H1 - Nederlands - Fictie (les 2)

Over fictie: verhalen nader bekeken
H1C - Nederlands, Les 2 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Over fictie: verhalen nader bekeken
H1C - Nederlands, Les 2 

Slide 1 - Diapositive

Programma
3.1 Fictie
- Herhaling vorige les
- Nieuwe stof behandelen
- Aan de slag met het huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag leren?
- Aan het einde van de les heb ik verschillende trucjes geleerd waardoor een schrijver spanning kan opbouwen.

Slide 3 - Diapositive

Wat komt niet voor?
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
C
Niet-realistische non-fictie
D
Een realistische biografie

Slide 4 - Quiz

Wat voor soort boek is dit?
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
C
Non-fictie
D
Biografie

Slide 5 - Quiz

In dit boek schrijft Michelle Obama over haar leven. Dit is...
A
Fictie
B
Een autobiografie
C
Een biografie
D
Niet-realistische fictie

Slide 6 - Quiz

Wat maakt een
boek spannend?

Slide 7 - Carte mentale

"Het is 4:00 's nachts. Waar ben ik beland? Ik probeer om mij heen te kijken, maar ik kan niets zien. Het is pikkedonker. Ik ben helemaal alleen. Wat moet ik doen? Waar moet ik heen?"
Vraag: wat maakt dit stukje spannend?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is spannender om te lezen?
De hoofdpersoon bevindt zich in een verlaten steegje.
De hoofdpersoon bevindt zich in de schoolkantine.

Slide 9 - Sondage

Wat is spannender om te lezen?
"Het is twaalf uur 's middags. De zon schijnt. Ik loop buiten."
"Het is twaalf uur 's nachts. Het is donker. Ik loop buiten."

Slide 10 - Sondage

De trucjes van een schrijver
1) Enge omgeving: 
donker bos, verlaten steegje; de schoolkantine waar duizend leerlingen zijn
2) Het tijdstip van de dag: 
drie uur 's nachts; twaalf uur 's middags 
3) Enge of spannende gebeurtenis:
alleen met de vijand; omringd met vrienden

Slide 11 - Diapositive

De trucjes van een schrijver
4) Een open plek: de schrijver houdt iets achter, jij wordt nieuwsgierig wat en wilt verder lezen
"Wat hij nog niet wist, is dat deze dag de ergste dag van zijn leven gaat worden."
5) Vertragen: de schrijver geeft steeds meer informatie
"Terwijl Freddy naar huis aan het lopen is, staat Jos hem op te wachten. Om het hoekje. Met een mes. Klaar om Freddy pijn te doen."

Slide 12 - Diapositive

De trucjes van een schrijver
6) De lezer weet meer dan de hoofdpersoon
Bijvoorbeeld wanneer jij als lezer al wel weet wie de dader is, terwijl de hoofdpersoon op dit moment een gesprekje met hem aan het voeren is. 
7) Onverwachtse gebeurtenissen
Wanneer je iets niet ziet aankomen, wil je verder lezen om te zien hoe dit gaat aflopen. 

Slide 13 - Diapositive

Dus... Welke trucjes zijn er om een verhaal spannend te maken?

Slide 14 - Question ouverte

Maak een keuze..
1) Simone van der Vlugt - De Guillotine
Het verhaal speelt zich af in Frankrijk in 1789, net voor de Franse Revolutie.
Sandrine, dochter van een rijke baron die heel veel grond bezit, gaat uit rijden
met haar paard. In de uitgestrekte bossen raakt ze de weg kwijt. Ze stopt om
zich te oriënteren. Ineens gaan de haartjes in haar nek overeind staan.
2) Diet Verschoor - Gewoon anders
Als je verliefd bent, sms je tot je erbij neervalt. Elk woord is belangrijk en
verslavend. Maar wat voor onzin staat er nu eigenlijk? 
3) Carry Slee - Pijnstillers
Casper is vijftien en zit in de derde klas. Zijn moeder is de laatste tijd vaak
moe en ze ziet er slecht uit.

Slide 15 - Diapositive

Simone van der Vlugt - De guillotine
Lees de tekst op 3.1.4 
Vul in (op de volgende slide) welke trucjes de schrijver gebruikt.


Slide 16 - Diapositive

Welke trucjes gebruikt de schrijver?

Slide 17 - Question ouverte

Klaar?
Kijk oefening 1 t/m 8 na (via Magister, zie 'Berichten')
Maken: opdracht 9, 10 en 11 

Slide 18 - Diapositive

Diet Verschoor - Gewoon anders
Lees de tekst op 3.1.8  
Vul in (op de volgende slide) welke trucjes de schrijver gebruikt. 
 

Slide 19 - Diapositive

Welke trucjes gebruikt de schrijver?

Slide 20 - Question ouverte

Klaar?
Kijk oefening 1 t/m 8 na (via Magister, zie 'Berichten')
Maken: opdracht 9, 10 en 11 

Slide 21 - Diapositive

Carry Slee - Pijnstillers
Lees de tekst op 3.1.9 
Vul in (op de volgende slide) welke trucjes de schrijver gebruikt. 

Slide 22 - Diapositive

Welke trucjes gebruikt de schrijver?

Slide 23 - Question ouverte

Klaar?
Kijk oefening 1 t/m 8 na (via Magister, zie 'Berichten')
Maken: opdracht 9, 10 en 11 

Slide 24 - Diapositive