Basisstof 2: Voedingsstoffen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Thema 2: Voedingsmiddelen

Basisstof 2: Voedingsstoffen

Planning

Opr. 1, 2 en 3 bespreken blz. 82

Lesdoelen

Uitleg thema 2, basisstof 2

Aan de slag!  

Leerdoelen

• Je kunt zes groepen voedingstoffen noemen met hun functies en kenmerken

Opdr. bespreken

Welke voedingsstoffen ken je?

Voedingsstoffen

Een voedingsstof is een nuttige stof in een voedingsmiddel. Elk heeft 1 of meer functies zoals brandstof of bouwstof.

Er zijn 6 groepen voedingsstoffen:

• koolhydraten
• eiwitten
• vetten
• vitamine
• mineralen
• water

Koolhydraten - Brandstof en reservestof (suikers, zetmeel, glycogeen)

Koolhydraten - Brandstof en reservestof (suikers, zetmeel, glycogeen)
Eiwitten - Bouwstof en brandstof (nodig voor spieren en vorming celplasma)
vetten - Brandstof, bouwstof en reservestof

Koolhydraten - Brandstof en reservestof (suikers, zetmeel, glycogeen)
Eiwitten - Bouwstof en brandstof (nodig voor spieren en vorming celplasma)

Koolhydraten - Brandstof en reservestof (suikers, zetmeel, glycogeen)
Eiwitten - Bouwstof en brandstof (nodig voor spieren en vorming celplasma)
vetten - Brandstof, bouwstof en reservestof

Supplementen

Eiwit shakes voor, creatinine shakes, vitamines suplementen

Vitamine - Beschermende stof en bouwstof (
Mineralen - Bouwstof en beschermende stof (zouten, calcium, magnesium, ijzer)
Water - Bouwstof (Belangrijke bouwstof -> stoffen vervoeren door je lichaam)

Welke mineraal heb je nodig voor je botten en tanden en in welk soort voedingsmiddel zit dit mineraal?

Welke mineraal heb je nodig voor je botten en tanden en in welk soort voedingsmiddel zit dit mineraal?

Practicum 1 blz. 75

Wat?  Practicum 1 maken, onderzoek naar voedingsstoffen in bepaalde voedingsmiddelen.

Hoe?  Je hebt 3 verschillende verpakkingen van voedingsmiddelen nodig.

Lees op de verpakking de etiketten en vul het tabel "wat neem je waar?" in.

Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.

Tijd?  10 minuten

Uitkomst, wat doen we ermee? We bespreken de uitkomsten klassikaal

Klaar? Maak het huiswerk vragen 2-3-4-5-6, online test-je-zelf 2.2

               

Aan de slag! Thema 2.2

Wat?  Lezen va blz. 88 Maken: 1-2-4-5-6-7-8-9

Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.

Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.

Tijd?  Tot het einde van de les.

Uitkomst, wat doen we ermee? Aan het einde van de les bespreken we klassikaal de vragen. Ik geef random de beurt aan iemand

Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 2.2.