3. Prey en hoofdgedachte alinea kernzin tekstdoel

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Je leert:


1. Wat is een kernzin van een alinea?
2. Toepassen:
Zoeken van tekstdoel en tekstsoort.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Lees onderstaande tekst​​
Biologische klok en schooltijden​​
Door onze redacteur​​
Kinderen zijn tot hun twaalfde jaar meestal ochtendmensen. Daarna volgt een omschakeling. Bij veel tieners merk je een overgang van ochtend- naar avondmens. Beginnen scholen voor hen dan niet te vroeg?​​
Om te beginnen is vermoeidheid bij jongeren een normaal verschijnsel. De helft van de tieners tussen 14 en 20 jaar heeft een slaaptekort. Dit komt voor een groot deel doordat de biologische klok van jongeren verandert. Leerlingen krijgen daarvoor een slaaptekort en dat is schadelijk voor de gezondheid. Bovendien kunnen door het slaaptekort verbindingen in de hersenen worden afgebroken en dat beïnvloedt het functioneren van het brein.​​
Scholen kunnen dus het beste tussen 8 en 10 uur beginnen.​​
​​
Heeft deze tekst een twee- of een driedeling? Hoe weet je dat? ​​
Wat is een alinea? Wat is een kernzin?
Schrijf op wat het filmpje daarover zegt

Slide 4 - Diapositive

Alinea en kernzin
Een stukje tekst dat over hetzelfde onderwerp gaat (deelonderwerp) noem je een alinea.
Tussen alinea's staat meestal een regel wit.
Alinea's maken een tekst overzichtelijk
Belangrijkste info staat in de  . Meestal 1e of laatste zin van een alinea.

Slide 5 - Diapositive

Hieronder staat een tekst. Verdeel die in 2 alinea's
Jongste is de grappigste
Ben jij de jongste thuis? Dan ben jij ook de leukste! Daar kan je oudere broer of zus niet tegenin gaan, want het blijkt uit resultaten van onderzoeksbureau YouGov naar de effecten van de geboortevolgorde op je persoonlijkheid. Wat blijkt? Het jongste kind is over het algemeen (46%) het grappigst. Gelukkig hebben de oudste en middelste kinderen ook een aantal voordelen. Oudste kinderen zijn verantwoordelijker (54%) en beter georganiseerd. Door deze twee eigenschappen zijn oudste kinderen vaak ook succesvol. Als je het middelste kind bent, dan ben je heel sociaal en ben je creatief. Maar het jongste kind is het grappigst!

Naar: Emma girlscene.nl

Slide 6 - Diapositive

Oplossing:
Jongste is de grappigste
Ben jij de jongste thuis? Dan ben jij ook de leukste! Daar kan je oudere broer of zus niet tegenin gaan, want het blijkt uit resultaten van onderzoeksbureau YouGov naar de effecten van de geboortevolgorde op je persoonlijkheid. 
Wat blijkt? Het jongste kind is over het algemeen (46%) het grappigst. Gelukkig hebben de oudste en middelste kinderen ook een aantal voordelen. Oudste kinderen zijn verantwoordelijker (54%) en beter georganiseerd. Door deze twee eigenschappen zijn oudste kinderen vaak ook succesvol. Als je het middelste kind bent, dan ben je heel sociaal en ben je creatief. Maar het jongste kind is het grappigst!

Naar: Emma girlscene.nl  
Kernzin van alinea 1?
Hoofdgedachte?

Slide 7 - Diapositive

V
e
r
w
ij
s
w
o
o
d

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

  • Die/dat/deze = aanwijzend voornaamwoorden
  • Er/daar
  • Ik/jij/jij/ zij enz. = persoonlijke voornaamwoorden
  • Mijn/jouw/haar enz. = bezittelijke voornaamwoorden
  • Verwijswoorden wijzen naar 1 woord/ een aantal     woorden of soms een hele zin
Verwijswoorden

Slide 10 - Diapositive


Vorig jaar is mijn oma overleden toen ze voor de televisie zat. Ik herinner me DEZE GEBEURTENIS nog heel goed, omdat ik zo moest huilen. Verwijst naar? 
A
toen ze voor de televisie zat
B
het overlijden van oma
C
ik moest hard huilen

Slide 11 - Quiz


De duikers zwommen naar de gezonken bootjes. Ze wisten niet of DAAR nog iemand in zat. Verwijst naar?
A
de duikers
B
nog iemand
C
de gezonken bootjes

Slide 12 - Quiz


Men zegt, dat in dat bos gevaarlijke dieren leven. Ik laat DAT SOORT liever met rust. Verwijst naar?
A
men
B
gevaarlijke dieren
C
dieren in het bos

Slide 13 - Quiz


HET is voor Miriam onbespreekbaar om naar Arnhem te verhuizen. Verwijst naar?
A
naar Arnhem verhuizen
B
Arnhem
C
onbespreekbaar

Slide 14 - Quiz