Ravj - 4.1 t/m 4.8

Welkom
3 HAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 4
Een eigen bedrijf


1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom
3 HAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 4
Een eigen bedrijf


Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Lesdoelen
  • Theorie H4
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Werkgever en werknemer
Werkgever
Werknemer

Slide 3 - Diapositive

Werkgever of werknemer
Werkgever --> De  baas, een bedrijf of instelling

Werknemer --> Werkt voor de werkgever

Slide 4 - Diapositive

Werknemer en werkgever
  • Wie is in onze school de werkgever?

Slide 5 - Diapositive

Afzet & omzet 
Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

Berekening omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Ik heb 255 frikandelbroodjes verkocht voor 1,85 euro. Bereken de omzet.

Slide 8 - Question ouverte

Hoe bereken je de nettowinst?

Omzet
- Inkoopwaarde van de omzet
Brutowinst
- Bedrijfskosten
Nettowinst

Slide 9 - Diapositive

Resultatenrekening (of W&V)
  • Omzet = Afzet x verkoopprijs
  • Inkoopwaarde van de omzet (ingekocht ijs, ingrediënten)
  • Brutowinst = Omzet - Inkoopwaarde van de omzet
  • Bedrijfskosten (huur, lonen, rente, afschrijving, energie)
  • Nettowinst = Brutowinst = bedrijfskosten

Slide 10 - Diapositive

Van omzet naar nettoresultaat

-Afzet:  aantal verkochte producten

-Omzet:  geld dat binnenkomt uit de verkoop (EXCLUSIEF BTW)

WINSTBEREKENING:

Afzet  x verkoopprijs  =                                                                         Omzet

Afzet x inkoopprijs  =                                                                             Inkoopwaarde -

                                                                                                                          BRUTORESULTAAT

(huurpand, elektriciteit, personeelskosten) =                        Bedrijfskosten -

                                                                                                                         NETTORESULTAAT

                                                            





Slide 11 - Diapositive

Ik verkoop 350 frikandelboordjes voor 1,95 euro.
De inkoopwaarde per broodje is 1,10 euro.
De overige kosten zijn 50 euro.
Bereken de netto winst.

Slide 12 - Question ouverte

Aan de slag
4.1 tot en met 4.8

Slide 13 - Diapositive