De Ontwikkelingsfasen van de Mens

De Ontwikkelingsfasen van de Mens
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De Ontwikkelingsfasen van de Mens

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de verschillende ontwikkelingsfasen van de mens benoemen en begrijpen.

Slide 2 - Diapositive

Geef een overzicht van het doel van de les aan het begin, zodat de studenten weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet je al over de verschillende ontwikkelingsfasen van de mens?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Concept van ontwikkelingsfasen
Ontwikkelingsfasen zijn de verschillende stadia van groei en verandering die mensen doormaken vanaf de geboorte tot de dood.

Slide 4 - Diapositive

Introduceer het concept van de verschillende ontwikkelingsfasen en leg uit waarom het belangrijk is om ze te begrijpen.
Prenatale fase
De prenatale fase is de periode vanaf de conceptie tot de geboorte.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit wat de prenatale fase is en noem enkele belangrijke mijlpalen en gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens deze periode.
Babytijd en Peutertijd
Babytijd is de periode vanaf de geboorte tot ongeveer 2 jaar. Peutertijd is van 2 tot 3 jaar.

Slide 6 - Diapositive

Beschrijf de babytijd en peutertijd en noem enkele belangrijke mijlpalen en gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens deze periode.
Kleutertijd en Basisschoolleeftijd
Kleutertijd is van 3 tot 6 jaar. Basisschoolleeftijd is van 6 tot 12 jaar.

Slide 7 - Diapositive

Beschrijf de kleutertijd en basisschoolleeftijd en noem enkele belangrijke mijlpalen en gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens deze periode.
Adolescentie
Adolescentie is de periode vanaf ongeveer 12 jaar tot het begin van de volwassenheid, rond 18-21 jaar.

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf de adolescentie en noem enkele belangrijke mijlpalen en gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens deze periode.
Jonge volwassenheid
Jonge volwassenheid is de periode vanaf ongeveer 18-21 jaar tot ongeveer 40 jaar.

Slide 9 - Diapositive

Beschrijf de jonge volwassenheid en noem enkele belangrijke mijlpalen en gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens deze periode.
Midden volwassenheid
Midden volwassenheid is de periode van ongeveer 40 tot 65 jaar.

Slide 10 - Diapositive

Beschrijf de midden volwassenheid en noem enkele belangrijke mijlpalen en gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens deze periode.
Late volwassenheid
Late volwassenheid is de periode vanaf ongeveer 65 jaar tot het einde van het leven.

Slide 11 - Diapositive

Beschrijf de late volwassenheid en noem enkele belangrijke mijlpalen en gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens deze periode.
Nature versus nurture
De discussie over of ontwikkeling het resultaat is van de natuur (genetica) of nurture (omgevingsfactoren) is nog steeds actueel.

Slide 12 - Diapositive

Beschrijf de discussie over nature versus nurture en leg uit hoe beide factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van de mens.
Interactieve quiz
Test je kennis over de verschillende ontwikkelingsfasen van de mens met deze quiz!

Slide 13 - Diapositive

Gebruik een interactieve quiz om de kennis van de studenten te testen en hen te helpen hun begrip van de lesstof te versterken.
Cognitieve ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling verwijst naar de ontwikkeling van het denkvermogen en de mentale processen.

Slide 14 - Diapositive

Leg uit wat cognitieve ontwikkeling is en noem enkele belangrijke theorieën en concepten die ermee verband houden.
Sociale en emotionele ontwikkeling
Sociale en emotionele ontwikkeling verwijst naar de ontwikkeling van relaties, emoties en persoonlijkheid.

Slide 15 - Diapositive

Beschrijf sociale en emotionele ontwikkeling en noem enkele belangrijke theorieën en concepten die ermee verband houden.
Persoonlijkheidsontwikkeling
Persoonlijkheidsontwikkeling verwijst naar de ontwikkeling van iemands unieke kenmerken en eigenschappen.

Slide 16 - Diapositive

Leg uit wat persoonlijkheidsontwikkeling is en noem enkele belangrijke theorieën en concepten die ermee verband houden.
Kritieke periodes
Kritieke periodes zijn perioden waarin bepaalde ontwikkelingen moeten plaatsvinden om de rest van de ontwikkeling mogelijk te maken.

Slide 17 - Diapositive

Leg uit wat kritieke periodes zijn en noem enkele voorbeelden van belangrijke kritieke periodes in de ontwikkeling van de mens.
Sociale invloeden
Sociale invloeden hebben een grote invloed op de ontwikkeling van de mens, zoals familie, peers en cultuur.

Slide 18 - Diapositive

Beschrijf de invloed van sociale factoren op de ontwikkeling van de mens en noem enkele belangrijke theorieën en concepten die ermee verband houden.
Culturele diversiteit
Culturele diversiteit verwijst naar de verschillende culturen en subculturen die bestaan in de wereld.

Slide 19 - Diapositive

Leg uit wat culturele diversiteit is en waarom het belangrijk is om culturele diversiteit te begrijpen in relatie tot ontwikkeling.
Ontwikkelingsstoornissen
Ontwikkelingsstoornissen zijn aandoeningen die de normale ontwikkeling van de mens verstoren, zoals autisme en ADHD.

Slide 20 - Diapositive

Beschrijf ontwikkelingsstoornissen en noem enkele belangrijke voorbeelden van deze aandoeningen.
Conclusie
De verschillende ontwikkelingsfasen van de mens zijn belangrijk om te begrijpen omdat ze ons helpen de ontwikkeling van onszelf en anderen beter te begrijpen.

Slide 21 - Diapositive

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk het belang van het begrijpen van de verschillende ontwikkelingsfasen.
Vragen
Zijn er nog vragen over de ontwikkelingsfasen van de mens?

Slide 22 - Diapositive

Geef studenten de kans om vragen te stellen en zorg ervoor dat alle vragen worden beantwoord voordat de les wordt afgesloten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.