Urineorganen en lever

(Inspannings) Fysiologie

Les 5: Uitscheidingsstelsel en lever

Niveau 3 en 4, leerjaar 3
Curio mbo Breda
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Fysiologie paardMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

(Inspannings) Fysiologie

Les 5: Uitscheidingsstelsel en lever

Niveau 3 en 4, leerjaar 3
Curio mbo Breda

Slide 1 - Diapositive

Check in:
Wie krijgt jou altijd aan het lachen?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is jouw verwachting van deze les?

Slide 3 - Carte mentale

Inhoud van de les
Herhalen Spijsvertering en nabespreken zelfstudie
- Opdrachten Spijsvertering a en b

Theorie Uitscheidingsstelsel en lever

Zelfstudie
- Opdrachten Uitscheidingsstelsel en lever

Slide 4 - Diapositive

Herhaling hoofdstuk 4



- Het gebit
- Maag- en darmorganen
- Spijsvertering en training
Spijsverteringsstelsel

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoe worden hengstentanden ook wel genoemd?
A
Ruinentanden
B
Premolaren
C
Molaren
D
Wolfstanden

Slide 7 - Quiz

Waarvoor dienen de snijtanden?
A
Vermalen
B
Voer opnemen
C
Grazen en eten grove voedermiddelen

Slide 8 - Quiz

Noem 3 functies van speeksel

Slide 9 - Question ouverte

Zet de organen van het verteringsstelsel in de goede volgorde.
Dunne darm
Blinde darm
Dikke darm
Endeldarm
Maag
Slokdarm
#1
#2
#3
#4
#5
#6

Slide 10 - Question de remorquage

Zoek een foto van een maagzweer in het slokdarmgedeelte

Slide 11 - Question ouverte

Hoe noem je het proces waarbij voedingsstoffen in het bloed worden opgenomen?

Slide 12 - Question ouverte

Als de stress toeneemt, kan de
vertering daar hinder van ondervinden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Het regelmatig veranderen van het voerrantsoen is voordelig voor de prestatie van het paard.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is de basis van elk voerrantsoen?

Slide 15 - Question ouverte

Wat heeft geen invloed op het voerniveau?
A
Hoge moeilijkheidsgraad
B
Prestatiedruk en -niveau
C
Stress van wedstrijden en reizen
D
Allen hebben invloed op het voerniveau

Slide 16 - Quiz

Je hebt een efficiëntere voeromzetting als je meerdere keren op de dag kleine porties krachtvoer voert.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Waarom is een minimale vezelbehoefte halen erg belangrijk bij het paard? Noem 3 dingen.

Slide 18 - Question ouverte

Trainen en het verbeteren van de conditie leiden ertoe dat de spieren sneller overschakelen van verbranding van vetzuur naar verbranding van glucose.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Je kunt net voor de wedstrijd beter een klein beetje ruwvoer geven dan krachtvoer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Hoofdstuk 5 



- De urineorganen
- De lever
Uitscheidingsstelsel en lever

Slide 21 - Diapositive

Zet de urineorganen  in de goede volgorde.
Blaas
Urinebuis
Urineleiders
Nieren
#1
#2
#3
#4

Slide 22 - Question de remorquage

Nieren
- 600 gram, elke dag 6.600 L bloed doorheen
- Ingebed in een laagje vet, beschermd tegen stoten
- Waardevolle stoffen uit voedselresten naar bloed
- Schadelijke stoffen uit bloed gezeefd
- Zouthuishouding op peil
- Niet te veel water en voedingsstoffen via huid uit lichaam
- Productie erytrocyten worden geprikkeld
- Bloeddruk regelen en controleren PH-balans bloed

Slide 23 - Diapositive

Urineleiders, blaas en urinebuis
Urineleiders
- Vervoert urine naar de blaas

Blaas
- Tijdelijke opslagplaats voor urine
- Mondt uit in een slanke hals met een kringspier die de blaas afsluit

Urinebuis
- Sluit aan op blaashals, urine verlaat via deze buis het lichaam


Slide 24 - Diapositive

Werking
Nieren
- 'Zeef', water en afvalstoffen uit bloed verwijderd (als urine uitgescheiden)
- Ureum: afvalproduct van stofwisseling. Indroging bij langdurige zware arbeid waardoor bloedureumgehalte verder toeneemt.
- Afvalstoffen die te groot zijn worden door speciale cellen verwijderd en in urine geloosd. Stoffen die te klein zijn worden door (weer andere) cellen uit urine gehaald en teruggegeven aan bloed.
 

Slide 25 - Diapositive

De nieren zijn zo efficiënt dat in minder dan een uur al het bloed van het lichaam volledig gereinigd kan worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Lever
- In het voorste gedeelte van de buikholte, tegen het middenrif
- In 5 lobben verdeeld (aanpassen aan bewegingen middenrif)
- Functies: energieopslag en verdeling energie naar lichaam / ontgifting lichaam
- Voedingsstoffen (suikers, aminozuren en vetten) direct van darm naar lever

Slide 28 - Diapositive

Voorbeeld werking lever
Als jouw paard zijn krachtvoer heeft opgegeten, worden de
suikers en vetten vanuit de darm in het poortadersysteem opgenomen. Het suikergehalte in de bloedbaan stijgt en de alvleesklier start met productie van het hormoon insuline. Dankzij insuline rijst het bloedsuikergehalte niet uit de pan, maar krijgt de lever de opdracht om de suikers uit het bloed op te zuigen en om te zetten naar glycogeen. Glycogeen is de reserve brandstof bij uitstek die in de lever wordt opgeslagen. Als jouw paard in de toekomst een inspanning moet doen, die qua energiebehoefte te groot is om gedekt te worden door bloedsuiker, zal de lever deze vaten benzine leeggieten, ze omzetten tot bloedsuiker en loslaten in de circulatie als ‘extra brandstof’. Insuline geeft als hormoon de lever de opdracht om zich vooral bezig te houden met het vullen van de voorraad magazijnen met reserve brandstof.

Slide 29 - Diapositive

Meer over de lever...
- Bron van bloedsuiker
- Bloedsuiker, lever- en spierglycogeen op --> vetreserves
- Vetvoorraden: slapende energievoorraden
- Vetten, eiwitten en aminozuren naar lever getransporteerd, daar omgezet tot meest optimale brandstof of gestuurd naar weefsels voor opbouw
- Afbraak eiwitten --> ontstaan afvalstoffen (door lever aangepast, daarna via urine uitgescheiden).

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Giftige planten en de lever
https://www.youtube.com/watch?v=0CbaPPOQQ0U
Gezondheidscheck 

Slide 32 - Diapositive

Zelfstudie

Opdrachten Uitscheidingsstelsel en lever

Slide 33 - Diapositive

Hoe kan je deze lesstof toepassen in 'het echte leven'? Denk aan stage, bij eigen / verzorgpaard

Slide 34 - Carte mentale

Wat heb je tijdens deze les geleerd?

Slide 35 - Carte mentale

Ben je klaar voor de toets volgende week?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Volgende les
Toets h1 t/m 5
Zenuwstelsel

Slide 37 - Diapositive