5.1 verbranding

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

5.1 verbranding

Je leert wat een verbrandingsreactie is;

 

Je leert de voorwaarden voor verbranding en het blussen van een brand;

Verbranding

De reactie die plaats vindt bij het afsteken van een sterretje is een voorbeeld van verbranding, je ziet het vuur.

Maar er zijn ook verbrandingsreacties zonder vuurverschijnselen, zoals voedingsstoffen die in je lichaam verbrand worden om jou van energie te voorzien.

Scheikundig gezien is een verbranding een reactie met zuurstof

Verbranding

Scheikundig gezien is een verbranding een reactie met zuurstof

Dus:

Als een fiets gaat roesten, is dat ook een vorm van verbranding.

Dit noemen we dan oxideren.

3 voorwaarden :

- er moet een brandbare stof zijn;

- er moet voldoende zuurstof zijn;

- de ontbrandingstemperatuur 

   moet bereikt zijn.

Je kunt een brand bestrijden door 

1 van de voorwaarden weg te halen

voorbeeld bosbranden

- blusvliegtuig met water --> 

zorgt ervoor dat de temp daalt 

en haalt zuurstof weg

- brandgang (strook bos wegkappen) --> 

Brandbare stof weghalen

Brand in je frituurpan moet je dus afdekken met een deksel. Welke voorwaarde neem je dan weg?

1. brandbare stof
2. zuurstof
3. ontbrandingstemperatuur
4. huwelijkse voorwaarde

verbrandingsreactie

brandstof + zuurstof --> oxiden van beginstof 

oxiden die je moet kennen staan in tabel 5.4b

voorbeeld:

koolstof + zuurstof --> koolstofdioxide

C + O2 --> CO2

Magnesium + zuurstof --> Magnesiumoxide

2 Mg + O2 --> 2 MgO

Als je koper verbrandt ontstaat Koperoxide (CuO) geef de reactie

uitwerking

1. formules opschrijven, voor en na de pijl

verbranding = reactie met zuurstof!

koper + zuurstof --> koperoxide

Cu + O2 --> CuO

2. kloppend maken

2 Cu + O2 --> 2 CuO

Je kunt nu

• uitleggen wat een verbrandingsreactie is en de drie voorwaarden voor verbranden noemen;
  
• uitleggen op welke manier een brand kan worden geblust;
  
• uitleggen wat een oxide is;
  
• de reactievergelijking van de verbranding van een aantal elementen en verbindingen geven;

Aan de slag

Maken van de opgaves paragraaf 5.1