Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
1. Grammatica - verschillende werkwoorden - 2HAVO
Grammatica - Verschillende werkwoorden
2HAVO
Nederlands
1 / 45
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
45 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica - Verschillende werkwoorden
2HAVO
Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Volgende les:
Korte herhaling zinsdelen
Voorkennis activeren
Uitleg verschillende werkwoorden
Controle uitleg
Lesafsluiting
Deze les:
Slide 2 - Diapositive
Volgende les:
Deze zinsdelen kennen we:
Persoonsvorm - pv
Onderwerp - ond
Werkwoordelijk gezegde - wg
Lijdend voorwerp - lv
Meewerkend voorwerp - mv
Voorzetselvoorwerp - vzv
Bijwoordelijke bepaling - bwb
Korte herhaling zinsdelen
Slide 3 - Diapositive
Volgende les:
In de polder waarschuwen verkeersborden voor overstekende otters.
Pv:
Ond:
Wg:
Lv:
Mv:
Vzv:
Bwb:
Ontleed de zin (op papier/cb) :
Slide 4 - Diapositive
Volgende les:
In de polder | waarschuwen | verkeersborden | voor overstekende otters.
Pv:
Ond:
Wg:
Lv:
Mv:
Vzv:
Bwb:
Ontleed de zin (op papier/cb) :
Slide 5 - Diapositive
Volgende les:
In de polder | waarschuwen | verkeersborden | voor overstekende otters.
Pv: waarschuwen
Ond:
Wg:
Lv:
Mv:
Vzv:
Bwb:
Ontleed de zin (op papier/cb) :
Slide 6 - Diapositive
Volgende les:
In de polder | waarschuwen | verkeersborden | voor overstekende otters. Pv: waarschuwen
Ond: verkeersboren
Wg:
Lv:
Mv:
Vzv:
Bwb:
Ontleed de zin (op papier/cb) :
Slide 7 - Diapositive
Volgende les:
In de polder | waarschuwen | verkeersborden | voor overstekende otters.
Pv: waarschuwen
Ond: verkeersboren
Wg: waarschuwen
Lv:
Mv:
Vzv:
Bwb:
Ontleed de zin (op papier/cb) :
Slide 8 - Diapositive
Volgende les:
In de polder | waarschuwen | verkeersborden | voor overstekende otters.
Pv: waarschuwen
Ond: verkeersboren
Wg: waarschuwen
Lv: X
Mv:
Vzv:
Bwb:
Ontleed de zin (op papier/cb) :
Slide 9 - Diapositive
Volgende les:
In de polder | waarschuwen | verkeersborden | voor overstekende otters.
Pv: waarschuwen
Ond: verkeersboren
Wg: waarschuwen
Lv: X
Mv: X
Vzv:
Bwb:
Ontleed de zin (op papier/cb) :
Slide 10 - Diapositive
Volgende les:
In de polder | waarschuwen | verkeersborden | voor overstekende otters.
Pv: waarschuwen
Ond: verkeersboren
Wg: waarschuwen
Lv: X
Mv: X
Vzv: voor overstekende otters
Bwb:
Ontleed de zin (op papier/cb) :
Slide 11 - Diapositive
Volgende les:
In de polder | waarschuwen | verkeersborden | voor overstekende otters.
Pv: waarschuwen
Ond: verkeersboren
Wg: waarschuwen
Lv: X
Mv: X
Vzv: voor overstekende otters
Bwb: in de polder
Ontleed de zin (op papier/cb) :
Slide 12 - Diapositive
Volgende les:
Geef antwoord op de volgende vragen.
Voorkennis activeren
Slide 13 - Diapositive
Wat is een werkwoord?
Slide 14 - Question ouverte
Er kunnen meerdere werkwoorden in een zin staan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
De persoonsvorm is een van de werkwoorden uit de zin
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Volgende les:
Er zijn drie soorten werkwoorden
Zelfstandig werkwoord:
een ww met een duidelijke betekenis & kan zelfstandig in een zin staan. Bij wegstrepen is dit het laatste ww dat overblijft.
Hulpwerkwoord:
staat in een zin met meerdere werkwoorden. Een hww vormt samen met kww of zww een zin. Dit werkwoord is altijd de pv.
Koppelwerkwoord:
een ww dat een kenmerk of eigenschap koppelt aan het onderwerp --> iets of iemand is iets of wordt iets.
Uitleg werkwoorden
Slide 17 - Diapositive
Volgende les:
Een zww:
Geeft aan wat iemand
doet
Heeft een duidelijke betekenis
Staat maximaal 1 keer in de zin.
Voorbeelden:
Uitleg zww
Slide 18 - Diapositive
Volgende les:
Een zww:
Geeft aan wat iemand
doet
Heeft een duidelijke betekenis
Staat maximaal 1 keer in de zin.
Voorbeelden:
Uitleg zww
1. Zijn vader
zingt
onder de douche.
Zijn vader doet iets, namelijk zingen
Slide 19 - Diapositive
Volgende les:
Een zww:
Geeft aan wat iemand
doet
Heeft een duidelijke betekenis
Staat maximaal 1 keer in de zin.
Voorbeelden:
Uitleg zww
1. Zijn vader
zingt
onder de douche.
Zijn vader doet iets, namelijk zingen
2. De leerlingen
luisteren
aandachtig
De leerlingen doen iets, namelijk luisteren
Slide 20 - Diapositive
Volgende les:
Een hulpwerkwoord:
Staat in een zin met meerdere werkwoorden
Vormt samen met een zww of kww een zin -> een hww ‘helpt’ deze werkwoorden
Kan meerdere keren voorkomen in de zin
Uitleg hww
Vb. van hww: hebben, zijn, worden, willen, kunnen, zullen, mogen, moeten
Slide 21 - Diapositive
Volgende les:
Uitleg hww - voorbeelden
1. Sarah heeft veel zanglessen gevolgd.
‘gevolgd’ is een zww -> Sarah deed namelijk iets: zanglessen volgen.
‘Heeft’ is een hww -> het is de pv en het helpt het zww een zin te vormen.
Slide 22 - Diapositive
Volgende les:
Uitleg hww - voorbeelden
1. Sarah heeft veel zanglessen gevolgd.
‘gevolgd’ is een zww -> Sarah deed namelijk iets: zanglessen volgen.
‘Heeft’ is een hww -> het is de pv en het helpt het zww een zin te vormen.
Slide 23 - Diapositive
Volgende les:
Uitleg hww - voorbeelden
1. Sarah heeft veel zanglessen gevolgd.
‘gevolgd’ is een zww -> Sarah deed namelijk iets: zanglessen volgen.
‘Heeft’ is een hww -> het is de pv en het helpt het zww een zin te vormen.
2. Ze laat het kopje vallen.
‘vallen’ is zww, -> ze doet iets: iets laten vallen.
‘Laat’ is een hww -> het is de pv en het helpt het zww een zin te vormen.
Slide 24 - Diapositive
Volgende les:
Uitleg hww - voorbeelden
1. Sarah heeft veel zanglessen gevolgd.
‘gevolgd’ is een zww -> Sarah deed namelijk iets: zanglessen volgen.
‘Heeft’ is een hww -> het is de pv en het helpt het zww een zin te vormen.
2. Ze laat het kopje vallen.
‘vallen’ is zww, -> ze doet iets: iets laten vallen.
‘Laat’ is een hww -> het is de pv en het helpt het zww een zin te vormen.
3. Ze moet het kopje niet laten vallen.
‘vallen’ is zww -> ze doet dat
‘moet’ is een hww -> het is de pv en het helpt het zww een zin te vormen.
‘laten’ is ook hww -> als je de 1e pv (moet) wegstreept en weer een nieuwe zin maakt, wordt ‘laten’ de pv. Ook helpt dit ww het zww een zin te vormen.
Slide 25 - Diapositive
Volgende les:
Een koppelwerkwoord:
Koppelt een kenmerk of eigenschap aan het onderwerp
Staat maximaal 1 keer in een zin.
De koppelwerkwoorden:
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
Voorbeelden:
Uitleg kww
Slide 26 - Diapositive
Volgende les:
Een koppelwerkwoord:
Koppelt een kenmerk of eigenschap aan het onderwerp
Staat maximaal 1 keer in een zin.
De koppelwerkwoorden:
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
Voorbeelden:
Uitleg kww
1. Jouw tante
is
schrijfster.
‘is’ komt van ‘zijn’ en koppelt de eigenschat (schrijfster) aan het onderwerp (jouw tante).
Slide 27 - Diapositive
Volgende les:
Een koppelwerkwoord:
Koppelt een kenmerk of eigenschap aan het onderwerp
Staat maximaal 1 keer in een zin.
De koppelwerkwoorden:
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
Voorbeelden:
Uitleg kww
1. Jouw tante
is
schrijfster.
‘is’ komt van ‘zijn’ en koppelt de eigenschat (schrijfster) aan het onderwerp (jouw tante).
2. Hij
wordt
snel boos.
‘wordt’ komt van ‘worden’ en koppelt de eigenschap (boos) aan het onderwerp (hij).
Slide 28 - Diapositive
Volgende les:
De volgende woorden behoren tot de koppelwerkwoorden, maar ze kunnen ook een hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord zijn:
Let op! Zijn, worden, blijven
Zijn:
Zww: ik ben thuis = ergens zijn
Hww: ik ben gevallen
Kww: ik ben zanger/ziek
Worden:
Zww: ……(bestaat niet)
Hww: ik word ontvangen
kww: ik word zanger/ziek
Blijven:
Zww: ik blijf bij Joep (ergens zijn)
Hww: ik blijf logeren
Kww: ik blijf zanger/ziek
Slide 29 - Diapositive
Volgende les:
De volgende woorden behoren tot de koppelwerkwoorden, maar ze kunnen ook een hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord zijn:
Let op! Blijken, lijken, schijnen
Blijken:
Zww: ….. (bestaat niet)
Hww: hij blijkt ontslagen
Kww: ik blijk een goede vervanger/zwanger
Lijken:
Zww: ….. (bestaat niet)
Hww: zij lijkt te stralen
Kww: zij lijkt een filmster/vriendelijk
Schijnen:
Zww: de zon/lamp schijnt fel
Hww: Hij schijnt ontslagen
Kww: hij schijnt een goede zanger/zwanger
Slide 30 - Diapositive
Volgende les:
Mijn buurvrouw
bezoekt
de tandarts
zww
Er wordt aangegeven wat de buurvrouw
doet
en niet wat de buurvrouw is.
Verschil zww en kww verduidelijken
Slide 31 - Diapositive
Volgende les:
Mijn buurman
is
de tandarts
kww
Er wordt aangegeven wat de buurman
is
en niet wat de buurman doet.
Verschil zww en kww verduidelijken
Slide 32 - Diapositive
Volgende les:
Koppelt de identiteit aan het onderwerp
Koppelt een eigenschap aan het onderwerp
Dus een koppelwerkwoord…
Voorbeeld 1:
De hond is een boxer
De identiteit van de hond is dat hij een boxer is
.
Voorbeeld 2:
De hond is lief
De eigenschap van de hond is dat hij lief is -> de lieve hond
Slide 33 - Diapositive
Volgende les:
Noteer in de volgende dia's of de onderstreepte woorden een zww, hww of kww zijn.
Uitleg controleren
Slide 34 - Diapositive
Anna WIL volgend jaar keepster blijven.
A
Zww
B
Hww
C
Kww
Slide 35 - Quiz
Anna wil volgend jaar keepster BLIJVEN.
A
Zww
B
Hww
C
Kww
Slide 36 - Quiz
Anna ZAL volgend jaar de keepster kiezen.
A
Zww
B
Hww
C
Kww
Slide 37 - Quiz
Anna zal volgend jaar de keepster KIEZEN.
A
Zww
B
Hww
C
Kww
Slide 38 - Quiz
ZOU ik eens op jouw elektrische scooter mogen rijden?
A
Zww
B
Hww
C
Kww
Slide 39 - Quiz
Zou ik eens op jouw elektrische scooter MOGEN rijden?
A
Zww
B
Hww
C
Kww
Slide 40 - Quiz
Zou ik eens op jouw elektrische scooter mogen RIJDEN?
A
Zww
B
Hww
C
Kww
Slide 41 - Quiz
De docent IS heel boos geworden.
A
Zww
B
Hww
C
Kww
Slide 42 - Quiz
De docent is heel boos GEWORDEN.
A
Zww
B
Hww
C
Kww
Slide 43 - Quiz
Volgende les:
Stof:
Zww
Hww
Kww
Vragen over de stof?
Slide 44 - Diapositive
Huiswerk
:
Maak de opdracht
‘opdracht voorzetselvoorwerp-1’
op
Google Classroom. Lever ook in in Classroom!
Maak de opdracht
'opdracht verschillende werkwoorden-1'
op Google Classroom. Lever ook in in Classroom!
Lesafsluiting
Slide 45 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Fase 2: Het gezegde
Janvier 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
il y a 15 jours
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
Mai 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L17 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
2 havo voorbereiding proefwerk blok 3
Avril 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Other languages
Secondary Education
Taalbeschouwing zinsleer + woordleer
il y a 22 jours
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling blok 2 2 VWO
Février 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Secondary Education