2F Dienstag, den 11. Oktober 2022 K1:Aussprache

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Kapitel 1: Ich

Dienstag, den 11. Oktober 2022

• Willkommen
• Ziele
• Sprachmittel üben
• Verb sein + Personalpronomen üben
• Lernliste Spinner
• Vorbereitung Test + Fragen
• Woche 41
• Zum Schluss

Ziele:

• Je kunt oefenen met de woorden uit de Lernliste.
  
• Je kunt oefenen met de zinnen uit de Sprachmittel.
• Je kunt het werkwoord sein toepassen.
• Je kent de persoonlijke vnw. in het Duits.

Sprachmittel üben:

Hoe oud ben je?
Vertalen in het Duits?

Wat is je adres?
Vertalen in het Duits?

Hoe heet je?
Vertalen in het Duits?

Waar woon je?
Geen antwoord in het Duits.

Waar kom je vandaan?
Geef antwoord in het Duits.

Verb sein + Personalpronomen üben:

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ich ....

1. bin
2. bist
3. ist
4. sind

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
wir ...

1. bin
2. bist
3. sind
4. seid

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
es ...

1. bin
2. bist
3. ist
4. sind

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ihr

1. bin
2. bist
3. sind
4. seid

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
zij (enkelvoud)

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
jullie

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
u

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
hij

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits:
zij (meervoud)

ik ben
Vertalen in het Duits.

zij is
Vertalen in het Duits.

wij zijn
Vertalen in het Duits.

Hans und Gretel sind krank (ziek).
... liegen im Bett. (... liggen in bed).
Vervang Hans en Gretel voor een persoonlijk vnw.

Lernliste: Spinner

Wörter üben.

Schreib die Antworten in dein Heft.

Vorbereiten Test online:

Slim Stampen

Oefentoets

Fragen Test?

Woche 41

Kapitel 2: Wir

• Leren Lernliste de broer t/m de vriend  Seite 60 + A Sehen Seite 60

Beantwoord de vragen:
1. Wat gaat al goed?
2. Hoe heb je geleerd?
3. Ben je tevreden over jouw manier van leren?

Zum Schluss: