Erfelijkheid basisstof 3 Genenparen

Erfelijkheid
3.3 Genenparen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Erfelijkheid
3.3 Genenparen

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Leerdoelen
  2. Herhaling vorige les
  3. Uitleg genenparen
  4. Aan de slag 
  5. Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
  1. Aan het einde van de les kun je in eigen woorden uitleggen wat de volgende begrippen betekenen: dominant, recessief en intermediair fenotype.  

Slide 3 - Diapositive

Welk chomosomenpaar zijn de geslachtschomosomen?
A
Paar 1
B
Paar 21
C
Paar 22
D
Paar 23

Slide 4 - Quiz

Hoe wordt de deling genoemd waarbij geslachtscellen ontstaan?

Slide 5 - Question ouverte

Wanneer heb je een homozygoot genenpaar?

Slide 6 - Question ouverte

Gen voor huidskleur
  • Man (lichte huidskleur)
  • Vrouw (donkere huidskleur) 
  • Beide homozygoot  

Slide 7 - Diapositive

Dominant
Een dominant gen zie je altijd terug in het fenotype (ook als er maar één dominant gen is).

In het genotype noteren met een HOOFDLETTER.


Slide 8 - Diapositive

Gen voor bloedgroep
  • Vader heeft bloedgroep A (homozygoot)
  • Moeder heeft bloedgroep O (homozygoot)
  • Kind heeft bloedgroep A (hetrozygoot)

Slide 9 - Diapositive

Recessief
Een recessief gen zie je alleen terug in het fenotype als er geen dominant gen aanwezig is. 


Oogkleur Blauw
Oogkleur Blauw

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Symbolen voor genen
  • Dominant -> HOOFDLETTER
  • Recessief -> kleine letter
  • Gen voor kleur = letter A/a
Aa
aa

Slide 12 - Diapositive

Intermediair fenotype
Intermediair fenotype = fenotype waarin beide genen van een ongelijk genenpaar even sterk tot uiting komen




Symbolen
+
=
Ar Ar
Aw Aw
Ar Aw

Slide 13 - Diapositive

Het genotype voor Bart zijn haarkleur is Aa. a is voor blond haar en A voor bruin haar. Wat is Bart zijn fenotype?
A
Blond
B
Bruin

Slide 14 - Quiz

Het gen voor een normale sinaasappel is dominant over dat voor een navelsinaasappel.
Het genotype van een bepaalde sinaasappel kan worden weergegeven door Bb.
Is dit een navelsinaasappel of een normale sinaasappel?
A
Navelsinaasappel
B
Normale sinaasappel

Slide 15 - Quiz

Sanne heeft blauwe ogen. Haar ouders hebben beide bruine ogen. Het gen voor blauwe ogen is recessief. Zijn Sannes ouders...
A
Homozygoot
B
Intermediair
C
Heterozygoot

Slide 16 - Quiz

Sanne heeft blauwe ogen. Hoe schrijf je haar genotype op?
A
bb
B
Bb
C
BB
D
BBb

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht: 19, 21, 22, 25, 26 t/m 30 
Bladzijde 108 t/m 114

Klaar? Haal bij de docent een spel op!

Slide 18 - Diapositive

Afsluiting 
Huiswerk voor de volgende les:
Opdracht: 19, 21, 22, 25, 26 t/m 30
Bladzijde 108 t/m 114

Slide 19 - Diapositive