Grammatica les 1 - redekundig en taalkundig ontleden

De komende tijd:
Grammatica 
Toets op 26 mei.
We werken in LessonUp, met het boek en opdrachten op ELO.
Hoe zien de lessen eruit?
  • Eerste deel: klassikale uitleg.
  • Tweede deel: zelf oefenen (thuis); extra uitleg (in het lokaal).
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De komende tijd:
Grammatica 
Toets op 26 mei.
We werken in LessonUp, met het boek en opdrachten op ELO.
Hoe zien de lessen eruit?
  • Eerste deel: klassikale uitleg.
  • Tweede deel: zelf oefenen (thuis); extra uitleg (in het lokaal).

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen grammatica:
  • ik leer het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.
  • ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen ontleden.
  • ik kan alle woorden uit een zin (enkelvoudig of samengesteld) benoemen.
  • ik zie in dat ik voor het ontleden van zinnen de woordsoort van sommige woorden moet kennen. 
Specifieker:
  • Ik weet hoe ik een werkwoord kan benoemen (zww, kww, hww) en kan zo bepalen of er een ng of wg in de zin staat.
  • Ik weet hoe ik een voegwoord kan benoemen en kan zo bepalen of de zinnen uit een samengestelde zin nevenschikkend of onderschikkend zijn.

Slide 2 - Diapositive

Deze les:
  • Twee verschillende soorten ontleding
  • Herhaling woordsoorten (instaptoets)

Eerst uitleg, daarna: zelf aan de slag.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat is taalkundig ontleden en
wat is redekundig ontleden?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Ontleed deze zin taalkundig:
Ik heb een fiets gekocht.

Slide 10 - Question ouverte

Ontleed deze zin redekundig:
Ik heb een fiets gekocht.

Slide 11 - Question ouverte

Taalkundig vs. redekundig
Taalkundig = woordsoorten --> je stopt elk woord in 'n categorie
          Ik            heb    een fiets gekocht.
pers vnw.  | hww | olw | zn | zww

Redekundig = zinsdelen --> je kijkt naar de functie van zinsdeel
Ik   | heb |  een fiets |  gekocht.
ow    pv              lv                 wg


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag!
Om te checken hoe goed je de woordsoorten nog kent, 
maak je een instaptoets
Deze kun je vinden in SOM bij het huiswerk voor vandaag.
Probeer de toets uit je hoofd te maken. Lukt het echt niet, kijk dan in je boek op blz. 251-255 voor uitleg.
Werk in een schrift of in een document in je Drive.
Als je thuis bent, mag je nu uit de meet. Kom om 12:45 terug.

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk voor woensdag
Kijk de instaptoets na.
Antwoorden kun je vinden in SOM bij het 
huiswerk van woensdag. 
Tel nadat je hebt nagekeken bij welke woordsoorten je de meeste fouten maakt. Noteer dat.

Fijn weekend alvast!

Slide 17 - Diapositive