Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
thumbnails
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen: - Je weet waar een filmposter voor wordt gebruikt
- Je weet hoe je schetsen moet maken
- Je weet hoe je onderzoek moet doen naar de stijl een film
Slide 3 - Diapositive
Les 1:
Onderzoeken en schetsen
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
00:37
Wie speelt de hoofdrol in deze film?
Slide 9 - Question ouverte
01:05
Waar speelt het verhaal zich af denk je?
Slide 10 - Question ouverte
01:45
Welke kleuren zie je voornamelijk in de trailer?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Stap 1: Gebruik je moodboard van jullie eigen film om deze film verder te gaan onderzoeken/uitdenken en daar vandaag schetsen voor de poster voor te maken.
Slide 14 - Diapositive
Welke film ga jij onderzoeken?
Slide 15 - Question ouverte
Pak een A4 papiertje
schrijf in het midden van het blad de naam van jullie film op
Slide 16 - Diapositive
Stap 2: Bekijk het moodboard van de film die jullie gaan maken. Denk aan het verhaal dat jullie hebben bedacht
Haal inspiratie uit het moodboard en teken daarna je schetsen
Let op:
Kleur (welke kleuren gaan jullie in je set gebruiken?)
Sfeer (spannend, vrolijk, romantisch, eng, etc)
Onderwerp (wat gebeurd er allemaal in jullie film?)
Hoofdpersonen (welke personages komen er voor in jullie film?)
Lettertypes (welk lettertype past bij de sfeer van jullie film?)
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Succes criteria:
1. In het midden op het papier staat de naam van de film
2. Er zijn 80% tekeningen en 20% woorden in de mindmap zichtbaar
3. Je ziet welke kleuren er in de film worden gebruikt in de mindmap terug
4. Je ziet welk hoofdpersonage in de film speelt
5. Je ziet minimaal 3 verschillende onderwerpen die jullie voor het verhaal van de film hebben bedacht
Slide 20 - Diapositive
Succes criteria:
1. De titel van de film staat in beeld
2. Je hebt nagedacht over compositie
3. Je ziet welke kleuren er in de film worden gebruikt in de schetsen terug