Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Oefenen
Oefenen
Kijk en luister
1 / 53
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
53 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositive de texte
et
7 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Oefenen
Kijk en luister
Slide 1 - Diapositive
00:28
Waarom slaat hij met een hamer?
A
Zijn borstel is stout.
B
Zijn borstel is zacht.
C
Zijn borstel is hard.
D
Zijn borstel is klein.
Slide 2 - Quiz
01:05
Wat gebruikt hij om te verven?
A
Zijn beer.
B
Zijn handdoek.
C
Zijn sok.
D
Zijn jas.
Slide 3 - Quiz
01:18
Waar hangt de verf op?
A
Op de tafel.
B
Op de lamp.
C
Op het bed.
D
Op zijn jas.
Slide 4 - Quiz
01:47
Wat pakt Mr. Bean in?
A
Een appel.
B
Een peer.
C
Een banaan.
D
Een sinaasappel.
Slide 5 - Quiz
03:01
Wat doet Mr. Bean in de verf?
A
Een bom.
B
Vuurwerk.
C
Een borstel.
D
Vuur.
Slide 6 - Quiz
04:00
Wie gaat binnen bij Mr. Bean?
A
Zijn buurvrouw.
B
Zijn oma.
C
Zijn kind.
D
Zijn buurman.
Slide 7 - Quiz
04:45
Wat wilde de buurman pakken?
A
Zijn stok.
B
Zijn jas.
C
Zijn hoed.
D
Zijn telefoon.
Slide 8 - Quiz
04:48
Mr. Bean kan goed verven.
A
Dat vind ik ook.
B
Dat vind ik niet.
Slide 9 - Quiz
5
Slide 10 - Vidéo
7
Slide 11 - Vidéo
8
Slide 12 - Vidéo
3
Slide 13 - Vidéo
00:06
Wat vliegt in haar gezicht?
A
een vis
B
een kip
C
een paard
D
een kat
Slide 14 - Quiz
00:27
Waarom valt de man?
A
Door de regen.
B
Door de wind.
C
Door de sneeuw.
D
Door de zon.
Slide 15 - Quiz
00:40
Wat gebeurt er met de jongen?
A
Hij danst.
B
Hij lacht.
C
Hij huilt.
D
Hij vliegt.
Slide 16 - Quiz
4
Slide 17 - Vidéo
9
Slide 18 - Vidéo
9
Slide 19 - Vidéo
00:16
Wat zie je?
A
Een vliegtuig.
B
Een fiets.
C
Een trein.
D
Een bus.
Slide 20 - Quiz
00:34
Heeft de man een sleutel om zijn auto te sluiten?
A
Nee.
B
Ja.
Slide 21 - Quiz
01:21
Zou jij hierin willen vliegen?
A
Ja.
B
Nee.
Slide 22 - Quiz
01:43
Wat doet het kind?
A
Hij leest.
B
Hij schrijft.
C
Hij speelt.
D
Hij tekent.
Slide 23 - Quiz
01:51
Rijdt mama zelf met de auto?
A
Ja.
B
Nee.
Slide 24 - Quiz
02:26
Zijn de mensen echt samen?
A
Ja.
B
Nee.
Slide 25 - Quiz
03:14
Wat geeft de robot?
A
Een glas cola.
B
Een glas wijn.
C
Een glas water.
D
Een glas sinaasappelsap.
Slide 26 - Quiz
03:40
Wil jij graag een robot?
A
Ja.
B
Nee.
Slide 27 - Quiz
03:41
Wat is de toekomst?
A
Nu.
B
De tijd over 5, 10, 20, .. jaar.
Slide 28 - Quiz
00:14
Wat gaat Mr. Bean doen?
A
Eten.
B
Lopen.
C
Drinken.
D
Verven.
Slide 29 - Quiz
00:11
Welke kleur is de trui van de man?
A
Zwart en geel.
B
Wit en blauw.
C
Groen en oranje.
D
Wit en rood.
Slide 30 - Quiz
01:37
Waarmee hangt de jongen vast aan de paal?
A
Zijn oor.
B
Zijn tong.
C
Zijn oog.
D
Zijn neus.
Slide 31 - Quiz
02:20
Waar kruipt de kat door?
A
De regen.
B
Het gras.
C
De sneeuw.
D
De modder.
Slide 32 - Quiz
02:37
Waarom valt de man?
A
Door de wind.
B
Door de regen.
C
Door de sneeuw.
D
Door de zon.
Slide 33 - Quiz
00:03
Wat doet de poes?
A
De poest pakt water uit een glas.
B
De poes pakt bier uit een glas.
C
De poes pakt thee uit een glas.
D
De poes pakt koffie uit een glas.
Slide 34 - Quiz
00:22
Wat gebeurt er met de poes?
A
De poes springt.
B
De poest miauwt.
C
De poes valt.
Slide 35 - Quiz
00:41
Welke kleur heeft de poes?
A
Groen en geel.
B
Wit en blauw.
C
Zwart en ros.
D
Wit en ros.
Slide 36 - Quiz
01:02
Wat zat er in mond van de kat?
A
Een snoepje.
B
Een tandenborstel.
C
Een kam.
D
Een doek.
Slide 37 - Quiz
01:14
De poes doet de doos...
A
dicht.
B
open.
Slide 38 - Quiz
01:24
Wat wilt de poes pakken?
A
Zijn straat.
B
Zijn srtaart
C
Zijn staart.
D
Zijn start.
Slide 39 - Quiz
02:15
Welke kleuren hebben de poezen?
A
Wit en rood.
B
Groen en geel.
C
Zwart en zwart.
D
Zwart en wit.
Slide 40 - Quiz
02:26
Waar speelt de poes?
A
In de sneuw.
B
In de sneeuw.
C
In de sneeeuw.
D
In de sneeuv
Slide 41 - Quiz
00:34
Waarom schrijft Mr. Bean een kaart?
A
Hij is jarig.
B
Hij heeft werk.
Slide 42 - Quiz
00:48
Wat gaat hij maken?
A
Frietjes
B
Een taart
C
Kip
D
Rijst
Slide 43 - Quiz
00:59
Wat is dit?
A
Bloem
B
Melk
C
Ei
D
Suiker
Slide 44 - Quiz
01:10
Wat is dit?
A
Bloem
B
Suiker
C
Boter
D
Ei
Slide 45 - Quiz
01:37
Hoe mengt Mr. Bean alles?
A
Met een lepel
B
Met een vork
C
Met een mes
D
Met zijn handen
Slide 46 - Quiz
02:01
Hoeveel kommen gebruikt hij?
A
een
B
drie
C
twee
D
vier
Slide 47 - Quiz
04:01
Is de taart goed of niet goed?
A
Goed
B
Niet goed
Slide 48 - Quiz
00:28
Wat gebeurt er met de man?
A
Hij valt.
B
Hij loopt.
C
Hij leest.
D
Hij schrijft.
Slide 49 - Quiz
00:45
Waar slaat hij de man?
A
Op zijn voet.
B
Op zijn been.
C
Op zijn hoofd.
D
Op zijn arm.
Slide 50 - Quiz
01:30
Wat breekt de man?
A
Het ijs.
B
Zijn been.
C
De deur.
D
Het glas.
Slide 51 - Quiz
02:31
Waar gooit hij zijn muts?
A
In het zwembad.
B
In de tuin.
C
Naar de mensen.
D
Op de grond.
Slide 52 - Quiz
03:04
Waar valt hij over?
A
Een hondje.
B
Een kind.
C
De stoel.
D
De mat.
Slide 53 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
MR Bean verven
Mai 2024
- Leçon avec
10 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Ster in schrijven, Alfa A, les 4 - Nederland - 4. Hier woon ik blz. 87-91
Mai 2023
- Leçon avec
16 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Kijk naar de video en beantwoord de vragen.
il y a 6 jours
- Leçon avec
15 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
Kijk naar de video en beantwoord de vragen.
Décembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
Kijk naar de video en beantwoord de vragen.
il y a 7 jours
- Leçon avec
15 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
Kijk naar de video en beantwoord de vragen.
Juin 2024
- Leçon avec
15 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
Merry Christmas Mister Bean
Décembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
Merry Christmas Mister Bean
il y a 16 jours
- Leçon avec
23 diapositives
NT2
Hoger onderwijs