spelling deel 1

werkwoordelijk gezegde 
je leert over meervoud -en en -s
Theorie 
controle vragen
Maak opdracht 1 t/m 5 
Hoe ging het? 
Maak opdracht 1 t/m 5
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

werkwoordelijk gezegde 
je leert over meervoud -en en -s
Theorie 
controle vragen
Maak opdracht 1 t/m 5 
Hoe ging het? 
Maak opdracht 1 t/m 5

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -s
1. Als de laatste lettergreep geen klemtoon heeft, 
is het meervoud op -s.
Bijvoorbeeld: vó-gel - vogels, bé-zem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op een klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - tofees 

Slide 4 - Diapositive

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Let op!
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 5 - Diapositive

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Meervoud op -ën

Bij woorden die eindigen op -ee of -ie maak je langer met -ën of met -"n (let op de plaats van de klemtoon)

fee = feeën

knie = knieën

bacterie = bacteriën

porie = poriën

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden zonder meervoud

Er zijn  woorden die geen meervoud kennen.

politie

rijst

tarwe

zand


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden zonder enkelvoud

Er zijn  woorden die alleen meervoud kennen en juist

geen enkelvoud.

hersenen

onkosten


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



aardbei
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



alinea
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



asperge
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



bijles
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



bikini
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



camera
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



huissleutel
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



lokaal
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



reparatie
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



vrachtauto
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke meervoudsregel hoort erbij?



zebra
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
abonnee

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
zee

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
toffee

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
toverfee

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
dictee

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
chimpansee

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
slee

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
limonadeglas

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
koe

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
centrum

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
kaars

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
minderheid

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
olievat

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
brandweerman

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
museum

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
medicus

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
eikenblad

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van
kalf

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 5
timer
20:00

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions