegelijk naar hetzelfde gebied gaan. In gebieden met massatoerisme is het erg druk en vol.

Voordelen toerisme:

Levert veel geld op

Zorgt voor werk

Nadelen toerisme:

veel transport van/naar bestemming kan slecht zijn voor het milieu. Ook het bouwen van hotels e.d. kan ten koste gaan van de natuur.

Verjagen oorspronkelijke bewoners/dieren.

Wat zijn de belangrijkste voordelen van toerisme?

1. Het wordt gezellig druk in de plaatsen langs de kust
2. De mensen leren daardoor andere culturen kennen
3. Het levert werk en geld op
4. Het zorgt voor goede vriendschappen tussen landen

Wat zijn nadelen van massatoerisme?

Maak zelfstandig de oefentoets

Gebruik de oefentoets om te leren voor het SO van volgende week. Ben je klaar? Lever je blad in bij mw. Haaker.