Week 42

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour!

Qu'est-ce qu'on va faire?

* Présentations: Aleyna, Arthur et Esmanur

* Bloc I: grammaire

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc E et F

* Discuter l'interrogation

Bloc I: grammaire

Titel: regelmatige werkwoorden en wederkerende werkwoorden

Schrijf datgene op wat de docent straks op het bord gaat schrijven, dus neem niet datgene over wat op Lessonup staat!

Werkwoorden op ER

	Donner (geven)	Parler (praten)
Je	donne	parle
Tu	donnes	parles
Il/elle/on	donne	parle
Nous	donnons	parlons
Vous	donnez	parlez
Ils/elles	donnent	parlent

Werkwoorden op IR

	Choisir (kiezen)	Remplir (invullen)
Je	choisis	remplis
Tu	choisis	remplis
Il/elle/on	choisit	remplit
Nous	choisissons	remplissons
Vous	choisissez	remplissez
Ils/elles	choisissent	remplissent

Werkwoorden op RE

	Répondre (antwoorden)	Entendre (horen/luisteren)
Je	réponds	entends
Tu	réponds	entends
Il/elle/on	répond	entend
Nous	répondons	entendons
Vous	répondez	entendez
Ils/elles	répondent	entendent

Ex. 31e

1. commence

2. retrouve

3. réussissons

4. choisis

5. rends

6. attendons

Nieuwe informatie

Je demande = ik vraag  - Je me demande = ik vraag me af                    *ex. 32d

Je -> me/m'

Tu -> te/t'

Il/elle/on -> se/s'

Nous -> nous (dus dan krijg je nous nous demandons)

Vous -> vous (dus dan krijg je vous vous demandez)

Ils/elles -> se / s' 

Belangrijkste = het wederkerende woord komt voor het werkwoord!

Wederkerende werkwoorden

Wederkerend werkwoord = zich amuseren, zich wassen, zich vervelen etc. Het slaat op jezelf (zich).

In principe houd je het stappenplan aan voor de regelmatige werkwoorden op ER of RE, dat ligt aan het werkwoord en op welke twee letters het eindigt. Wat is dan nieuw?

Au travail!

* Faites ex. 31bcd et 32bce.

* Temps: 10 minutes.

* Travail individuel ou à deux.

* Après: corriger les devoirs.

Corriger les devoirs

* Corrige les devoirs: ex. 22, 24 et 25

* Avec la correction

* Travail individuel ou à deux

* Questions? Posez-les!

* Temps: 5 minutes

* Après: répéter bloc E et F

Traduis: vandaag

1. demain
2. hier
3. aujourd'hui
4. maintenant

Traduis: het station

1. la gare
2. le stade
3. le travail
4. le travail

Traduis: missen

1. espérer
2. rater
3. fatigué
4. voyager

Traduis: zoals

1. comme
2. prétentieux
3. maintenant
4. le jeu

Traduis: muziek luisteren

1. écouter de la musique
2. regarder de la musique
3. jouer de la musique
4. penser de la musique

Traduis: winnen

1. oublier
2. gagner
3. avoir raison
4. raconter

Discuter l'interrogation

* We bespreken het SO per opdracht.

* Vragen? Stel ze! 

* Je mag het SO houden.

* Tel de punten na voor de kantlijn, en kijk dan of het totaal puntenaantal klopt rechtsboven. (Ik maak ook fouten)

Les devoirs:

Faire: ex. 31 et 32.

Apprendre: bloc I.

Bonnes vacances d'automne! :)