Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Wisk 5.3 - Rekenen met gewicht
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat was gewicht alweer?
A
grootheid
B
eenheid
Slide 4 - Quiz
eenheden van gewicht
Slide 5 - Carte mentale
Wat is de afkorting van kilogram?
A
kilo
B
gram
C
g
D
kg
Slide 6 - Quiz
Wat is de afkorting van gram?
A
g
B
gr
C
gram
D
kilo
Slide 7 - Quiz
Hoeveel kilogram is 1000 gram?
A
1
B
10
C
100
D
1000
Slide 8 - Quiz
Het meetinstrument van gewicht is
A
klok
B
meetlint
C
weegschaal
D
horloge
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Als iets heel veel weegt is het
A
licht
B
zwaar
Slide 20 - Quiz
Als iets heel weinig weegt is het
A
licht
B
zwaar
Slide 21 - Quiz
Een vrachtwagen weegt ongeveer 7
A
ton
B
kilogram
C
gram
D
milligram
Slide 22 - Quiz
Een zak met 12 appels weegt ongeveer 2
A
ton
B
kilogram
C
gram
D
milligram
Slide 23 - Quiz
2 potloden wegen samen ongeveer 12
A
ton
B
kilogram
C
gram
D
milligram
Slide 24 - Quiz
Een banaan weegt ongeveer 100
A
ton
B
kilogram
C
gram
D
milligram
Slide 25 - Quiz
Adam is 17 jaar oud. Hij weegt 65
A
ton
B
kilogram
C
gram
D
milligram
Slide 26 - Quiz
Karin heeft 2 kg appels. Yuri heeft 3 kg appels. Hoeveel kg hebben zij in totaal?
Slide 27 - Question ouverte
Carlos weegt 54 kg. Jasper is 2 kg lichter. Hoe zwaar is Jasper?
Slide 28 - Question ouverte
Meike koopt 6 pennen. Het gewicht per pen is 10 gram. Hoeveel wegen de pennen samen?
A
16 g
B
60 g
C
50 g
D
4 g
Slide 29 - Quiz
Piet heeft 300 gram vlees gekocht. Siem heeft 150 gram vlees. Hoeveel gram vlees hebben zij in totaal?
A
150 g
B
450 g
C
400 g
D
200 g
Slide 30 - Quiz
Mira heeft 300 mg kruiden. Ze doet 50 mg in de pan. Hoeveel heeft ze over?
A
350 mg
B
250 mg
C
200 mg
D
150 mg
Slide 31 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
rekenen met gewicht-2
Juillet 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Wisk 5.3 - Rekenen met gewicht
Septembre 2024
- Leçon avec
48 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Rekenen: meten van gewicht
Avril 2018
- Leçon avec
13 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 5
Economie & Handel: Gewichten les 2
Janvier 2021
- Leçon avec
42 diapositives
Economie
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Gewichten schatten
Novembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Gewichten schatten
Septembre 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
1.3 gewicht - rekenen
Février 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Maten en hoeveelheden: gewicht
Septembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4