Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
3.2 Atmosfeer: wind en luchtdruk
Atmosfeer: luchtdruk en wind
Atmosfeer: luchtdruk en wind
Slide 1 - Diapositive
Welke uitspraken zijn juist: 1: Warme lucht zet uit en stijgt op. 2: Koude lucht krimpt en daalt.
A
1= juist
2= onjuist
B
1= onjuist
2= juist
C
Beide onjuist
D
Beide juist
Slide 2 - Quiz
Welke uitspraken zijn juist: 1: Bij stijgende lucht ontstaat er weinig neerslag. 2: Bij dalende lucht ontstaat er weinig neerslag.
A
1= juist
2= onjuist
B
1= onjuist
2= juist
C
Beide onjuist
D
Beide juist
Slide 3 - Quiz
Als warme lucht bij het aardoppervlak stijgt, ontstaat er bij het aardoppervlak een .....
A
lucht tekort
B
lucht overschot
C
hogedrukgebied
D
lagedrukgebied
Slide 4 - Quiz
Wat is een ander woord voor lagedrukgebied?
A
lucht tekort
B
lucht overschot
C
minimum
D
maximum
Slide 5 - Quiz
Wat is een ander woord voor hogedrukgebied?
A
lucht tekort
B
lucht overschot
C
minimum
D
maximum
Slide 6 - Quiz
Bij de evenaar vinden we vaak een ...1... en bij de noord/zuidpool vinden we vaak een ...2...
A
1= hogedrukgebied
2= lagedrukgebied
B
1= maximum
2= minimum
C
1= lagedrukgebied
2= hogedrukgebied
D
1= minimum
2= maximum
Slide 7 - Quiz
Wind ontstaat als lucht van een ...1... naar een ...2... beweegt.
A
1= maximum
2= minimum
B
1= minimum
2= maximum
C
1= hogedrukgebied
2= lagedrukgebied
D
1= lagedrukgebied
2= hogedrukgebied
Slide 8 - Quiz
''Wind ontstaat als lucht van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied beweegt.'' is onderdeel van de Wet van ....?...
Slide 9 - Question ouverte
Verder staat in de Wet van Buys Ballot dat ''de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar ...1... heeft en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar ...2... heeft.