DHA1A K4 Tiere Grammatik B + Wiederholung K3

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Hast du ein Haustier? Ja? lade hier ein Foto von deinem Haustier hoch
Hast du kein Haustier? Lade ein Foto von deinem Lieblingstier hoch

Lernziel:

Je gebruikt het voltooid deelwoord (in het Duits das Partizip).

www.google.com

Was weißt du, was ein Partizip (voltooid deelwoord) auf Deutsch ist?

Het voltooid deelwoord (das Partizip) van zwakke werkwoorden

Het voltooid deelwoord (das Partizip) wordt gevormd door: ge + stam + t.

hören:  Wir haben es gestern schon gehört.

spielen Das Kind hat mit einem Ball gespielt.

Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door: stam + t.

fotografieren:  Was hast du fotografiert?

Het voltooid deelwoord van werkwoorden met be- of ver- wordt gevormd door: stam + t

versorgen. Er hat die Katze versorgt

besuchen Wir haben das Kino besucht

Het voltooid deelwoord (das Partizip) van sterke werkwoorden

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden wordt anders gevormd, net als in het Nederlands.

 

In de Lernliste staat dan ook het voltooid deelwoord. Dit moet je ook leren.

Bijvoorbeeld:

beschrijven – beschreven beschreiben – beschrieben

zwemmen – gezwommen schwimmen – geschwommen

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin
Er hat seine Hausaufgaben (machen) ... .

1. gemacht
2. gemachen

Haben wir Aufgabe 5 schon (kontrollieren) ... ?

1. gekontrolliert
2. gekontrollieren
3. kontrolliert

Hast du deine neue Schule (besuchen) ... ?

1. gebesucht
2. gebesuchen
3. besucht
4. besuchd

welke sterke werkwoorden vind je in de Lernliste op blz 132?

Wiederholung Grammatik A van K.3

het geslacht van zelfstandige naamwoorden

Mannelijke persoons- en diernamen in het Duits hebben het lidwoord

1. der
2. das
3. die

De namen van de dagen, de maanden, de jaargetijden en de windrichtingen: welk lidwoord?

1. die
2. das
3. der

De meeste stammen van werkwoorden: welk lidwoord? Anfang, Sitz

1. der
2. die
3. das

Vrouwelijke persoons- en diernamen: welk lidwoord?

1. der
2. die
3. das

De meeste dingen die eindigen op -e hebben het lidwoord

1. der
2. die
3. das

Woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung, -ur, -ei, -ik, -ion, -tät hebben het lidwoord

1. der
2. die
3. das

De getallen eins, zwei, drei hebben het lidwoord

1. der
2. die
3. das

Veel onzijdige woorden in het Nederlands (het-woorden) hebben in het Duits het lidwoord

1. der
2. die
3. das

Woorden die eindigen op -chen
en -lein hebben het lidwoord

1. der
2. das
3. die

3 dingen die je vandaag geleerd hebt

Iets wat je niet goed begrepen hebt