Luchtvochtigheid, neerslag en wolken

Luchtvochtigheid, neerslag en wolken
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Luchtvochtigheid, neerslag en wolken

Slide 1 - Diapositive

Je leert...
1 welke factoren bepalend zijn voor de luchtvochtigheid.
2 de waterkringloop schetsen.
3 de verschillende vormen van neerslag kennen.
4 de verschillende beïnvloedende factoren voor de neerslagverdeling kennen.
5 de twee processen die neerslag veroorzaken.
6 wolken herkennen op basis van voorkomen met behulp van een classificatietabel (WET).

Slide 2 - Diapositive

1 Luchtvochtigheid

Slide 3 - Diapositive

Door al dat vocht in de atmosfeer ontstaat de waterkringloop.

Slide 4 - Diapositive

Wat omvat de hydrosfeer?
A
Alleen het water op het land, zoals meren en rivieren.
B
Het totale water op Aarde, inclusief oceanen, meren, rivieren, grondwater, en waterdamp in de atmosfeer.
C
Alleen het water in de oceanen.
D
Alleen het water dat bevroren is, zoals gletsjers en ijskappen.

Slide 5 - Quiz

Welke van de volgende uitspraken beschrijft de geosfeer het beste?

A
De geosfeer omvat alle levende organismen op aarde.
B
De geosfeer bestaat uit alle vaste en vloeibare gesteenten van de aarde, inclusief de aardkern, mantel en korst.
C
De geosfeer omvat alleen de aardkorst en de bovenste lagen van de mantel.
D
De geosfeer verwijst naar de luchtlagen rondom de aarde.

Slide 6 - Quiz

Welke van de volgende uitspraken is juist over de biosfeer?

A
De biosfeer omvat alleen de planten en dieren op het land
B
De biosfeer bestaat uit alle levende organismen op aarde en de gebieden waar leven mogelijk is.
C
De biosfeer verwijst naar de totale hoeveelheid water op aarde.
D
De biosfeer omvat alleen de oceanen en hun ecosystemen.

Slide 7 - Quiz

Welke van de volgende omschrijvingen past het best bij de atmosfeer?
A
De atmosfeer omvat alle levende organismen en hun leefgebieden op aarde.
B
De atmosfeer bestaat uit alle gaslagen rondom de aarde, waaronder zuurstof, stikstof en koolstofdioxide.
C
De atmosfeer omvat alle vaste en vloeibare gesteenten van de aarde.
D
De atmosfeer bestaat uit het totale water op aarde, inclusief oceanen, meren en rivieren.

Slide 8 - Quiz

Zeewater verdampt natuurlijk, maar de verdamping wordt versneld onder invloed van de zon. Een deel van de waterdamp valt weer als regen terug in zee, Een ander deel blijft in de atmosfeer en wordt in de vorm van wolken verplaatst door de lucht.
Welke sferen beïnvloeden hier elkaar?
A
de hydrosfeer en de atmosfeer
B
de biosfeer en de atmosfeer
C
de biosfeer en de hydrosfeer
D
de geosfeer en de hydrosfeer

Slide 9 - Quiz

Als de waterdamp boven land komt, kan de lucht botsen met een koudere luchtstroming of met heuvels/ gebergte. Hierdoor zal de warme, vochtige lucht stijgen, waardoor de temperatuur daalt.

Welke sferen beïnvloeden hier elkaar?
A
de hydrosfeer en de atmosfeer
B
de biosfeer en de atmosfeer
C
de biosfeer en de hydrosfeer
D
de geosfeer en de hydrosfeer

Slide 10 - Quiz

Als de neerslag de oppervlakte raakt, zijn er twee mogelijkheden:

De neerslag wordt NIET door de bodem opgenomen.
De neerslag wordt WEL door de bodem opgenomen.
Welke sferen beïnvloeden hier elkaar?
A
de hydrosfeer en de atmosfeer
B
de biosfeer en de atmosfeer
C
de biosfeer en de hydrosfeer
D
de geosfeer en de hydrosfeer

Slide 11 - Quiz

Als het water NIET door de bodem wordt opgenomen, stroomt het via de oppervlakte naar rivieren en zo terug naar de zee. Dieren gebruiken het water in de rivieren als drinkwater.

Welke sferen beïnvloeden hier elkaar?
A
de hydrosfeer en de atmosfeer
B
de biosfeer en de atmosfeer
C
de biosfeer en de hydrosfeer
D
de geosfeer en de hydrosfeer

Slide 12 - Quiz

Als het water WEL door de bodem wordt opgenomen, infiltreert het in de bodem en wordt het via het grondwater opgenomen door wortels van planten. Hierna verdampt het via de planten terug in de lucht.

Welke sferen beïnvloeden hier elkaar?
A
de hydrosfeer en de atmosfeer
B
de biosfeer en de atmosfeer
C
de biosfeer en de geosfeer
D
de geosfeer en de hydrosfeer

Slide 13 - Quiz

2 de neerslag

Slide 14 - Diapositive

Factoren
De wereldkaart over de jaarneerslag toont aan dat er gebieden zijn waar er veel of weinig neerslag valt. Die zijn niet willekeurig verspreid. Er zijn een aantal factoren die de neerslagverdeling beïnvloeden:
  • Breedteligging
  • Afstand tot de zee
 








Slide 15 - Diapositive