ALA5A week 2 klinisch redeneren

Klinisch redeneren

Definitie; klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling  en analyse, gericht op de vragen en problemen van een cliënt en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid.

Klinisch redeneren omvat risico-inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning, interventie en monitoring.

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Klinisch redeneren

Definitie; klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling  en analyse, gericht op de vragen en problemen van een cliënt en diens naasten, in relatie tot ziekte en gezondheid.

Klinisch redeneren omvat risico-inschatting, vroeg signalering, probleemherkenning, interventie en monitoring.

Slide 1 - Diapositive

Wanneer gebruik je klinisch redeneren ?
  • Risico-inschatting
  • Vroegsignalering
  • Probleemherkenning
  • Evidence-based interventie (of best practice)
  • Monitoring
  • Evaluatie 

Slide 2 - Diapositive

6 stappen plan Marc Bakker
  1. Oriëntatie op de situatie
  2. Klinisch problematiek
  3. Aanvullend onderzoek
  4. Klinisch beleid
  5. Klinisch verloop
  6. Evaluatie 

Slide 3 - Diapositive

Stap                             Redeneerhulp 
  1. Oriëntatie                                              SBAR, EWS-score,SIRS-criteria
  2. Probleemstellingen                         Zorgthema's proactive nursing -model
  3. Aanvullend klinisch onderzoek  Lichamelijk onderzoek/lab/ct/ecg
  4. Klinisch beleid                                    ABCDE/behandelcode/protocol
  5. Klinisch verloop                                 Zorgthema's pro-active nursing,                                                                                                                                 activiteiten & participatie                                                                                                               
  6. Nabeschouwing                                 vsm-thema's patiëntveiligheid , reflectie                              

Slide 4 - Diapositive

ABC-methodiek
                                         Treat first what kills first
  • A = Airway (ademweg)
  • B = Breathing (ademhaling)
  • C = Circulation (Circulatie)
  • D = Disability (Bewustzijn)
  • E = Exposure/Environment (blootstelling/omgevingsfactoren_)


Slide 5 - Diapositive

oefening klinisch redeneren
Dhr. Pater is 82 jaar oud, hij is opgenomen op jouw verpleegafdeling . Hij is thuis ten val gekomen en heeft daarna twee dagen op de grond gelegen voordat een medewerker van de thuiszorg hem heeft gevonden. Dhr. was zijn alarmbel vergeten om te doen.
Hij is de laatste tijd vergeetachtig. 
Dhr. Pater is bekend met atriumfibrilleren, diabetes type 2 en hypertensie.
Verder bevat zijn voorgeschiedenis; cataract en diabetes mellitus type 2.
Hij neemt 1 x dgs metformine 500 mg, 1x dgs sintrom zoals voorgeschreven door de trombosedienst, en 1 x dgs metopropolol 100 mg. Dhr ligt sinds vanmorgen op de afdeling.
Het valt je op dat meneer verward is en klaagt over duizeligheid.

Slide 6 - Diapositive

stap 1; informatie verzamelen

Slide 7 - Carte mentale

stap 2; klinische probleemstelling

Slide 8 - Carte mentale

stap3; aanvullend onderzoek

Slide 9 - Carte mentale

Bel dr. Stap en draag deze cliënt over volgens de SBAR
S ; Situatie (probleem)
B; Background (achtergrond, voorgeschiedenis
A; Assesment (beoordeling actuele/verwachte problemen)
R; Recommendation (aanbeveling)
(R) Read back (herhaal de afspraken hardop

Slide 10 - Diapositive

Stap 4; klinisch beleid

Slide 11 - Carte mentale

Stap 5; Klinisch verloop

Slide 12 - Carte mentale

Stap 6; evaluatie

Slide 13 - Carte mentale

vragen ?
Opdracht voor week 4
Pas het 6 stappen plan van Marc Bakker toe op jouw casus uit de praktijk

Slide 14 - Diapositive