A(D)HD en Trauma ZPG dec 2024

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Prikkelverwerking 
  • Betekenis afkorting ADHD
  • Wat is het verschil tussen ADHD en ADD?
  • Kenmerken
  • Begeleiding 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

"Labels plakken"
Noem hier 1 voordeel en 1 nadeel van.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Prikkelverwerking
Prikkels die ons bereiken. De hele dag door.

Van buitenaf:
- geluiden, geuren, beelden, tast, smaak

Van binnen:
- honger, pijn, dorst, denken, voelen (spierspanning)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aandacht en hyperacviteit
Cliënten met een aandachtsstoornis zijn snel afgeleid. 
Hebben moeite zich te concentreren. 
Veel cliënten daarnaast ook hyperactief. 
Die combinatie noemen we ADHD.

Attention Deficit Hyperactivity Disorder. 
Cliënten met ADHD kunnen probleemgedrag laten zien. Ze zijn zo druk en reageren impulsief, dat het storend is. Eerst doen, dan pas denken. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

En wat is ADD?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ADD
Als er sprake is van een aandachtstekortstoornis ZONDER hyperactiviteit en impulsiviteit. Dat noemen we ADD.

Attention Deficit Disorder. 
Cliënten die snel afgeleid zijn. Moeite om zich te concentreren. En daardoor bijvoorbeeld slordig en vergeetachtig.
Door snelle afleiding niet taakgericht. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Uitleg bij deze afbeelding.
Bij normale prikkelverwerking is er in het brein een soort 'filter'. Linker afbeelding. De persoon kan hier redelijk goede controle over hebben. Dus kiezen wat van alle prikkels binnen komt. Waar ga je op letten? Bv in de woonkamer een boek lezen, maar er speelt ook muziek, de wasmachine draait, een hond blaft. En toch focus op letters in het boek. Bij rechterafbeelding werkt dit filter minder goed. Met alle gevolgen van dien. Alle prikkels: geuren, smaak, gevoel, licht, kleur, geluid enzovoorts...komt als het ware tegelijk binnen. Grote moeite zich dan te focussen op 1 ding tegelijk of filteren van belangrijke / onbelangrijke informatie. 
Gedragskenmerken
  • Concentratie - snel afgeleid zijn
  • Organiseren - impulsiviteit
    (ongeduldig, anderen onderbreken, overhaast, te spontaan)
  • Hyperactief - rusteloosheid in lichaam en/of hoofd
    (verschil kinderen / volwassenen)
  • Lage frustratiedrempel - invloed op de stemming
    (prikkelbaar, gevoelig voor stress, chaotisch zijn)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedragsproblemen
Bij cliënten met ADHD zien we vaak gedragsproblemen.
Bijvoorbeeld snel in de weerstand schieten.
Ook komt angstig en depressief gedrag voor. 

Daarnaast kunnen cliënten last hebben van faalangst en negatief zelfbeeld. Dit hangt samen met het krijgen van kritiek en negatieve aandacht. --> ZIT STIL, BLIJF AF, LUISTEREN! 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleiding
- Zorg voor regelmaat (balans in prikkels, structuur).
- Wees duidelijk (doe wat je zegt, zeg wat je doet).
- Help bij selecteren van informatie (wat is belangrijk?).

- Geef positieve aandacht (geduld, toon begrip, pluspunten)
- Ruimte voor uitleven (energie kwijt kunnen).

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedragskenmerken
Aandachtsstoornis
Hyperactiviteit
Impulsiviteit
Motorische stoornis
Leerproblemen
Lage frustratiedrempel
snel afgeleid, moeite met concentratie
overbeweeglijk, rusteloos, niet stil kunnen zitten
direct reageren, eerst doen dan denken, ongeduldig
onhandig, onbeheerst, houterig
wat vandaag wordt geleerd, is morgen weer vergeten
als iets niet lukt, geeft dat snel veel frustratie

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ADHD bij kinderen
Hyperactiviteit:
Vaak opvallender bij kinderen. Ze rennen, klimmen of bewegen constant, zelfs in situaties waarin dit niet gepast is.
Moeite met stilzitten in de klas of aan tafel.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Impulsiviteit:
Ze kunnen niet wachten op hun beurt, onderbreken anderen vaak of zeggen dingen zonder na te denken.
Aandachtsproblemen:
Moeite met het volhouden van aandacht bij huiswerk of spelletjes.
Makkelijk afgeleid door externe prikkels.
Sociale impact:
Gedragsproblemen en conflicten met leeftijdsgenoten of leraren komen vaak voor.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ADHD bij volwassenen
Hyperactiviteit:
Hyperactiviteit vermindert vaak met de leeftijd en kan veranderen in innerlijke rusteloosheid of het gevoel constant "aan" te staan.
Vertoont zich meer subtiel, zoals moeite om te ontspannen of voortdurend bezig willen zijn.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aandachtsproblemen:
Problemen met het organiseren van taken, vergeetachtigheid, of moeite met prioriteiten stellen.
Afgeleid worden door interne gedachten in plaats van externe prikkels.
Sociale en professionele impact:
Problemen op het werk, zoals deadlines missen of taken niet afmaken.
Moeite met het onderhouden van relaties door impulsief of ongeduldig gedrag.
Copingmechanismen:
Volwassenen hebben vaak strategieën ontwikkeld om met hun symptomen om te gaan, zoals het gebruik van agenda’s, structuur of therapie.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overeenkomsten
Bij zowel kinderen als volwassenen kunnen de symptomen leiden tot problemen op school, werk, of in relaties. Ze hebben vaak baat bij een combinatie van behandeling, zoals medicatie, therapie en coaching.
Conclusie
Het grootste verschil zit in de manifestatie van hyperactiviteit en de manieren waarop ADHD invloed heeft op het leven. Bij volwassenen zijn de symptomen vaak minder zichtbaar, maar ze kunnen nog steeds een grote impact hebben, vooral op het gebied van werk en relaties.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Trauma 
Jeugd

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat een trauma is.
  • Aan het einde van de les weet je welke soorten trauma's er zijn.
  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe trauma zich verhoudt tot een hechtingsstoornis en weet je hoe je traumasensitief kunt zijn.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over trauma?

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is trauma?
Trauma is een emotionele reactie op een schokkende gebeurtenis. Het kan leiden tot langdurige psychologische schade en een verandering in de manier waarop iemand zich verhoudt tot anderen.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een trauma?
  • Kan grote impact hebben op je leven
  • Iedereen maakt weleens iets ingrijpends mee
  • Als je dit géén plek kunt geven dan spreken we van een trauma
  • Je krijgt na zo een gebeurtenis te maken met verschillende emoties, verdriet, angst, hulpeloosheid, schuldgevoel, boosheid.
  • Al deze emoties zijn normaal
  • Vaak worden deze emoties vanzelf minder
  • Als je er last van blijft houden dan spreken we van een trauma 





Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Traumatische ervaring
  • Hangt samen met de bedreiging van het leven of de fysieke integriteit van een kind of iemand die belangrijk is voor het kind.
  • Veroorzaakt een overweldigend gevoel van angst, hulpeloosheid of onmacht.
  • Heeft intense fysieke effecten (hartkloppingen, sneller ademen, trillen, duizeligheid of verlies over controle van blaas en darmen).

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Trauma vs nare gebeurtenis

Slide 26 - Diapositive

Samenvattend: een nare gebeurtenis kan een tijdelijke impact hebben, terwijl trauma vaak diepere en langdurige veranderingen veroorzaakt in iemands geestelijke gezondheid.

voorbeelden nare gebeurtenis: Ruzie met vriendin, verlies van baan, lichte verwonding bij ongeluk, afwijzing sollicitatie. 

Voorbeelden van trauma: getuige geweld, oorlogservaringen, verlies van kind, misbruik, ernstig verkeersongeval 

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Mogelijke oorzaken van een trauma

Slide 28 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Meemaken of zien van;
Overval
Ongeluk
Pesten
Mishandeling
Scheiding
Ontslag
Verliezen dierbare
Misbruik
Overval

Pesten
Mishandeling
Scheiding
Ontslag
Verliezen dierbare
Misbruik
Overval

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten trauma's

Er zijn twee soorten trauma’s;

1. Enkelvoudig trauma; er is één keer iets gebeurt wat traumatisch was

2. Meervoudig of complex trauma; 
je hebt meerdere nare ervaringen
      gehad over een langere periode


Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoudig trauma
  • Je maakte één keer iets ingrijpends mee
  • Bijvoorbeeld; een ongeluk of overval
  • Deze vervelende gebeurtenis heb je niet goed kunnen verwerken
  • Dit heeft geleid tot een trauma
  • Een enkelvoudig trauma is niet minder erg dan een meervoudig of complex trauma.
  • Het heeft veel grip op je leven




Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoudig of complex trauma
  • Voor een periode of meerdere keren iets vervelends meemaken
  • Voorbeeld: terugkerende mishandeling, herhalend seksueel misbruik, gepest worden
  • Als je deze gebeurtenissen niet hebt kunnen verwerken heb je een meervoudig trauma
  • Vaak heb je hierbij ook andere klachten; angststoornis, negatief zelfbeeld of een verslavingsproblematiek




Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De werking van het lichaam en het brein

Hersenen bestaan uit 3 breinen:
Reptielen brein: regelt automatische functies zoals ademhaling, hartslag etc.
Zoogdieren brein: hier vindt de emotionele informatie verwerking plaats.
 (omgaan met stress)
Mensenbrein: hier bevindt zich het vermogen om na te denken, plannen 
te maken, dingen af te wegen en er over te kunnen praten.

Deze 3 breinen functioneren in gewone omstandigheden als een goed afgestemd geheel.
Kinderen in lagere schoolleeftijd kunnen behoeften uitstellen en onderdrukken. Een kind kan uit fatsoen zijn boosheid uitstellen.


Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het brein & angst

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen kinderen reageren
Chronische trauma's kan de gezonde ontwikkeling van de kinderen verstoren en invloed hebben op:
  • Het vermogen van het kind anderen te vertrouwen
  • Het gevoel van persoonlijke veiligheid
  • Het vermogen van het kind om emoties te beheersen
  • Het vermogen van het kind om veranderingen in het leven te accepteren en zich daaraan aan te passen.
  • Fysieke en emotionele reacties op stress


Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel info...nog vragen?

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions