voltooid deelwoord sterke werkwoorden

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Voltooid deelwoord sterke werkwoorden

wat weet je al?

Voltooide tijd betekent dat iets voorbij is.

Voltooide tijd vorm je met hebben/zijn + ge______d/t.

Je hebt t exkofschip/softketchup nodig om te weten of het voltooid deelwoord op d of t eindigt.

voorbeelden

fietsen: Ik ben snel naar huis gefietst.

bellen: Mijn moeder heeft mij net gebeld.

vragen: Ik heb het aan de juf gevraagd.

verhuizen: Ik ben vorig jaar naar Nederland verhuisd.

beloven: Mijn moeder heeft mij een nieuwe fiets beloofd.

sterke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd.

Het voltooid deelwoord verandert soms van klank, soms niet.

Ze worden niet met t exkofschip/softketchup vervoegd.

Het voltooid deelwoord eindigt meestal op -en.

Je moet deze werkwoorden uit je hoofd leren! :)

voorbeelden

komen:  Wij zijn te laat gekomen.

weten:  Ik heb dat nooit geweten.

schrijven: We hebben hem een brief geschreven.

eten: Dat heb ik nog nooit gegeten.

drinken: Heb je je melk al gedronken?

beginnen: De les is al begonnen.

andere voorbeelden

doen: We hebben de oefening goed gedaan.

denken: Dat had ik nooit gedacht.

staan: Ik heb een uur in de regen gestaan.

gaan: Mijn vriend is naar Turkije gegaan.

brengen: Ze heeft haar zus naar de dokter gebracht.

kopen: Ik heb een nieuwe jas gekocht.

zoeken: Ze heeft een uur naar haar sleutels gezocht.

voltooid deelwoord van komen

1. Ik ben gekwamen
2. Ik ben gekomd
3. Ik ben gekomen
4. Ik ben gekomt

voltooid deelwoord van weten

1. Ik heb het gewet
2. Ik heb het geweten
3. Ik heb het geweet
4. Ik heb het geweed

voltooid deelwoord van eten

1. Ik heb het geëet
2. Ik heb het gegeten
3. Ik heb het geëtet
4. Ik heb het geëten

voltooid deelwoord van schrijven

1. Ik heb een woord geschrijft
2. Ik heb een woord geschrijfd
3. Ik heb een woord geschreef
4. Ik heb een woord geschreven

voltooid deelwoord van krijgen

1. Ik heb een pakketje gekrijgt
2. Ik heb een pakketje gekrijgd
3. Ik heb een pakketje gekreeg
4. Ik heb een pakketje gekregen

voltooid deelwoord van eten

1. geëet
2. geëten
3. gegeet
4. gegeten

voltooid deelwoord van drinken

1. Hij heeft koffie gedrinkt
2. Hij heeft koffie gedronkt
3. Hij heeft koffie gedronken
4. Hij heeft koffie gedrinken

voltooid deelwoord van beginnen

1. De les is gebegint
2. De les is begonnen
3. De les is gebegonnen
4. De les is begint

voltooid deelwoord van doen

1. Het huiswerk is gedoen
2. et huiswerk is gedoet
3. et huiswerk is gedanen
4. et huiswerk is gedaan

voltooid deelwoord van denken

1. Zij heeft dat gedacht
2. Zij heeft dat gedachten
3. Zij heeft dat gedenkt
4. Zij heeft dat gedenken

voltooid deelwoord van staan

1. Ik heb lang gestaan
2. Ik heb lang gestaand
3. Ik heb lang gestanen
4. Ik heb lang gestaat

voltooid deelwoord van brengen

1. Het pakketje is gebrengd
2. Het pakketje is gebringd
3. Het pakketje is gebracht
4. Het pakketje is gebrangen

voltooid deelwoord van kopen

1. Ik heb dat gekoopt
2. Ik heb dat gekocht
3. Ik heb dat gekopen
4. Ik heb dat gekochten

voltooid deelwoord van zoeken

1. gezoeken
2. gezoekt
3. gezocht
4. gezochten

en nu oefenen:

Ik ken deze voltooid deelwoorden nu.

😒🙁😐🙂😃