Hoofdstuk 5: procenten zonder rekenmachine

Hoofdstuk 5: 
Procenten zonder rekenmachine
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5: 
Procenten zonder rekenmachine

Slide 1 - Diapositive

Planning
1. Voorkennis ophalen
2. Uitleg hoofdstuk 5.1
3. Aan de slag met hoofdstuk 5.1
4. Uitleg hoofdstuk 5.2
5. Aan de slag met hoofdstuk 5.1 en 5.2

Slide 2 - Diapositive

Waar komen wij procenten tegen?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 5.1
1. Je weet wat 1% betekent.
 
2. Je kunt een breuk zonder rekenmachine omzetten naar een
percentage.

3. Je kunt een percentage zonder rekenmachine omzetten naar een breuk.

4. Je kunt een verhouding herkennen aan de woorden per, van de, of op de.

Slide 5 - Diapositive

Hoofdstuk 5.1
Een procent is een honderdste deel van iets.


Wanneer de batterij van de telefoon vol is, is hij 100%


Slide 6 - Diapositive

Hoofdstuk 5.1
1 : 2 = 0,5
0,5 x 100 = 50%

1 : 4 = 0,25
0,25 x 100 = 25%
1 : 5 = 0,2
0,2 x 100 = 20%

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

55 % van de jongeren in Boshoeve zit op een sport.
Hoeveelste deel is dat?
Vereenvoudig zoveel mogelijk.

Slide 9 - Diapositive

Op basisschool De regenboog zitten 80 leerlingen.
32 leerlingen hebben een tablet.
De helft van de leerlingen met een tablet, heeft ook een koptelefoon.

Hoeveel procent van de leerlingen heeft een tablet met koptelefoon?

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
1. Maak hoofdstuk 5.1
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Hoofdstuk 5.2

1. Je kunt zonder rekenmachine een percentage van iets uitrekenen.

2. Je kunt zonder rekenmachine terugrekenen naar 100%.

Slide 12 - Diapositive

Op een kleine school zitten 300 leerlingen.
Hieronder staan 5 zinnen met dezelfde betekenis.

a) 20% van de leerlingen heeft een eigen tv op de slaapkamer.
b) 1 op de 5 leerlingen heeft een eigen tv op de slaapkamer.
c) 1 van de 5 leerlingen heeft een eigen tv op de slaapkamer.
d) 1 per 5 leerlingen heeft een eigen tv op de slaapkamer.
e) 1/5 deel van de leerlingen heeft een eigen tv op de slaapkamer.

Slide 13 - Diapositive

Op een kleine school zitten 300 leerlingen.
20% van de leerlingen heeft een eigen tv op de slaapkamer.
Hoeveel van de 300 leerlingen hebben nu een eigen tv op de slaapkamer?
300
aantal 
procent
aantal leerlingen
100
1
20

Slide 14 - Diapositive

Hoeveel rode kralen zitten er in de pot?

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
1. Maak hoofdstuk 5.1
2. Hoofdstuk 5.2
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive