Leerjaar 2 VOA Dienstverlening en zorg H5 Les 1 Werken in een kapsalon

Dienstverlening en zorg H5       Les 1
Werken in de kapsalon
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
VOAVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Dienstverlening en zorg H5       Les 1
Werken in de kapsalon

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
-We hebben het gehad over werken in een sporthal/sportcentrum
-Welke eigenschappen je daarvoor moet hebben en welke werkzaamheden je daar moet doen.

Slide 2 - Diapositive

Doel: Werken in een kapsalon:  Je leert...
-Welke werkzaamheden  je gaat doen als kappershulp
-Je leert klanten vriendelijk en beleefd te woord staan en behulpzaam zijn (b.v. aan de telefoon)
-Je leert dat het maken van een goede indruk belangrijk is
-Je leert de kapsalon netjes houden en attributen klaarleggen
-En dat allemaal in een korte tijd

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

In de kapsalon
-Je doet heel afwisselend werk
-Je krijgt instructies van ervaren collega's 
-Je reageert snel
-Vaak doe je een paar klusjes achter elkaar, zoals koffie zetten, klanten begroeten, haren bij elkaar vegen of opruimen
-De kapsalon ziet er altijd schoon en netjes uit, zeker als er klanten zijn
-De medewerkers zijn vriendelijk en behulpzaam en zien er goed verzorgd uit.

Slide 5 - Diapositive

De kapsalon
-In de kapsalon werken vaak meer mensen en er zijn vaak meer klanten aanwezig
-Er werken b.v. 1 kapper en 3 kapsters en er zijn 6 klanten aanwezig
-Twee dames zitten onder de droogkap, 
-1 kapster wast de haren van een man
-1 kapster kleurt het haar van een oude dame
-De kapper knipt het haar van een meisje
-Een jongen wacht rustig op zijn beurt
-Er gebeurt dus veel tegelijk en er moeten dus veel werkzaamheden tegelijk gebeuren
-Jij helpt daarbij. Je maakt het werk voor iedereen gemakkelijker.

Slide 6 - Diapositive

Werken in een kapsalon is: (0,5)
A
steeds hetzelfde
B
afwisselend

Slide 7 - Quiz

Hoe zien de medewerkers eruit? (0,5p)
A
goed verzorgd
B
mooi

Slide 8 - Quiz

Gebruik de volgende woorden bij de vragen:
1. klanten   2. vegen   3. afwisselend
4. netjes   5. klusjes   6. medewerkers
7. instructies   8. reageert  9. verzorgd

Slide 9 - Diapositive

In een kapsalon doe je heel..............werk. (1p)

Slide 10 - Question ouverte

Als kappershulp krijg je...........van ervaren collega's. (1p)

Slide 11 - Question ouverte

Je.......snel.
Vaak doe je een paar..........achter elkaar. (2p)

Slide 12 - Question ouverte

Zoals koffie zetten, klanten begroeten, haren bij elkaar..............of opruimen. (1p)

Slide 13 - Question ouverte

De kapsalon ziet er altijd schoon en ................uit. (1p)

Slide 14 - Question ouverte

Zeker als er..............aanwezig zijn. (1p)

Slide 15 - Question ouverte

De .................. zijn vriendelijk en behulpzaam (1p)

Slide 16 - Question ouverte

En ze zien er goed.................uit. (1p)

Slide 17 - Question ouverte