M4 Scheikunde H6 Zuren en basen les 3
1 / 14
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De ____________ van een stof geeft aan hoe zuur iets is. Je kunt dit aflezen op een ____________ . De pH van 7 is ____________ . Hoe lager de pH van een stof is, hoe ____________ de stof is. Als een stof een pH boven de 7 heeft, noem je dit ____________ .
zuurgraad
pH-schaal
neutraal
zuurder
basisch
Slide 2 - Question de remorquage
kleur bij pH van 1,5
broomthymolblauw
rodekoolsap
FFT
geel
rood
paars
blauw
groen
kleurloos
Slide 3 - Question de remorquage
BASE
ZUUR
Zuur of base? Sleep de formules naar het juiste vak.
Slide 4 - Question de remorquage
Welke neutrale stof ontstaat er als je zuur (H+) en base (OH-) laat reageren?
A
Azijnzuur
B
Zuurstof
C
Waterstof
D
Water
Slide 5 - Quiz
Wat is de formule als je zoutzuur (HCL) neutraliseert met natronloog (NaOH)?
Slide 6 - Question ouverte
1 mL komt overeen met 35 mg azijnzuur
Hoeveel zuur zit er in 6,5 mL oplossing?
Hoeveel zuur zit er in 6,5 mL oplossing?
Slide 7 - Question ouverte
Bekerglas
Brander
Buret
Driepoot
Erlenmeyer
Maatcilinder
Maatkolf
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Diapositive
Er wordt 25 mL keukenazijn afgemeten. Na het toevoegen van 19,4 mL NaOH slaat de vloeistof om naar roze door de indicator.
1 mL NaOH bevat 55 mg HAc.
Voldoet de azijn aan de warenwet?
1 mL NaOH bevat 55 mg HAc.
Voldoet de azijn aan de warenwet?
