Par. 2.3 Geloven, weten en maken

Leerdoel opschrijven
5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
6. Welke culturele eenheid bestond er onder de Grieken?

Klaar? Leer de begrippen van par. 2.3 op blz. 37
timer
3:00
Vorige les:
1. Hoe belangrijk waren de goden in het leven van de Grieken?
2. Wat zijn mythen? Geef een voorbeeld.
3. Hoe gingen Griekse wetenschappers denken en onderzoeken?
4. Wat zijn primaire en secundaire bronnen?
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel opschrijven
5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
6. Welke culturele eenheid bestond er onder de Grieken?

Klaar? Leer de begrippen van par. 2.3 op blz. 37
timer
3:00
Vorige les:
1. Hoe belangrijk waren de goden in het leven van de Grieken?
2. Wat zijn mythen? Geef een voorbeeld.
3. Hoe gingen Griekse wetenschappers denken en onderzoeken?
4. Wat zijn primaire en secundaire bronnen?

Slide 1 - Diapositive




4-5/11 Par. 2.1 De Griekse wereld
07/11 Par. 2.1 De Griekse wereld
11-14/11 GEEN GS LES
18-19/11 Par. 2.1 De Griekse Wereld
21/11 Par. 2.2 Het bestuur van de stadstaat
25-26/11 Par. 2.2 Het bestuur van de stadstaat
28/11 Par. 2.2 Het bestuur van de stadstaat
2-3/12 SO par. 2.1 en 2.2
5/12 -
9-10/12 Par. 2.3 Geloven, weten en maken
12/12 Par. 2.3 Geloven, weten en maken
16/12 Geloven, weten en maken
19/12 -
Kerstvakantie
6-7/12 Par. 2.4 Strijden of sporten
9/12 Par. 2.4 Strijden of sporten
13/12 Herhalen
TOETSWEEK 2
Studiewijzer
TOETSWEEK 2:
H2

Slide 2 - Diapositive

Programma
1. Uitleg par. 2.3
2. Leerdoelen antwoorden
3. Opdrachten maken en bespreken
4. Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

De Griekse godenwereld: polytheïstische geloof.
Zeus, de oppergod en de god van de hemel. Bliksem en donderen.
Poseidon, zee.
Hades, het dodenrijk.
Apollo, kunsten, zoon van Zeus.
Dionysos, wijn en feestvieren.
Nikè, overwinning
Etc... 

Slide 4 - Diapositive

De Griekse godenwereld(2)
  • De goden waren onsterfelijk, hadden macht over het leven van de mensen en hadden menselijk eigenschappen.
  • De belangrijkste goden woonden in de berg Olympos.
  • Halfgoden.

Slide 5 - Diapositive

2. Wat zijn mythen? Geef een voorbeeld.
  • Verhalen over goden. Heeft vaak een lesje aan het einde. 
  • Mythen kunnen ook gaan over halfgoden, helden en gewone mensen.
  • Mythen werden gebruikt om de wereld te verklaren. Bijv. de goden zorgen voor voor- en tegenspoed.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Griekse tempels
  • De grieken bouwden tempels om de goden gunstig te stemmen en te eren. 
  • Ook organiseerden ze sportwedstrijden, zoals de Olympische Spelen. 
  • De Grieken gingen naar een tempel met vragen. Ze zochten antwoorden bij de goden. In de tempel deed de goden uitspraken.
  • Er waren zowel priesters als priesteressen aanwezig in de tempels.
1. Hoe belangrijk waren de goden in het leven van de Grieken?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

3. Hoe gingen Griekse wetenschappers denken en onderzoeken?
  • Vanaf de 6e eeuw waren er Grieken die niet meer geloofden dat gebeurtenissen in de natuur en de samenleving het werk waren van goden. 
  • Ze wilden met hun verstand begrijpen hoe dingen in elkaar zaten. 
  • Ze zochten naar logische verklaringen door onderzoek te doen.
  • Filosofen.

Slide 10 - Diapositive

Wat onderzochten de Grieken: filosofie
Filosofie: denken over grote levensvragen, dilemma's. Zoeken naar wijsheid.
  • Socrates (ethiek, kreeg de doodstraf) 
  • Plato (politiek, ideale samenleving)
  • Aristoteles (het doel van het leven. Leraar van Alexander de Grote)

Ook in onze tijd is belangrijk om vragen te stellen om problemen op te lossen. 


Slide 11 - Diapositive

Wat onderzochten de Grieken: Geneeskunde
  • Hippokrates, arts.
  • Onderzocht het ziekteverloop van patiënten. 
  • Betere hygiëne door het huis goed stoken, lijken verbranden en water koken voor het gebruik. 
  • Hij stichtte een school waar hij het vak aan andere leerde.  

Voorheen dachten de mensen dat natuurverschijnselen, ziektes, het leven en de dood plaatsvond wanneer de goden beledigden voelden. 

Slide 12 - Diapositive

Wat onderzochten de Grieken: geschiedenis
  • Herodotus probeerde kennis te verzamelen over de geschiedenis.
  • Onderzocht de betrouwbaarheid van wat hij horde en las. 
  • Hij ging mensen ondervragen, bronnen onderzoeken en argumenten wegen.
  • Hij wordt de vader van de geschiedschrijving genoemd.

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn bronnen?

Objecten/voorwerpen dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden (historische bron) en zelf dus ook uit het verleden komt. 

- GESCHREVEN en ONGESCHREVEN
- PRIMAIRE en SECUNDAIRE 

Slide 14 - Diapositive

Griekse vaas, ongeschreven
Dagboek van Anne Frank, geschreven
Directe bronnen

Slide 15 - Diapositive

PRIMAIRE BRONNEN

  • Gecreëerd zijn in het verleden door historische personen. 
  • Bedoeld of onbedoeld. 

SECUNDAIRE BRONNEN

  • Beschrijven het verleden.
  • Geven informatie over het verleden en worden gemaakt door onderzoekers of historici,  vaak door primaire bronnen te bestuderen. 

Slide 16 - Diapositive

5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?

  • In de 5e en 4e eeuw v.Chr. was Athene zeer welvarend. Dit leidde tot een bloeiende cultuur, omdat veel burgers geld konden besteden aan het mooier maken van de stad.
  • Ze lieten tempels en beeldhouwwerken maken door kunstenaars die hoog in aanzien stonden.

Slide 17 - Diapositive

Bouwkunst
  • Tempels waren symmetrisch: de linker- en rechterhelft waren elkaars spiegelbeeld.
  • Voorbeeld van symmetrie: even aantal zuilen (stenen palen)

Slide 18 - Diapositive

5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
  • Vanaf de 5e v.Chr. maakten Grieksen beeldhouwers stenen en bronzen beelden die goed klopten met de werkelijkheid. 
  • Om het echt te laten lijken, kregen beelden vaak een ontspannen houding of zat er beweging in. 

Slide 19 - Diapositive

Beeldhouwkunst
Reliëf: Een techniek waarbij een afbeelding in een vlakke ondergrond wordt uitgehakt.


Slide 20 - Diapositive

5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
Het dagelijks leven en mythen werden vaak geschilderd op schalen en vazen. 

Later gingen andere volken gingen de Griekse kunst nadoen.

Slide 21 - Diapositive

Alle kunstwerken uit de oude Griekse noemen we: klassiek

Slide 22 - Diapositive

6. Welke culturele eenheid bestond er onder de Grieken?
  • De Grieken voelde zich wel één volk: ze spraken hetzelfde taal, hadden hetzelde schrift en vereerden dezelfde goden. 
  • De Grieken hadden niet alleen mythen, maar ook sagen (heldenverhalen) en legenden (wonderlijke verhalen).

Slide 23 - Diapositive

Homerus
  • Dichter/ schrijver
  • Schreef twee beroemde heldenverhalen in dichtvorm: de Ilias (over een oorlog van de Grieken tegen Troje) en Odyssee (de terugreis van de Griekse held Odysseus na die oorlog).

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen beantwoorden
1. Hoe belangrijk waren de goden in het leven van de Grieken?
2. Wat zijn mythen? Geef een voorbeeld.
3. Hoe gingen Griekse wetenschappers denken en onderzoeken?
4. Wat zijn primaire en secundaire bronnen?

Slide 25 - Diapositive

Leerdoelen beantwoorden
5. Wat zijn de kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst?
6. Welke culturele eenheid bestond er onder de Grieken?

Slide 26 - Diapositive

Opdrachten maken en bespreken
Werkboek blz. 32 opdrachten 1, 3, 4 en 6
Zelfstandig en in stilte

Eerder klaar? Leer de begrippen uit je hoofd, leerboek blz. 37
timer
15:00

Slide 27 - Diapositive