project sociale veiligheid Pesten en grens overschrijdend gedrag

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Leerdoel

             Hoe creëer je een veilig en positief groepsklimaat?

Oriënteren

Definitie pesten

Een vaak gebruikte definitie van pesten komt van Dan Olweus (1993, o.a. in Veenstra, 2005): ‘Iemand wordt gepest wanneer hij of zij herhaaldelijk en langdurig wordt blootgesteld aan negatieve handelingen door één of meer personen’. Deze definitie is door verschillende bronnen aangevuld met de volgende criteria:

*er is sprake van een negatieve bedoeling;

*de negatieve handelingen zijn structureel en tegen dezelfde persoon gericht;

*er is sprake van machtsongelijkheid. Pesters staan hoger in de sociale groepshiërarchie en/of hebben meer medestanders dan de gepeste.

Wanneer er niet wordt voldaan aan één of meerdere van deze criteria kan er sprake zijn van plagen of ruzie. Dat is echt iets anders dan pesten, maar het verschil is niet altijd in één oogopslag te zien. Door alert te zijn op signalen en deze goed te interpreteren kan onderwijspersoneel beter inschatten of het gaat om pesten. 

Plagen

Als je geplaagd wordt, kun je altijd terugplagen. Daar ontstaan geen problemen van. Plagen is niet gemeen, plagen is voor alle partijen grappig. Om plagen kun je lachen, niet iedere keer dezelfde is aan de beurt. Plagen is ook meestal 1 tegen 1 en is makkelijk te stoppen.

Het is niet zo dat je met plagen niet op hoeft te letten opletten. Als dezelfde persoon lang of veel geplaagd wordt, dan kan het zijn dat de ontvanger het niet meer leuk vindt. En dan is het pesten geworden. Soms wordt de vraag gesteld is het nu plagen of Pesten, daar is maar 1 antwoord op. De ontvanger bepaalt of het Plagen of Pesten is. De zender kan het nog net zo leuk bedoelt of gezegd hebben, de ontvanger bepaald.

 bron:
https://www.stoppestennu.nl/pesten

Welke ervaringen (in je werk of privé) heb jij met pesten?

Wat is de opdracht van week 1

Maak een gedeeld werkdocument in sharepoint en verwerk deze vragen:

• Wat is pesten?
• Wat zijn signalen/risicofactoren voor daders en slachtoffers van pesten?
• Wat is de rol van een veilig en positief groepsklimaat en wat is de rol van pedagogisch medewerker hierin?
• Gebruik ten minste drie betrouwbare bronnen en noem die bronnen ook in je document. Succes ;)

Voorbereiden

Deze week ga je aan de slag met het opzoeken, vergelijken en maken van pest protocollen.
Ook hier gebruik je weer verschillende bronnen voor.

Bekijk onderstaande eens.

https://www.kw1c.nl/media/regelingen/pestprotocol.pdf

Pestprotocol wat houdt het in?
Noem belangrijke punten.

https:

https:

Opdracht 

Verwerk in je document de volgende vragen:

• de verschillende (soorten) protocollen tegen pesten en wat de voordelen en nadelen hiervan zijn (vergelijk er minimaal 3 waaronder die van het Koning Willem 1 College) 
• manieren om pesten bespreekbaar te maken in de groep.
• tips om ouders/kinderen/collega’s te adviseren in het omgaan met pesten.

Schrijf ook weer in eigen woorden op gebruik minimaal 3 bronnen

https://www.klasse.be/35171/pesten-structureel-aanpakken-helpt/ 

upload een foto van de voor en nadelen in de protocollen

Uitvoeren 

Deze week ga je aan de slag met verschillende interactieve werkvormen die je kunt inzetten tijdens jullie gemaakte workshop. Iedere werkvorm is er op gericht bewustwording te vergroten of te oefenen met manieren om met elkaar in gesprek te komen.

Wat voor soort interactieve oefeningen zouden jou aanspreken en waarom?

De workshop moet de volgende interactieve opdrachten bevatten:

• een opdracht om het belang van een veilig en positief groepsklimaat te demonstreren
• een opdracht waarin het nut van een pestprotocol gedemonstreerd wordt
• een opdracht waarin een nieuw pestprotocol gepresenteerd wordt
• een opdracht waarin wordt gedemonstreerd hoe je pesten bespreekbaar kunt maken in een groep.
  Je vermeldt de groepsgrootte, duur, materialen in de beschrijving.

Terugkijken

Deze week staat in het teken van terugkijken.

Je rondt je workshop af en levert het product in op ELO.
Je workshop heeft een voorblad, een inleiding waarin je de doelen van de workshop vermeldt en voor wie de workshop bedoeld is.
Geef aan hoe de workshop gaat verlopen (met tijden erin, planning).
Alsof je echt je workshop verkoopt aan een school of vereniging.

Reflecteer op je leerdoelen, het proces van werken en op het product.