M&O hs 4 Balie, representatie en communicatie

M&O Hoofdstuk 4
Balie, representatie en communicatie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

M&O Hoofdstuk 4
Balie, representatie en communicatie

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je na deze les?
Aan het einde van dit hoofdstuk:

  • Ken je het belang van een verzorgd uiterlijk;
  • Weet je wat persoonlijke hygiëne is;
  • Kan je je representatief opstellen;
  • Weet je wat verbale en non-verbale communicatie is.

Slide 2 - Diapositive

Werken als baliemedewerk(st)er
Als baliemedewerker moet je representatief zijn. Representatief is een verzorgd uiterlijk, schone en nette kleding, vriendelijk en netjes in gedrag en het juist taalgebruik.

Kleding
  • Zorg voor schone kleding.
  • Zorg dat je geen gekreukte kleding draagt.
  • Zorg dat je kleding heel en niet versleten is.
  • Poets je schoenen.
  • Zorg dat de kleding past, geen te korte broek dus.
  • Kies kleding die past bij je figuur. 

Slide 3 - Diapositive

Bedrijfskleding
In sommige bedrijven, ook in de zorg, wordt bedrijfskleding gedragen. Redenen voor het dragen van bedrijfskleding zijn:

• Personeel is herkenbaar.
• Personeel ziet eruit zoals het bedrijf dit wenst.
• Het kan de veiligheid vergroten.
• Het zorgt voor hygiëne.

Slide 4 - Diapositive

Hygiëne
Je lichaam is schoon en gezond.

Hoe jij je verzorgt kan invloed hebben op de manier waarop mensen met je omgaan. Als je er slecht uitziet gaan mensen zich zorgen over je maken, als je niet lekker ruikt willen mensen liever niet met je omgaan.

Zelfvertrouwen: Als jij je goed voelt en er goed uit ziet dan geloof je ook meer in je eigen kunnen. Je straalt een bepaalde zekerheid uit. 


Slide 5 - Diapositive

Lichaamsverzorging
Stel je voor dat jij aan een balie komt in een ziekenhuis waar iemand achter de balie er onverzorgd uitziet. Heb je dan nog vertrouwen dat je goed geholpen wordt?
Lichaamsverzorging bestaat uit het schoonmaken van de:
  • Huid.
  • Handen.
  • Nagels.
  • Mond. 
  • Haar. 

Slide 6 - Diapositive

Communicatie

Slide 7 - Diapositive

Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie is communiceren zonder taal te gebruiken. Je communiceert bijvoorbeeld met je houding, kleding of met oogcontact. 

  • Houding.
  • Bewegingen.
  • Gezichtsuitdrukkingen.
  • Stemgebruik.

Slide 8 - Diapositive

Verbale communicatie
Wat je denkt uit je meestal met taal (verbaal). Wat je voelt en wilt, uit je vaak met gedrag (non-verbaal).

Luisteren
Basisvaardigheden van actief luisteren zijn:
Kijk de bezoeker aan.
Stel vragen om de bezoeker beter te begrijpen.
Geef een korte samenvatting van het verhaal dat je gehoord hebt om te controleren of je het goed hebt begrepen. 
Laat de bezoeker uitpraten. 
Een goede luistermethode is LSD: luisteren, samenvatten en doorvragen. 

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

Oftewel verschil tussen verbale en non-verbale communicatie. 
Verbale communicatie:
Gesproken woord
Geschreven woord

Non verbale communicatie:
Lichaamshouding
Gezichtsuitdrukking 

Slide 11 - Diapositive

Non - verbale communicatie

Slide 12 - Diapositive

Verbale communicatie 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Informele en formele taal
Informele taal is taal die je dagelijks gebruikt. Je hoeft je niet aan allerlei regels te houden, het is vaak taal die je gebruikt onder vrienden of bekenden. Houd er rekening mee bij wie je je informele taal kunt gebruikten.

Formele taal is taal volgens de regels, het is ‘zakelijke taal’. Je gebruikt formele taal in een zakelijk gesprek. Je moet je hierbij aan regels of afspraken houden. 

Slide 15 - Diapositive

Taalgebruik
Taal met een blind of slechtziend persoon
Zeg tegen een blind of slechtziend iemand meteen wie je bent. Zo weet hij/zij gelijk wie iets zegt. Wil je informatie meegeven, zorg dan voor braille of geluidsopname. 
Taal met een doof of slechthorend persoon
Wanneer er iemand aan je balie komt die niet goed kan horen, kan je toch met hem praten ook als je geen gebaren taal kent. Doven kunnen vaak heel goed liplezen. Als je rustig en duidelijk je mond beweegt kunnen ze je vaak toch begrijpen. 


Slide 16 - Diapositive

Omgangsvormen
Het is belangrijk dat je met respect omgaat met mensen. 
Ontvangst:
Begroet mensen netjes.
Maak oogcontact.
Geef je een hand, doe dit met je rechterhand.
Stel je zelf evt. voor.
Houd de deur voor de bezoeker open.
Vraag waarvoor de bezoeker komt.
Begeleid de bezoeker naar de juiste plek. 
Help de bezoeker eventueel uit de jas en hang die op de kapstok.
Bied de bezoeker evt. iets te drinken aan.

Pas je taalgebruik aan. 

Slide 17 - Diapositive

Omgangsvormen
Begin altijd in u-vorm, de klant of gast geeft zelf aan als hij liever met ‘jij’ wordt aangesproken.

Gesprek
Zorg voor oogcontact tijdens een gesprek. 
Luister goed naar de klant.
Zit of sta rechtop, ga niet hangen of leunen. 
Sta niet te dichtbij een klant. 
Zorg ervoor dat het gesprek niet stilvalt. 
Rond een gesprek netjes af. 

Slide 18 - Diapositive

Afscheid
  • Geef bij het afscheid nemen je rechterhand. 
  • Laat je gast uit, loop bijvoorbeeld mee naar de deur. 
  • Bedankt de gast/klant voor het bezoek. 
  • Het is belangrijk dat je als baliemedewerker beleefd bent. 
  • Beleefdheid is een manier van omgaan met mensen waarbij je laat zien dat je een ander respecteert. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive