Thema 2 Extra stof 6 KGT

Extra Stof 6: Voedselbederf
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Extra Stof 6: Voedselbederf

Slide 1 - Diapositive

Voedselvergiftiging
Bacterien en schimmels kunnen goed leven op groenten, vlees, fruit en ander voedsel. Hierdoor kan het voedsel gaan bederven. Bedorven voedsel kun je niet meer eten. Je kan hier een voedselvergiftiging van krijgen. Meestal kan je zien of ruiken als voedsel niet meer goed is 

Slide 2 - Diapositive

Salmonellabacteriën
Salmonellabacteriën komen voor op rauwe dierlijke producten zoals vlees en op rauwe groente en fruit. De bacterie vermenigvuldigd snel bij een temperatuur tussen de 20 en 30 graden. Een besmetting van het salmonellabacterie tast de dunne darm aan en zorgt voor een ontsteking. Klachten hiervan zijn diarree, buikpijn, en koorts. De klachten ontstaan binnen 12-36 uur en duren vaak tussen de twee en drie dagen. 

Slide 3 - Diapositive

Voedselbederf tegen gaan
  • Invriezen
  • Pasteuriseren
  • Steriliseren
  • Vacuüm verpakken
  • Drogen
  • Conserveermiddelen toevoegen 

Slide 4 - Diapositive

Invriezen
Door de tempartuur van voedsel te verlagen naar -20 C of lager kun je voedsel enkele weken of maanden langer bewaren. Deze temperatuur is voor bacteriën en schimmels te laag om zich voort te planten. Ontdooit voedsel mag je niet meer opnieuw invriezen. 

Slide 5 - Diapositive

Pasteuriseren en steriliseren
  • Pasteuriseren
Door melk in korte tijd tot 72 graden te verhitten, gaan veel bacteriën en schimmels dood. Dit heet pasteuriseren. 
  • Steriliseren
Door steriliseren gaan alle bacteriën en schimmels dood. De temperatuur is hogen dan bij pasteuriseren. namelijk 130 - 140 graden. daarna wordt de melk verpakt en naverhit. 

Slide 6 - Diapositive

Vacuüm verpakken
  • Alle lucht uit de verpakken zuigen
  • Bacteriën en schimmels kunnen niet voorplanten door de afwezigheid van zuurstof

Drogen
  • Water uit een voedingsmiddel onttrekken
  • Bacteriën en schimmels kunnen niet voorplanten
  • Voorbeeld: Melkpoeder, gedroogd fruit 

Slide 7 - Diapositive

Conserveermiddelen, kleur-, geur-, en smaakstoffen
Conserveermiddelen worden toegevoegd om de leefomgeving voor bacteriën en schimmels minder gunstig te maken. Voorbeelden zijn suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet toevoegen. Denk aan bijvoorbeeld suiker in jam.

Kleur-, geur- en smaakstoffen worden toegevoegd om een voedingsmiddel aantrekkelijker te maken. Deze stoffen helpen niet tegen voedselbederf. De stoffen kunnen zowel natuurlijk als kunstmatig zijn. Voorbeeld is kleurstof uit spinazie. Kunstmatige stoffen worden gemaakt in de fabriek. 

Slide 8 - Diapositive

Wat moet je doen om voedselbederf te voorkomen?
A
snel opeten
B
hygienisch werken
C
in de aanbieding kopen
D
bewaren op de juiste manier

Slide 9 - Quiz

Hoe kan je voedselbederf herkennen?
A
geur
B
smaak
C
uiterlijk
D
als je er ziek van wordt

Slide 10 - Quiz

De kans op voedselbederf is in de zomer groter dan in de winter. Dat komt door:
A
Micro-organismen groeien in de zomer sneller dan in de winter
B
Micro-organismen groeien in de winter sneller dan in de zomer

Slide 11 - Quiz

Kies voor elke afbeelding welke methode is gebruikt om voedselbederf tegen te gaan. 
drogen
vacuüm verpakken
steriliseren en inblikken
invriezen
pasteuriseren

Slide 12 - Question de remorquage

Aan de slag
Maak blz: 131, 132, 133

Slide 13 - Diapositive