Par. 2.2 Communisme 23

2. Tussen de oorlogen

2.2. Fascisme en communisme

B. Rusland onder Stalin
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

Éléments de cette leçon

2. Tussen de oorlogen

2.2. Fascisme en communisme

B. Rusland onder Stalin

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen hoe de Russische samenleving eruit zag aan de hand van de twee begrippen: planeconomie, collectivisme

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
- lezen: communisme en sovjet economie
- holodomor
- filmpje Collectivisatie: kijkopdracht




Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sovjeteconomie
Doel Stalin : SU moet industriële supermacht worden ==> dit lukt ten koste van (40!!) miljoenen slachtoffers.
--> planeconomie (5-jarenplan)
--> accent op zware industrie (dwangarbeiders)
--> landbouw collectiviseren en mechaniseren 
==>  boeren (koelakken) werken niet mee: gevolg = hongersnood (Oekraïne) en moord op boeren 

Slide 4 - Diapositive

collectivisatie = afschaffen van privébezit en alle eigendommen gemeenschappelijk maken.
In de SU werden zo alle particuliere boerderijen samengevoegd tot grote staatsboerderijen.

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dictatuur in Sovjet Unie
totalitaire dictatuur onder Stalin = Stalinisme
communistische partij beheerst denken en doen van de bevolking
godsdienst is niet toegestaan
geheime dienst --> speurt naar tegenstanders (executie of goelagkampen)
onderdrukking en terreur
propaganda
persoonsverheerlijking

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Totalitaire staten
staat die het leven van haar burgers totaal beheerst: denken en doen
--> het individu is onbelangrijk 
Onderwijs, media, kunst, economie: alles in dienst van de staat.
Met hulp van terreur, onderwijs, propaganda zorgt men ervoor dat iedereen “ in de pas loopt”


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
industrialisatie en collectivisatie kort herhalen mbv foto's en uitleg digitale methode

uitleg totalitaire staat mbv tekst boek
jongetje Pavlov

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

collectivisatie
 = afschaffen van privébezit en alle eigendommen gemeenschappelijk maken.

In de SU werden zo alle particuliere boerderijen samengevoegd tot grote staatsboerderijen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Industrialisatie
  • Na de dood van Lenin kreeg Jozef Stalin het voor het zeggen in de Sovjet-Unie. Hij wil van het totalitaire Rusland een industriële macht maken

  • In een vijfjarenplan werden zeer hoge doelen gesteld. De Russische economie wordt daarom planeconomie genoemd

  • Anders dan bij planeconomie, gaat kapitalisme uit van vraag en aanbod

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Collectivisatie en zuiveringen
  • Omdat iedereen binnen het communisme gelijk is, worden ook boerderijen gemeenschappelijk bezit. De landbouw wordt gecollectiviseerd

  • Boerderijen werden samengebracht in kolchozen waarin de boeren moesten samenwerken om het land te bewerken, waarbij het grootste deel van de opbrengst naar de staat ging

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Collectivisatie en zuiveringen
  • Vooral rijke boeren, ook wel koelakken genoemd, verzetten zich tegen deze collectivisatie, zij moeten nu namelijk hun rijkdom delen met de rest van kolchoz

  • Stalin treedt hard op tegen het verzet. Miljoenen boeren moeten in de dwangarbeid of worden naar Siberië gedeoprteerd. Ook eist hij meer graan opbrengst, waardoor er een hongersnood ontstaat

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terreur
  • Stalin wilde elk verzet tegen hem op voorhand uitschakelen. Hij zuiverde de communistische partij van personen die niet in zijn straatje pasten

  • Dit beleid van extreme onderdrukking wordt ook stalinisme genoemd

  • Hij probeerde de bevolking met zijn ideeën te indoctrineren

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een totalitaire staat?
A
een staat waarin iedereen zich voorbereidt op een oorlog
B
een staat met één ideologie die doordringt op alle terreinen van de samenleving
C
een staat waarin de regering zeer weinig macht heeft
D
een antidemocratische staat met een extreem nationalistische partij aan de macht

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was geen kenmerk van het fascisme
A
Eén sterke leider
B
Totalitaire samenleving
C
Geen sociale klassen
D
Nationalistisch

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar hoort het volgende kenmerk bij:
Iedereen is gelijk
A
Communisme
B
Fascisme

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ideologie (gedachtegoed) had de Sovjet Unie?
A
Communisme
B
Kapitalisme
C
Nationalisme
D
Fascisme

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk kenmerk hoort bij Stalinisme?
A
persoonsverheerlijking
B
zuiveringen
C
censuur
D
indoctrinatie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Collectivisatie
B
Stalinisme
C
Planeconomie
D
Dwangarbeider

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wie is deze man?

A
Lenin
B
Trotski
C
Stalin
D
Chroestjov

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?

'Werk dat mensen tegen hun wil doen, onder dreiging van straf'.
A
Strafkamp
B
Stalinisme
C
Dwangarbeid
D
Collectivisatie

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe was het leven van Pavlik beïnvloed zodat hij zelfs zijn eigen vader aangaf bij de staat?
A
Hij was geïndoctrineerd door de staat
B
Hij had hechte familiebanden
C
Hij werd gefascineerd door de nazi's
D
Hij werd onder druk gezet door zijn familie waardoor hij zijn vader aangaf

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van het stalinisme?
A
Er is sprake van een dictatuur
B
Er is een totalitaire staat met propaganda, censuur en terreur
C
Er zijn politieke rechten voor het individu
D
Weinig tot geen vrijheid voor het individu

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions