DISK thema 20 - les 6

Thema 20 - Straatcultuur
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema 20 - Straatcultuur

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Doel
- Je kunt de 40 nieuwe woorden van thema 20 gebruiken. 
- Je begrijpt 10 nieuwe woorden.

Slide 3 - Diapositive

Kijk na
  • Kijk samen met je buur jouw zinnen en betekenis na.
  • Bespreek samen of je zin goed is en of jullie dezelfde betekenis hebben. 
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

10 nieuwe woorden
  • Doe je ipad dicht.
  • Pak je map of schrift.
  • Schrijf de 10 nieuwe woorden op.
  • Schrijf ook het meervoud op.

Slide 5 - Diapositive

straffen
Een maatregel omdat je iets deed wat niet mocht.
Straf krijgen noem je straffen.

ik straf
jij straft
wij straffen

wij straften
wij hebben gestraft (iemand straf geven
Wij zijn gestraft (straf krijgen)

Slide 6 - Diapositive

tevreden
Een fijn gevoel, wanneer iets goed gelukt is. 

Slide 7 - Diapositive

toch
Een woord wat je gebruikt om iets zeker te weten.

Slide 8 - Diapositive

de troep
Rommel of viezigheid.

Slide 9 - Diapositive

vallen
Iets wat naar beneden beweegt.

ik val
jij valt
wij vallen

wij vielen
wij zijn gevallen

Slide 10 - Diapositive

veroordelen
Bewijzen dat iemand iets gedaan heeft wat niet mag. 

ik veroordeel
jij veroordeelt
wij veroordelen

wij veroordeelden
wij hebben veroordeeld

Slide 11 - Diapositive

veroorzaken
Als je iets doet waardoor ook weer iets anders gebeurd.

ik veroorzaak
jij veroorzaakt
wij veroorzaken

wij veroorzaakten
wij hebben veroorzaakt

Slide 12 - Diapositive

het vooroordeel
Een mening over een groep mensen die niet altijd waar is.

m.v. = de vooroordelen

Bijv. "Alle oude mensen zijn doof." 

Slide 13 - Diapositive

het winkelcentrum
Een plek met allemaal winkels bij elkaar.

m.v. = de winkelcentra

Slide 14 - Diapositive

zuinig
Als je niet zo veel geld uit wilt geven.

Bijv. naamwoord = zuinige

Slide 15 - Diapositive

Aan het werk
Je krijgt nu 15 minuten de tijd om bij de 10 woorden de betekenis en een voorbeeldzin te maken.
Je mag samenwerken.
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Aan het werk
  • Pak je map met de 25 woorden waar je zinnen mee gemaakt hebt.
  • Pak een laptop en open SharePoint via office.com.
  • Open het bestand "Woorden thema 20" 

Slide 17 - Diapositive

Aan het werk
  • Je krijgt van je docent een woord. 
  • Zoek het woord op in je map.
  • Vul de betekenis, het meervoud of de vervoeging en een zin in. Zoek er een afbeelding bij.

We bespreken de woorden. 

Slide 18 - Diapositive

Schrijf de vervoegingen van "ophouden" op

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf de vervoegingen van "schrikken" op.

Slide 20 - Question ouverte

Maak een zin met "het winkelcentrum"

Slide 21 - Question ouverte

Welk woord hoort in de zin:
Amsterdam heeft ongeveer 800.000 ....
A
pubers
B
cadeaus
C
inwoners
D
lastige

Slide 22 - Quiz

Welk woord past in de zin:
Ik denk dat ik ... om half 8 bij je kan zijn.
A
gedeelte
B
ongeveer
C
normaal
D
reactie

Slide 23 - Quiz

Welk woord past in de zin:
Een paar weken ... was Yu met haar ouders in Parijs.
A
normaal
B
ongeveer
C
algemeen
D
geleden

Slide 24 - Quiz

Welk woord past in de zin:
Mijn hond ... altijd erg van harde geluiden.
A
reactie
B
normaal
C
lastig
D
schrikt

Slide 25 - Quiz

Dit is...

Slide 26 - Question ouverte

Maak een zin met "de troep".

Slide 27 - Question ouverte

Dit is ...

Slide 28 - Question ouverte

Maak een zin met "normaal"

Slide 29 - Question ouverte

Dit is ....

Slide 30 - Question ouverte

Maak een zin met "helemaal"

Slide 31 - Question ouverte

Schrijf de vervoegingen van "veroordelen" op

Slide 32 - Question ouverte

Huiswerk voor maandag
Maak opdracht 1 t/m 3 uit het oefenboek.
Het oefenboek staat in Sharepoint.
Dit is huiswerk voor maandag 11 april.

Slide 33 - Diapositive