The Big Idea thema: Structuur - rijm en rijmschema's

Poëzie
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Poëzie

Slide 1 - Diapositive

kenmerken van gedichten

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat eindrijm is 
  • Je kent de verschillende rijmschema’s 
  • Je kunt uitleggen wat beginrijm / alliteratie is
  • Je kunt uitleggen wat klinkerrijm / assonantie is

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.

Kijk maar naar het gedicht hiernaast:

Slide 7 - Diapositive

Rijmschema
Van het eindrijm kun je een rijmschema maken. 
  • Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter. 
  • De klank in de eerste regel a, de volgende klank b, etc.

Daar in de wei staat een schaap (a)
In het hok zit de lieve aap (a)
Ze kijken samen naar de krokodil (b)
De papegaai is zelfs even stil (b)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

A.
Sint liep te denken
Wat moest hij jou schenken
Een boek of een bon
Of een flesje lotion?
B.
Sint liep te denken,
Een boek of een bon
Of een flesje lotion,
Wat moest hij jou schenken?
C.
Sint liep te denken
Een boek of een bon
Wat moest hij jou schenken
Een flesje lotion?
gepaard rijm
omarmend rijm
gekruist rijm
abab
aabb
abba

Slide 13 - Question de remorquage

Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: 
"De kat krabt de krullen van de trap". 

 In die zin beginnen veel woorden met de 'k'. Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Assonantie
Enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s).

Slide 16 - Diapositive

Klinkerrijm / assonantie

• Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling
• Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'

Slide 17 - Diapositive

Alliteratie / Assonantie
Alliteratie (beginrijm): 
Groen - grom - griezel etc. 

Assonantie (klinkerrijm):
Moeten - groenten - doe - vroeg - troep - schoen- moeder - groen - groeien

Slide 18 - Diapositive

Liesje leerde lotje lopen langs de lange lindenlaan
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm

Slide 19 - Quiz

De man uit Waddinxveen,
woont zijn hele leven al alleen.
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm

Slide 20 - Quiz

De mUIs gaat naar hUIs.
(Het gaat om de 2x ui)
A
alliteratie
B
assonantie
C
Eindrijm
D
beginrijm

Slide 21 - Quiz

Wat wist je al?

Slide 22 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Question ouverte

Opdracht:
- oefen met het rijmschema op het blad met voorbeelden
- vallen je al andere dingen op?
timer
7:00

Slide 24 - Diapositive

Opdracht voor de volgende les:
  • zoek een Nederlandstalige songtekst die jij mooi vindt
  • neem geprint mee tijdens de volgende les
  • decor en toneel 2: 25 mei
  • toneel 1: 1 juni

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Zoek een afbeelding die past bij de titel van je songtekst

Slide 27 - Question ouverte

Opdracht 3e les Taal bij thema: Structuur

Je gaat je songtekst eens goed uitpluizen!

Slide 28 - Diapositive

Wat heb je al ontdekt in je songtekst?

Slide 29 - Question ouverte

Doel opdracht:
Doel: 4.09 Ik kan voor verschillende doeleinden geschreven taal lezen en begrijpen, zoals verhalen, toneelstukken, gedichten en literatuur.

Dit ga je zo laten zien:
Je kunt in de songtekst die je zelf gevonden hebt een aantal begrippen die passen bij poëzie aanwijzen en benoemen.

Slide 30 - Diapositive

opdracht:
• kies 1 couplet uit en het refrein
• schrijf of typ dit over (kopiëren/plakken)
• zet onder de tekst de begrippen die je gaat uitleggen
• wat zie je terug in de tekst aan begrippen?
• Geef de voorbeelden hetzelfde kleurtje als de begrippen
• Komt het begrip niet voor in jouw tekst? Leg dan uit wat het wel is met een eigen voorbeeld
Extra:
• Leg uit wat de tekst volgens jou betekent

Slide 31 - Diapositive

Lees de uitleg goed door!

Slide 32 - Diapositive