Le verbe manger

Le verbe manger
Herhalingsles
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Le verbe manger
Herhalingsles

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent het werkwoord 'manger'?

Slide 2 - Question ouverte

Het werkwoord 'manger' is een
A
Regelmatig werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
Bezittelijk voornaamwoord
D
Onregelmatig werkwoord

Slide 3 - Quiz

Welke vormen van het werkwoord 'manger' ken je al?

Slide 4 - Carte mentale

Je mange
Elles mangent
Nous mangeons
Tu manges
Il mange
Vous mangez
Wij eten
Ik eet
Hij eet
U eet
Jij eet
Zij eten

Slide 5 - Question de remorquage

Wij eten
A
On mange
B
Nous mangeons
C
Nous mangons
D
Vous mangez

Slide 6 - Quiz

Zij eet
A
vous mangez
B
elle mange
C
elles mangent
D
on mange

Slide 7 - Quiz

ik eet

Slide 8 - Question ouverte

Zij (m.mv) eten

Slide 9 - Question ouverte

Jullie eten

Slide 10 - Question ouverte

Wij eten (n...)

Slide 11 - Question ouverte

Let op!
Pak je reader er bij ,bij trede 7, om woordjes op te zoeken

Slide 12 - Diapositive

Ik eet de appel

Slide 13 - Question ouverte

Zij (vr.mv) eten de kip

Slide 14 - Question ouverte

Wij eten het voorgerecht

Slide 15 - Question ouverte

jij eet de yoghurt

Slide 16 - Question ouverte

u eet de jam

Slide 17 - Question ouverte

hij eet de aardappel

Slide 18 - Question ouverte

ik eet het hoofdgerecht

Slide 19 - Question ouverte

Zij eet de vis

Slide 20 - Question ouverte

Au travail

Aan de slag met de opdrachten in de portal / de woordjes in quizlet. 

Je mag jezelf vast voorbereiden op de vraagzinnen!

Slide 21 - Diapositive