- Je kunt "werden" in de tegenwoordige en de verleden tijd, en in de zou-vorm vervoegen.
- Letzte Woche ________ meine Tante 67 Jahre alt.
- ________ du nächstes Jahr in Amsterdam oder Utrecht eine Ausbildung machen?
- Paul ________ morgen von seinem Bruder angerufen (= opgebeld).
- Ich ________ so gerne einen Hund haben!
--> Leer de 3 rijtjes incl. betekenissen uit je hoofd (t.t. = worden / zullen, v.t. = werden, zouden)
--> Bedenk in het Nederlands wat voor vorm de zin nodig heeft en pas die aan de persoonsvorm aan.
--> Let op! Bij de zou-vorm moet er altijd nog een extra infinitief (heel werkwoord) in de zin staan