Kijk naar de video en beantwoord de vragen.

1 / 15
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 14 diapositives
NT2Hoger onderwijs

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

14

Slide 1 - Vidéo

01:07
Wie is de man met de baard?
A
Meneer Bean
B
De kerstman
C
Sinterklaas
D
De docent

Slide 2 - Quiz

01:36
Welke kleur kerstbal kiest Mr. Bean?
A
De rode kerstbal
B
De groene kerstbal
C
De gouden kerstbal
D
De witte kerstbal

Slide 3 - Quiz

02:17
Wat zoekt Mr. Bean?
A
Hij zoekt een stopcontact.
B
Hij zoekt een oplader.
C
Hij zoekt een lamp.
D
Hij zoekt een aan-uitknop.

Slide 4 - Quiz

03:03
Wat is dat?
A
De kerstboom
B
De kerstlichtjes
C
De kerstslinger
D
De kerststal

Slide 5 - Quiz

07:05
Wat wil de vrouw als kerstcadeau?
A
Ze wil een kerstbal.
B
Ze wil een ketting.
C
Ze wil een ring.
D
Ze wil een muts.

Slide 6 - Quiz

07:57
Wat heeft het jongetje gedaan?
A
Hij heeft veel gewerkt.
B
Hij heeft veel gegeven.
C
Hij heeft veel gestolen.
D
Hij heeft veel gegeten.

Slide 7 - Quiz

11:53
Wat doet Mr. Bean?
A
Hij gooit de kerstboom uit het raam.
B
Hij duwt de kerstboom naar beneden.
C
Hij kijkt uit het raam.
D
Hij gooit de kaart uit het raam.

Slide 8 - Quiz

12:11
Wat doet Mr. Bean?
A
Hij steekt de brievenbus in de kaart.
B
Hij steekt de kaart in de brievenbus.
C
Hij legt de kaart op de tafel.
D
Hij hangt de kaart op.

Slide 9 - Quiz

14:01
Wat doet Mr. Bean?
A
Hij legt de sok op de haard.
B
Hij zet de sok op de stoel.
C
Hij hangt de sok aan de haard.
D
Hij hangt de haard aan de sok.

Slide 10 - Quiz

15:21
Wat doen de kinderen?
A
De kinderen dansen.
B
De kinderen huilen.
C
De kinderen zingen.
D
De kinderen praten.

Slide 11 - Quiz

17:34
Wat krijgt Mr. Bean als cadeau?
A
Hij krijgt een zakdoek.
B
Hij krijgt een onderbroek.
C
Hij krijgt een sok.
D
Hij krijgt niets.

Slide 12 - Quiz

18:43
Wat kookt Mr. Bean?
A
Hij kookt kip.
B
Hij kookt kalkoen.
C
Hij kookt vis .
D
Hij kookt lamsvlees.

Slide 13 - Quiz

23:05
Wat krijgt het meisje als cadeau?
A
Een puzzel
B
Een ring
C
Een horloge
D
Een foto

Slide 14 - Quiz

24:46
Wat gebeurt er op het einde?
A
Het meisje is blij.
B
Hij trouwt met het meisje.
C
Zijn appartement ontploft.
D
Hij krijgt nog een cadeau.

Slide 15 - Quiz