Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Herhaling H3
Laptop opstarten
Slide 1 - Diapositive
Als een bedrijf iemand zoekt voor een baan, dan heeft dat bedrijf een … Als jij die baan wilt hebben, kun je erop … (Schrijf de 2 ontbrekende woorden op)
Slide 2 - Question ouverte
Waaruit bestaat de arbeidsmarkt?
A
Dat zijn alle mensen die werken.
B
Dat zijn alle mensen die werk zoeken.
C
Dat zijn alle mensen die werken of werk zoeken.
D
Dat zijn alle mensen die werken of werk zoeken en alle banen en vacatures bij bedrijven.
Slide 3 - Quiz
Geef een voorbeeld van ongeschoold werk
Slide 4 - Question ouverte
In een supermarkt werken mensen op de broodafdeling, anderen op de vleesafdeling, weer anderen op de afdeling groente en fruit. Ook zijn er werknemers die aan de kassa zitten en werknemers die alleen maar vakken vullen.
Leg uit waarom het slim is van de bedrijfsleider dat hij iedereen zo zijn eigen taken geeft.
Slide 5 - Question ouverte
Raoul is 20. Meteen na zijn mbo-opleiding kon Raoul als tweede kok 40 uur per week gaan werken in een restaurant. Zijn loon is nu € 1.360 bruto per maand. In mei krijgt hij als vakantiegeld 8% over zijn jaarsalaris extra uitbetaald. Wat is juist?
A
Raoul heeft een flexibele baan.
B
Raoul heeft een voltijdbaan.
C
Raoual is werkgever.
D
Raoul heeft een deeltijdbaan.
Slide 6 - Quiz
Wat voor baan heb je als je alleen werkt op de momenten dat een bedrijf je nodig heeft?
A
Vaste baan
B
Deeltijdbaan
C
Flexibele baan
D
Voltijdbaan
Slide 7 - Quiz
Karl werkt via een uitzendbureau bij een koeriersbedrijf. Van wie ontvangt Karl zijn loon?
A
Van het koeriersbedrijf.
B
Van de overheid.
C
Van de uitzendbureau.
D
Van de belastingdienst.
Slide 8 - Quiz
Leg uit waarom de proeftijd belangrijk is voor de werkgever.
Slide 9 - Question ouverte
In totaal zijn er 167 personen. Bereken hoeveel personen kozen voor broodje gezond. (Schrijf de berekening op)
Slide 10 - Question ouverte
Er zijn 340 personen. Hoeveel kozen voor een kroket en frikadel samen.
Slide 11 - Question ouverte
Hoe groot is het prijsverschil tussen de duurste en de goedkoopste snack?
Slide 12 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van arbeidsverdeling op onze school.