Les 5: Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind

1 / 37
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundePrimary EducationAge 11

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Het weer

Slide 2 - Carte mentale

Les 5
Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind

Slide 3 - Diapositive

Aan het einde van les 5 kun je...
  • Uitleggen hoe temperatuur wordt gemeten en beïnvloed door geografische positie en seizoenen.
  • De verschillende vormen van neerslag benoemen en uitleggen hoe neerslag wordt gemeten.
  • Beschrijven hoe wind ontstaat, hoe deze wordt gemeten en wat de richting van de wind inhoudt.

Slide 4 - Diapositive

Les 5
Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind
dag 1: blz.34 onderdeel 1

De kinderen kunnen uitleggen hoe temperatuur wordt gemeten en beïnvloed door geografische positie en seizoenen.

Vragen: 1 t/m 5

Slide 5 - Diapositive

Les 4 Het weer-1
Temperatuur wordt gemeten met een Thermometer. Op de thermometer staat een schaal.
De schaal kan zijn in graden Celsius of graden Fahrenheit.
De volgende regels gelden:
Hoe DICHTER bij de Evenaar (Equator) Hoe WARMER.
Hoe HOGER de berg op. Hoe KOUDER
De ZOMER is het warmste, de WINTER is het koudste.

Slide 6 - Diapositive

Les 5
Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind
Evaluatie
Maak in je groep de vragen 1 t/m 5
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Les 5
Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind
dag 2: blz. 34 onderdeel 2
De verschillende vormen van neerslag benoemen en uitleggen hoe neerslag wordt gemeten.
Vragen: 6 en 7

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Les 4 Het weer-2
Neerslag zijn alle vormen van water, die uit de lucht komen vallen, zoals daar zijn: regen, hagel, sneeuw en mist. 
Neerslag wordt gemeten in milimeters. Dit gebeurt door ee Neerslagmeter.

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn voorbeelden van neerslagvormen?
A
Wolken, mist, zonneschijn
B
Hagel, sneeuw, mist
C
Regen, wind, bliksem
D
Sneeuw, zonneschijn, regen

Slide 11 - Quiz

Welke van de volgende behoort tot neerslag?
A
Bliksem
B
Regen
C
Zonneschijn
D
Wind

Slide 12 - Quiz

Hoe worden neerslagvormen gemeten?
A
Met een neerslagmeter in millimeters.
B
Met een zonneschijnmeter in meters.
C
Met een windmeter in centimeters.
D
Met een temperatuurmeter in liters.

Slide 13 - Quiz

Les 4 Het weer-2
De hoeveelheid neerslag is heel erg afhankelijk van de plaats op de aarde. Op
sommige plekken regent het bijna elke dag (het tropisch regenwoud) en op andere plekken (woestijn) regent het nooit.(denk
aan: de watercyclus).

Slide 14 - Diapositive

Wat is kenmerkend voor een woestijnklimaat?
A
Hoge luchtvochtigheid
B
Veel sneeuwval
C
Weinig tot geen neerslag
D
Dagelijkse regenbuien

Slide 15 - Quiz

Waar regent het bijna elke dag?
A
Tropisch regenwoud
B
Savanne
C
Noordpool
D
Woestijn

Slide 16 - Quiz

Wat beïnvloedt de hoeveelheid neerslag op aarde?
A
Plaats op de aarde
B
Seizoenen
C
Luchtvochtigheid
D
Windrichting

Slide 17 - Quiz

Les 5
Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind
Evaluatie
Maak in je groep de vragen 6 en 7
timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Les 5
Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind
dag 3: blz.35 onderdeel 3
Beschrijven hoe wind ontstaat, hoe deze wordt gemeten en wat de richting van de wind inhoudt.
Vragen: 8-9-10

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Les 4 Het weer-3
Wind is een stroom van lucht. Warme lucht veroorzaakt een hogere druk.(denk bijvoorbeeld aan een pressurecooker! dus bij koudere lucht is er minder druk. De lucht probeert van de hoge druk naar de lage druk te gaan (net als water van hoog naar laag gaat) De lucht beweegt dus van hoge druk naar lage druk. De lucht gaat dus bewegen. Dit noemen we wind.

Slide 21 - Diapositive

Les 4 Het weer-3
De wind wordt gemeten in aantal meter per seconde of in windkracht (de schaal van Beaufort).  Bij de wind wordt ook altijd de richting aangegeven. De richting van de wind is altijd, waar de wind vandaan komt,
niet waar hij heen gaat. Bv. Noordenwind betekent dat de wind uit het Noorden komt en dus naar het Zuiden gaat.

Slide 22 - Diapositive

Les 5
Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind
Evaluatie
Maak in je groep de vragen 8-9-10
timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Les 5
Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind
dag 4
Herhaling

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Het Weer
Kernwoorden/begrippen
  • Temperatuur, gemeten met een thermometer.
  • Neerslag, gemeten in millimeters, kan regen, hagel, sneeuw of mist zijn.
  • Wind is de verplaatsing van lucht van hoge naar lage druk.

Slide 27 - Diapositive

Temperatuurmeting en factoren die het beïnvloeden
  • Temperatuur gemeten met een thermometer.
  • Warmte neemt toe dichter bij de evenaar en af met de hoogte en tijdens de winter.

Slide 28 - Diapositive

Wind: oorzaak, meting en richting
  • Wind ontstaat door de verplaatsing van lucht van hoge naar lage druk.
  • Wind wordt gemeten in meter per seconde of Beaufort windkracht.

Slide 29 - Diapositive

Temperatuur
  • Een maat voor hoe warm of koud het is, gemeten met een thermometer.

Slide 30 - Diapositive

Neerslag
  • Water dat in verschillende vormen (regen, hagel, sneeuw, mist) uit de atmosfeer valt, gemeten in millimeters.

Slide 31 - Diapositive

Wind
  • De beweging van lucht van plaatsen met hoge druk naar plaatsen met lage druk, gemeten in meter per seconde of Beaufort.

Slide 32 - Diapositive

Soorten neerslag en metingen
  • Neerslag kan regen, hagel, sneeuw of mist zijn.
  • Neerslag wordt gemeten in millimeters.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Les 5
Het Weer: Temperatuur, Neerslag en Wind
dag 5
Oefen voor de toets!

Slide 35 - Diapositive

Oefenen voor de toets!
  • https://kahoot.it/challenge/07713675?challenge-id=893d9e35-59dd-4f0d-b32c-7e919710bfdd_1706555802801

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive