Herhaling Past Simple, & Continuous, + Must/have to

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welcome

Thursday the 26th of January

- Herhaling Past Simple

- Herhaling Past Continuous

- Herhaling Auxilary verbs

Past Simple: Hoe zat dat?

Past Simple

Je gebruikt de past simple als iets in het verleden is gebeurd en het is afgelopen & het is belangrijk wanneer.

Signaalwoorden: last night, in 2015, this morning, five minutes ago, when I was young. 

+ Hele werkwoord + ED / 2e rijtje onregelmatige werkwoorden (p. 207)

- Didn't + hele werkwoord

? Did + onderwerp + hele werkwoord

 

+ I walked the dog this morning. 

- I didn't walk the dog this morning.

? Did I walk the dog this morning?

Let op!

Bij een ontkenning en een vraag met to be gebruik je geen did/didnt, maar was(n't)/were(n't)

I, he, she, it = was

you, they, we = were

They weren't in Spain last year.

Were they in Spain last year?

Spellingsuitzonderingen

1. Ww eindigt in -e -> alleen d toevoegen

arrange -> arranged

2. WW eindigt in medeklinker + y -> medeklinker + ied

try -> tried

3. Korte WW die eindigen met klinker  + medeklinker -> medeklinker verdubbelen + ed

Plan -> planned

4. WW met meerdere lettergrepen, die eindigen met een -L -> -lled

travel -> travelled

Past continuous: hoe zat dat?

Past Continuous

Gebruik je als iets in het verleden een tijdje aan de gang was OF als een activiteit onderbroken is door een andere activiteit.

+ Was/were + hele werkwoord + ing

- wasn't/weren't + hele werkwoord + ing

? Was/Were + onderwerp + hele werkwoord + ing

Signaal woorden: when & while

Past Continuous

+ I was doing the dishes.

- She wasn't doing the dishes.

? Were they doing the dishes.

Past Continuous + Past simple

Komen samen voor in 1 zin als een actie een andere actie onderbreekt. 

1e actie = Past continuous

2e actie = Past Simple

I was doing my homework when the bell rang. 

I was watching tv when my mother called me

Past Continuous: Spellingsuitzonderingen

1. ww eindigt met medeklinker + e -> vervang de -e door -ing

arrange -> was arranging

2. ww eindigt op een korte klinker + medeklinker -> medeklinker verdubbelen + ing

plan -> was planning

3. ww eindigt met meerdere lettergrepen en een -l -> dubbel l + ing

travel -> was travelling

Past Simple vs Past Continuous

Where? Hand-out

What? Fill in the correct form. 
How? In pairs
Help? Ask the teacher

Finished?

- Study for the test: Vocabulary unit 2 NL-EN & EN-NL

                                          Grammar unit

                                          Irregular verbs 

Auxilary verbs = hulpwerkwoorden

have to - must 

HAVE TO	MUST
De verplichting wordt door IEMAND ANDERS opgelegd.	De verplichting of noodzaak wordt persoonlijk gevoeld of het kan niet anders.
Sterk advies	Sterk advies.
have/has to + hele werkwoord	must + hele werkwoord
I have to be there on time.	I must visit grandma, we haven't seen her in ages.

don't have to - musn't

Don't/doesn't have to	Mustn't
Niet hoeven	Niet moeten/mogen
Don't/doesn't + have to + hele werkwoord	Mustn't + hele werkwoord
You don't have to do this if you don't want to.	I mustn't be home late.

Next classes HA2E

Monday the 30th of January

No class.

Tuesday the 31st of January

SO Unit 2

Thursday the 2nd of February

SO bespreken?*