H7 object pronomen

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBeroepsopleiding

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Subjectvorm (personen)
Objectvorm (personen)
ik
me
mij
jou
hem
zij
ons
hen

Slide 3 - Question de remorquage

In welke zinnen wordt er een object pronomen gebruikt? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Dit is mijn nieuwe fiets. Ik heb hem pas drie weken
B
Dit is een goed boek. Het kost twaalf euro
C
Dat zijn leuke schoenen! Mag ik ze even passen?
D
Kan ze mij helpen?

Slide 4 - Quiz

Vul het juiste object pronomen in:
Mijn fiets is gestolen! Heb je ______ gezien?

Slide 5 - Question ouverte

Vul het juiste object pronomen in:
Tomaten vind ik vies. Kun je _____ van mijn broodje afhalen?

Slide 6 - Question ouverte

Vul het juiste object pronomen in:
Wij hebben gisteren nieuwe broeken gekocht. Wil je _____ zien?

Slide 7 - Question ouverte

Vul het juiste object pronomen in:
Wij spreken geen Duits. Zou je _____ kunnen helpen?

Slide 8 - Question ouverte

Vul het juiste object pronomen in:
Ik woon sinds kort in Utrecht. Kun je ______ helpen? Ik moet naar het winkelcentrum Hoog Catharijne.

Slide 9 - Question ouverte

Vul het juiste object pronomen in:
Heb je toevallig mijn vrienden gezien? ______ zijn net langs gelopen.

Slide 10 - Question ouverte

Vul het juiste object pronomen in:
Ik koop graag broeken bij de C&A. Daar zijn ______ vaak heel goedkoop.

Slide 11 - Question ouverte